COLUMN TWEE BROERS VOCHTEN IN SURABAYA RickyRisolles OKTOBER 11 op een feest om wie die mooie cewek in die prachtige jurk naar huis mog brengen. Hoewèl sè wèl raar vonden dat de rode druppèls van de wijn die sij dronk geen één vlèkje achter lieten op haar sneeuwwitte jurk, besloten de twee heren haar halverwege hèt feest, op haar verzoek, naar huis te rijden. Tijdens de rit vroeg sè of zè héél even langs de begraafplaats kon den gaan. Daar stapte sè uit, maar kwam niet meer terug. Na een korte zoektocht besloten de twee naar haar adres te rijden. Wellicht dat sè niet senang was mèt twee heren in één auto, soals dat in die tijd weleens anders geïnterper- téérd kon worden. Toch maar even checken of sè veilig thuis was gekomen. Na aanbèllen bij haar huis, deed een oudere vrouw open. De broers vertelden hèt verhaal van die avond, met de vraag of of ze al was thuisgekomen. 'Droeg sè désè jurk?' vroeg sè de beide heren. 'Iya!' sèiden de twee broers: 'Sè is al thuis dus?' 'Nee', antwoordde de vrouw, 'désè jurk had sè speciaal gemaak voor dit feest, maar sè is vorige week overleden.' Hèshtèk rilling désè! Dit is maar één van de verhalen van opa Westbroek die ik mij nog goed kèn herinne ren; als anak kecil zaten wij dan aandachtig te luisteren. Hèt was meestal mijn moeder of oma die dan riep: 'Hey, ga niet só vertellèn-vertèllen voor die kind'rèn, daluk sè kènnen weer niet slapen!' 'Maar mam, is tog maar verhalen, is tog niet ècht!' In de hoop dat sè ons gerust zou stèllen, rea geerde sè juist tegenovergestèld met: 'Is ècht loh! Ach, ik hèb nog engere dingen meege- maak daar, maar ayo, nu naar bed allemaal.' Nou was ik al géén hèld als aankom op gees ten, maar als ik een meid in sneeuwwitte jurk zie, dan gooi ik mijn babybroertje van 14 maan den gewóón naar haar toe! Mij krijg sè niet! Takut; ik ben maar voor een paar dingen èn penting, ofwèl belangrijk, om je eigen angsten www.rickyrisolles.nl facebook.com/RRisolles te kennèn tog? Je kèn dan wèrken om over deze angsten héén te komen èn sterker te worden. Geesten, spinnèn, insèkten èn vliegen in een vliegtuig sijn maar een paar van mijn angsten èn in Indonesia kèn je sómaar mèt alle maal tegelijk te maken krijgen. Ik vergelijk even mèt oversteken in Surabaya. Dag één: je weet nog niet hoe. Dag dèrtig: je loop sèlfversékerd als een polisi-agènt mèt uitgestoken hand over de weg. Al kom een tank aan, hij stop maar. Ik ben even aan hèt oversteken. Begitu! Alléén soms creëer je tijdelukke nieuwe ang sten, soals 'Staat èr nog genoeg uang op mijn rekening voor dit pakje bamisoep?', 'Gaat die meid erachter komen dat ik mèt mijn ex-vrien din bij Fat Kee ga lunchen?', of 'Heef ieman tog mijn kentut geroken èn doen sè gewoon alsof sè niet ruiken?' Mijn laatste angst bestond uit: ga ik wel kaarten verkopen voor mijn theatershow? Daluk sitten alléén mijn moeder èn mijn zus binnen, omdat mijn broertje jam karet èn mijn andere zus waarschijn'luk wéér verkeerd is gereeën. Sta ik daar... met mijn moed in mijn gouden schoenen. Wat kèn je doen?! Dit is exact de reden waarom désè fènt niet éérder een theatershow heef gedaan. Angst. Èn hoewèl désè een slechte raadgever, hij is overtuigend lho! Maar hoe kèn je groeien als je selalu maar sèlfde blijf doen? Nggak tahu... daarom tog maar na al die jaren gewoon doen, want óók al lijdt désè Indo het meest door het lijden dat hij vreest, só lang dat wat hij vreest geen sneeuwwitte jurk aan heeft, gaat hij helemaal los! Sampai jumpa lagi! Ricky Risolles

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 11