ONAFHANKELIJKHEID I Salóme Pieris en haar vader Humphrey Pieris treden 14 augustus samen op bij de Indiëherdenking in Amstelveen. 'De impact van de oorlog is heel groot geweest op onze familie.' Vrijkeid en i I DOOR JERNEY ZWART FOTOGRAFII AMKE 'Ik zou er wel moeite mee hebben, als onze familienaam niet doorgegeven wordt', Humphrey Pieris (53) kijkt met zijn diepliggende donkere ogen de tuin rond. In de hoek staat een rode glijbaan en eromheen ligt vrolijk gekleurd speelgoed op de grond. Het is al weken zomer en ook vandaag is het een warme dag. Er waait een zachte wind, die voor dankbare verfrissing zorgt. Humphrey heeft een zwarte doek gehangen boven de zithoek in de tuin, hier heeft het gezin een plek in de koelte van de schaduw. 'Het is eigenlijk niet echt nodig, maar het geeft zo'n knus gevoel', vertelt hij later als zijn ogen een trotse blik naar boven werpen. 'In de avond maak ik het vuur aan', hij wijst naar de kleine openhaard, 'als we het koud krijgen.' Tegenover hem zit zijn dochter Salóme (25), net zulke donkere, sprekende ogen, maar een lichtere huid en lang golvend haar dat overloopt van bruin naar goudblond. Ze houdt een hand op de lichte bolling van haar buik, je ziet nog niet veel, maar ze draagt haar eerste dochter bij zich. 'De familie Pieris komt uit het bergdorpje Hatalai, dichtbij de hoofdstad Ambon op de Molukken. Mijn moeder komt oorspronkelijk van het eiland Saparua, uit de kampung Ihamahu. In die omgeving waren geen bergen, maar is het land vlak en omringd door zee. Een mooie, idyllische plek. Mijn ouders hebben elkaar na de oorlog ontmoet. Dat was een romantische tijd, waar ze graag over vertelden. Maar toen de politionele acties ten einde kwamen, moesten ze vluchten naar Nieuw-Gui- nea. Ze waren vogelvrij verklaard', vertelt Humphrey. De familie Pieris vertrok naar Nederland en Humphrey werd geboren in een wijk in Utrecht. Zijn ouders gingen buiten de Molukse gemeenschap leven, zodat het gezin goed zou integreren. Identiteit 'Hoewel ik van de tweede generatie ben, heb ik mij altijd een Molukse jongen gevoeld. Eerst een Molukker, daarna pas een Nederlander', vertelt Humphrey met een kalme stem. Jarenlang zette hij zich af tegen Nederland om een politiek ideaal na te streven. Hij wilde merdeka, onafhan kelijkheid, voor de Molukkers. 'Ik haatte de Nederlander echt. Om alles wat ons is beloofd en wat wij niet hebben gekregen. Die haat heb ik heel lang vastgehouden, gekoesterd bijna. Maar moest dat mijn identiteit zijn, haat?' De reizen naar het land van zijn ouders en de gesprekken met de bevolking veranderen zijn gevoel. Hij proeft de sfeer op de eilanden en beseft dat zij verder zijn gegaan met hun leven. 12 MOESSON Moesson #2 augustus 2018.indd 12 25-07-18 15:19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 12