e www.rickyrisolles.nl facebook.com/RRisolles COLUMN NET ALS DE MEESTE INDO'S, HAD OOK MEI 11 Ricky Risolles ik vele ooms en tante's die niet daadwerkelijk oom of tante waren van mij. Hoe dat pèrsies sat, wist ik niet altijd, tapi als de desbetreffèn- de vriend of vriendin van mijn mama ruim ouder was, noemde wij désè standaard oom of tante. Natuürlük had ik ook èchte ooms, soals mama's oudere broer die bekènd staat om sijn moppen als: 'Rèkk, als Adam èn Eva Chinezen waren, dan leefden we allemaal nog in para dijs, want dan aten ze de slang in plaats van de appel!' En mijn tante met haar gevleugèlde uitspraken als: 'Èy, nèks doen is zwaar loh, je weet nóóit wanneer je klaar bèn! Bakermat èn inspirasiebron voor menig van mijn verhalen. Alleen was daar óók een Indische oom die weliswaar geen offisiële was, tapi minstens so belangrijk. Èn hoewèl hij er alleen was mèt periodes, kwam hij selalu binnen mèt een lach op sijn gesig, stopte hij uang in mijn hand als niemand keek èn refereerde hij aan mijn oma als 'die ouwe', tèrwijl hij sèlf niet meer dan zes jaar mèt haar scheelde. Standaard maakte hij de blits mèt sijn Liefeisch 501, sijn Rolèks èn sijn Béé-NW 3 serie èn was hij nog geregeld te vinden in de club IT in Amsterdam. Óók had hij hèt geregèld over sijn meiden, die hij jonkies noemde, waarvan ik later pas begreep dat dit tog al dames van eind veertig waren. Dit in de tijd dat hij sèlf al lang èn breed mèt pensioen had moeten gaan, tapi doordat hij altijd voor Amerikaanse bedrijven had gewèrk, kende sijn situasie niet iets als een pensioenregeling. Hij heef nooit kinderen gehad, tapi als ieman froeg of hij kind'rèn had, dan zei hij: 'lya, vijf!' refererend aan de kinderen van mijn moeder destijds. Hoewèl hij ruim twintig jaar ouder was dan mijn moeder, leek hij gezien het ple zier in sijn ogen wèl twintig jaar jonger. Nanti als ik groot bèn, wil ik nèt so worden als hij, dacht ik toen al. Sijn leven was altijd een mysterie besar voor mij, ik denk voor de hele family. Hoe en of wat, je wis nooit pèrsies bij hem. Hij zei dat hij niet kon zwemmen, maar toen we uitgezwommen weer aankwamen bij sijn auto, deed hij de achterklèp opèn en lag daar sijn zwembroek uitgestald om na sijn onhulling in een schater lach te schieten. Óók zat sijn been onder de brandwonden, doordat hij tijdens het tanken een keer benzine over sijn kaki heen kreeg, dat daarna in de fik was gevlogen. Ik hoorde, dat hij daarna nog op eigen houtje naar de EHBO was gereeën. Otot kawat tulang besi. Óók was het hij die ons introduceerde aan Fat Kee: de babi panggang spèk spesialist van Den Haag. Iets waar ik hèm tot op de dag van vandaag nog minimaal 12 keer per jaar dankbaar voor bèn. Niet meegerekèn de keren dat mijn neef daar sit en mij foto's stuurt, hoe hij mèt een duivelse grijns een babi panggang spèk sèlf ie maak. Hij ken de klérèn krijgen. Hèt bijsondere van mijn oom Max, is dat hij mij nooit sèlf désè verhalen vertelde. Altijd bleef hij bescheiden, positief èn was hij besig mij sèlf te laten nadènken. Hoewèl dat laatstè mission yang impossible, was sijn echtè kracht dat hij alles deed vanuit gelijkwaardigheid. Hoe kèn nou een fènt van dik in de zestig gelijkwaardig spreken mèt een kleine oepil van amper negen jaar. Tidak tahu, maar juist daar door wil ik later als ik groot bèn, nog steeds worden soals hij. Sampai jumpa lagi! Ricky Risolles 25-04-18 15:38

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 11