IS GESCHIEDENIS Max Alkadrie hoopt op eerherstel voor zijn vader Hamid II van Pontianak, die zijn sultanaat verloor aan de republiek Indonesië en jarenlang gevangen zat vanwege vermeende Nederlandse sympathieën. 'Mijn vader heeft het beste voorgehad met zijn geliefde geboorteland.' De zoon van de SULTAN DOOR JOSSELIEN VERHOEVE FOTO'S SERGE LIGTENBERG/PRIVÉCOLLECTIE MAX ALKADRIE Max: 'De naoorlogse tijd was een turbulente tijd. Verschillende politiek betrokken en intel lectuele, hoogstaande mensen zoals Mohamad Roem, Ide Anak Agung Gde Agung, Soetan Sjahrir, Hatta en mijn vader waren met elkaar verwikkeld in discussies over de beste rege ringsvorm voor de jonge republiek. Mijn vader was vanwege de talloze culturen, de ver scheidenheid, de uitgestrektheid van het land en de enorme diversiteit aan flora en fauna, voorstander van een federale staat. Soekarno en Hatta dachten daar anders over en met veel geweld hebben zij hun doel, de centralistische Republiek Indonesië, bereikt. Daar is mijn vader slachtoffer van geworden. De laatste tijd is er steeds meer aandacht over en weer voor wat er in die periode is gebeurd. De interesse is meer objectief: wat is er werkelijk gebeurd, waarom en wanneer? Wie speelde welke rol? De Indonesiërs van nu, de vijftigers en de studenten, zijn minder emotioneel betrokken bij de geschiedenis.' Drakenstoet 'Vanaf 1949 woon ik in Nederland. Mijn vader nam toen deel aan de Ronde Tafel Conferentie in Den Haag. Na de ondertekening van de soe vereiniteitsoverdracht op 27 december keerde hij terug naar Indonesië. Wij bleven uit vei ligheidsoverwegingen achter in Den Haag. In april 1950 werd mijn vader opgepakt en gear resteerd op verdenking van het voorstaan van een andere regeringsvorm én van Nederlandse sympathieën. Tien jaar kreeg hij. Wegens goed gedrag kwam hij na acht jaar vrij. In 1962 liet Soekarno opnieuw veel mensen oppakken die tegen zijn Geleide Democratie waren, onder wie mijn vader en zijn vrienden, zoals Roem, Sjahrir en Anak Agung. Zonder vorm van proces heeft hij toen nóg vier jaar gevangen gezeten. Samen met de vier jaar krijgsge vangenschap tijdens de Japanse bezetting heeft hij al met al zestien jaar van zijn leven in gevangenschap doorgebracht.' 'Niet iedereen heeft een sultan als vader natuurlijk. In mijn jonge jaren vond ik dat prachtig, maar ik wist ook niet beter. Mijn vader was bijna nooit thuis, altijd aan het werk. In Pontianak stroomde de rivier Kapuas dwars door de stad en scheidde het arme en het za kelijke gedeelte. Wij woonden in het zakelijke deel in een groot huis, waar tegenwoordig de gouverneur woont. Een van mijn vroegste herinneringen is dat ik met Chinees Nieuwjaar naast mijn vader op het bordes sta waarlangs de drakenstoet voorbij komt. Dat maakte grote APRIL 43 Moesson #10 april 2018.indd 43 28-03-18 14:58

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 43