COLUMN ■f KLEM Gouwe Ouwel m cv ■'m: L W:- pÓÏRRÏiS PERIKELEN JL PoirriéS >Q Ik heb eens een romantisch avondje gehad met een meisje uit onze straat. Fout natuurlijk, want als je een keer goed uit je slof wilt schieten, moet je dat nooit doen met iemand uit je directe omgeving, want als dat naderhand nodig zou blijken, hebben ze je zo te pakken. Ik wist dat toen nog niet, dus zaten we 's avonds gezellig met z'n drieën (nog zo'n kapitale fout) aan een tafeltje in de achtertuin van haar ouderlijke woning. Omdat haar moe der er nog één van de oude stempel was en vast wel iets beters voor haar dochter op het oog had, moest de jongste zoon erbij blijven. Kennelijk had ze hem het een en ander toegefluisterd, want het mispunt misdroeg zich op een afschuwelijke manier. Hij bleef gewoon zitten en hield alles met arendsogen in de gaten. Zijn zuster die dat minstens zo erg stoorde als ik, probeerde van alles om hem weg te krijgen, maar het joch hield stand en verliet zijn waarne mingspost niet. Toen wij eindelijk, na veel gemanoeuvreer en schijnheilige schijnbewegingen tot een stiekem handje- pak onder de tafel konden komen zonder dat hij het merkte, dachten wij dat wij er bijna waren. Vooral het meisje speelde het voortreffelijk. Wel iets voorover gebogen, maar toch zonder enig teken van opwinding, ging ze gewoon door met murmelen. Dat hinderlijke joch leek geen onraad te bespeuren. Hij keek ons af en toe alleen maar aan en grijnsde een beetje dom. In het donker kon je zijn tanden zien blikkeren. Toen het meisje op een gegeven moment aan hem vroeg of hij drie glazen limonade wilde gaan halen, toonde hij zijn ware aard en schudde met zijn hoofd: 'Heb geen zin.' Het meisje glimlachte naar mij en zei dat ze het dan wel zelf zou doen. Zuchtend stond zij op en ging naar binnen. Die drie glazen limonade kwamen er wel, maar toen zij al goed en wel op weg was om ze te halen, had ik tot mijn verbijs tering nog steeds een hand in mijn hand. Dat joch heeft mij daarna nog vaak dwars gezeten. Als hij mij zag, riep hij: 'Hé Japie!' En dan begon hij op een rotmanier te grinniken. Echt zo van: 'Hè, hè, hè, hè!' Daarom: nooit met een meisje uit de buurt en als je in het donker onder de tafel begint te graaien, eerst vragen wiens hand je te pakken hebt. Jack Poirrié werd geboren in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen. :V MEI I 19 Moesson #11 mei 2018 \/2 indd 1Q 25-04-18 15 38

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 19