Ik zie heel erg uit naar de komende tijd.
INTERVIEW
Astrid Seriese (Den Haag, 1957) is zangeres. Samen met Erwin van Ligten vormt ze
vanaf 2 oktober de vaste kern van de theatervoorstelling De Indië Monologen.
Monologen
DOOR RICCI SCHELDWACHT
FOTOGRAFIE AMKE
Erwin en ik kunnen inmiddels putten uit een heel
Indisch repertoire. En omdat we rouleren met de gasten
wordt elke voorstelling steeds weer anders. Ik heb altijd
wel een connectie met het Indische gehad, maar in mijn
werk is dat eigenlijk pas tot wasdom gekomen sinds
mijn samenwerking met Erwin. Die begon in 2013 op het
verhalenfestival in Brielle. Ik vertelde over mijn vader,
een jongen uit de Haagse Schilderswijk die op zijn ne
gentiende naar Indië is gegaan. Na vijfentwintig tropen
jaren kwam hij in 1950 terug naar Nederland. Samen
met mijn moeder, een Indische vrouw uit Djokjakarta.
Toen ik een keer had opgetreden op het Tong Tong
Festival vertelde een meneer mij dat hij met mijn moe
der na de oorlog in het Barongan-kamp had gezeten.
De mensen die daar zaten moesten na de oorlog door
de Japanners tegen de Indonesische pemoeda's be
schermd worden. Mijn moeder organiseerde kumpulans
om het moreel hoog te houden. Ze schreef Nederlandse
liedteksten op bestaande melodieën, zodat iedereen
mee kon zingen. Die meneer had de liedteksten van
mijn moeder bewaard.
Toen ik in 2016 door het Tong Tong Festival werd ge
vraagd om een programma over mijn moeder te maken,
moest ik aan die envelop denken. Naast haar liedteksten
bevatte die ook allerlei lijsten en documenten, met
daarin de namen van mijn oma en mijn moeder met
daarachter hun leeftijden. Ik realiseerde me dat ze toen
net zo oud waren als ik en mijn dochter nu.
Tijdens het schrijven kreeg ik een verschijning bij mij in
de gordijnen. Ik had zoiets nog nooit meegemaakt. Mijn
moeder was mediamiek, maar dan zei ik altijd: Ja hoor
mam, dat zal wel.
Mijn arrangeur was kort daarvoor langs geweest en ik
had hem uitgebreid over mijn moeder en haar vader en
zijn inlandse moeder verteld. Dat was een groot familie
geheim waar mijn moeder altijd heel geheimzinnig over
deed. Toen ik dat hoofd van die hele mooie vrouw zag,
was ik helemaal niet bang of verbaasd. Ik ging gewoon
door met werken. Ze had iets vertoornds, maar het was
niet beangstigend. Een vrouwelijke versie van mijn opa.
Mijn overgrootmoeder, die mij alleen maar had laten
weten dat ze ook in de voorstelling wilde.'
12 MOESSON
Moesson #3 september 2018.indd 12
29-08-18 20:31