'VOOR HEM WAS 'DE HEER FOERSTER' EEN BAAS VAN WEINIG WOORDEN, EEN AUTORITEIT, DOOR IEDEREEN GERESPECTEERD' WEERZIEN te uit en zocht een plekje op de veranda van een van de huisjes. De bewoners kwamen ons bekijken en tot onze verrassing waren onder hen twee 75-plussers die vertelden 'de heer Foerster te hebben gekend'. Eén van hen, een oud-onderwijzer, sprak vloeiend Nederlands. We hadden een stille hoop gehad oude men sen te treffen die onze opa nog meegemaakt hadden, maar een Nederlands sprekende! Dat hadden we vooraf niet durven dromen. Volgeladen met mensen reden we een uurtje later naar het strand. Eerst bezochten we met een selectie uitverkorenen het kamponghoofd, zo hoort het nu eenmaal. Terug op het strand: geen boot. Die kwam drie kwartier later, niet één, maar twee. En dat bleek hard nodig, want een hele groep mensen bleek ons naar Yarsun te begeleiden. En zo vertrok dan de Armada zonder vlagvertoon, uitgezwaaid door de achterblijvers. Terug zwaaien was geen optie; je goed vasthouden was bittere noodzaak en door de hoge golfslag was iedereen al snel tot op het vel toe nat. Na een wilde vaart van drie kwartier landden we op Yarsun. Zo prachtig, met haar witte strand en wuivende palmen, liggend in het heldere blauwgroene water van de Stille Oceaan. Daar stonden dertig van de ongeveer honderd bewoners ons op te wachten. De kinderen verbleven doordeweeks op het vasteland in verband met school. Iedereen was goed geïn formeerd over wie Yarsun kwamen bezoeken. De kleinkinderen van 'de Heer Foerster'; een man uit een andere tijd. Aan een breed pad, gescheiden door palmen en waringinbomen van het strand, stonden ongeveer 25 huisjes. Eerst bezochten we daar de oudste bewoner (87 jaar) en zijn echtgenote. Deze oude heer werkte destijds voor onze grootvader. Voor hem was 'de heer Foerster' een baas van weinig woorden, een autoriteit, door iedereen gerespecteerd. Meerdere ouderen vertelde met eigen woorden het zelfde verhaal: nooit viel hij naar zijn mensen uit en hij ging met respect om met zijn medewerkers en be woners van Yarsun. Ook spraken zij over de familie Schrijner. Jan Schrijner was een op Java geboren Neder landse jongen die in zijn pubertijd in een jap penkamp verbleef. Na de oorlog kon of wilde hij niet meer naar school en onze grootvader nam hem onder zijn hoede. Samen hebben zij een handel opgezet: met boten kochten zij bij plaatsjes langs de kust vruchten en varkens om Hollandia daarin te voorzien. Schrijner was een harde werker die jaren later trouwde. Voor het echtpaar liet Rudolf Carl in 1956 aan het strand op Yarsun een huis bouwen. Al snel werden er twee kinderen geboren, Bastiaan en Helena. De ouderen memoreerden er veel- vuldig aan: wat een wonder dat er twee witte kinderen op Yarsun werden geboren! Behalve de algehele sfeer waren er weinig fy sieke restanten over uit 'de oude tijd'. Er stond nog één huisje, waarin een oude vrouw woont. Tijdens deze ontmoeting was zij verdrietig, snikkend en wreef in de vochtige ogen. Vroe ger was dit huisje namelijk een winkeltje voor de bewoners, begonnen door de vrouw van Schrijner. Verder bestonden er nog de funda menten van het huis van de familie Schrijner. Bewoners verwijderden op een plek hoog gras en takken zodat de eerste steen zichtbaar werd: 'Karl Foerster, 16-7-1956'. De fundamen ten van het huis van onze grootvader bleken niet bereikbaar. Vroeger was daar een pad naar toe, maar alles is nu een ondoordringbare jungle. Waarom woonde mijn grootvader niet aan het strand? We lazen het antwoord in een boek van oud-gouverneur van Baal, die Foerster bezocht: hij kon het onophoudelijke geruis van de zee niet verdragen. Nu begrijp ik eindelijk waar de geluidsgevoeligheid van mijn moeder en mij vandaan komt. Yarsun, met zijn blauwgroen zee, het witte strand, de wuivende palmen en haar open, vriendelijke, bewoners was voor ons een onvergetelijke ervaring. Onder een grote schaduwboom aan het strand stonden vele verbleekte rode plastic stoelen in een cirkel. Een schraagtafel vol met glazen koffie en thee en koekjes, was van de arme bewoners een eerbewijs aan ons, de nazaten, toen de tijd nog goed was en er werk was op Yarsun. Na een uur namen we afscheid. Voor ons was deze ervaring mooier dan we ons ooit hadden kunnen voorstellen. JULI 43 Moesson #1 juli 2018.indd 43 27-06-18 14:52

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 43