In dit boek zit zoveel van mezelf, het ligt zo dicht bij me, het is een persoonlijke geschiedenis' INTERVIEW In de huidige samenleving zijn nog steeds kolonia le structuren aanwezig. Denk je dat deze roman iets teweeg kan brengen op het gebied van bewustwording hierover? Je hebt als schrijver altijd de illusie dat je iets teweeg brengt met je werk. Ik hoop het in elk geval. Het zou absoluut iets kunnen betekenen wat betreft bewustwor ding rondom de huidige koloniale structuren in onze samenleving. Alleen al het feit dat discriminatie van gekleurde KNIL-militairen alom aanwezig was en Mo lukse en Indische militairen zijn behandeld als oud vuil terwijl ze zwaar getraumatiseerd de oorlog in werden gestuurd om het Nederlandse economische belang te dienen. Als een blanke man dit leest zou het in elk geval kunnen betekenen dat hij met andere ogen naar ons gaat kijken. Naar jou, naar mij. Want wij zijn hun nazaten, en ook wij zijn gekleurd. Er zijn momenteel actiegroepen die roepen dat KNIL-militairen allemaal moordenaars zijn. Dit is natuurlijk van de gekke. Dat zijn mensen die echt te weinig relevante informatie hebben. Bovendien is het een gotspe om met de normen van nu vanuit een comforta bele fauteuil te zeggen: jij hebt toen de verkeerde keuzes gemaakt, jij bent slecht. Ik hoop dat mijn roman voor een genuanceerder perspectief zorgt. Je beschrijft in je roman de Vijfdaagse oorlog, een oor log die zich tijdens de dekolonisatieperiode afspeelde op Sumatra en waarvan maar weinig mensen weten. Hoe kwam je hierachter? Dingen vallen op een gegeven moment in elkaar. Ik wist wel dat er vreselijke dingen in die tijd zijn gebeurd en dat mijn vader in die periode op Sumatra zat. En dan ga je je inlezen en kom je op Sumatra Indonesiërs tegen die dit verhaal bevestigen. Ik heb de illusie dat dit boek daar veel kennis over geeft op een toegankelijke wijze. Nor maal gesproken begin ik na het afronden van een boek direct aan een volgend project, maar ik heb nu voor het eerst dat ik een paar weken afstand wil nemen voordat ik verder ga. In dit boek zit zoveel van mezelf, het ligt zo dicht bij me, het is een persoonlijke geschiedenis. Dat maakt dit boek anders dan de voorgaande boeken die ik heb geschreven. Ik geef de lezer een inkijkje in mijn familie. Ik kan mijn ouders niet meer vragen wat ze ervan vinden, ik vermoed dat ze het prima vinden, zeker als het gaat om het doel ervan. Mijn broer is ziek, zoals ik beschrijf in mijn boek. Het is de vraag hoeveel hij mee krijgt van het verhaal, toch ben ik van plan de roman aan hem voor te lezen. Er komen gruwelijkheden in de roman voor. Deze gruwelijkheden maken voorstelbaar hoe veel mensen uit Indië zijn geworden zoals ze zijn gewor den. Je kunt zeggen: ze zijn getraumatiseerd want ze hebben zoveel erge dingen meegemaakt, maar dat blijft abstract. Je kunt je gebeurtenissen alleen maar goed voorstellen als je echt kunt meevoelen hoe het moet zijn geweest. Als schrijver kun je gebeurtenissen invoelbaar maken door ze zo goed mogelijk te beschrijven. Dit jaar gaf je in de Stadsschouwburg van Amsterdam een lezing over de postkoloniale Nederlandse samen leving. Binnen het huidige postkoloniale debat lijkt de Indische stem nog niet heel duidelijk hoorbaar. Hoe komt dit denk je? Ik denk dat het verschillende oorzaken heeft. Ik noem het altijd de colonial burden vanuit Indië. Daarmee be doel ik de tragiek van de Indo: tussen twee lagen zitten. Je wil niet tot de 'inlanders' behoren, want dan ben je de minste. Je wil omhoog, maar dat kan ook niet, dus dan kun je je maar het beste zo goed mogelijk aanpassen naar boven toe, en zo min mogelijk opvallen, dan heb je het minste last van dingen. Dit is een soort basishouding die je ook terugzag bij veel kinderen van eerste genera tie Indo's. Daarnaast is het natuurlijk zo dat Indo's geen homogene groep vormen. In tegenstelling tot Antillianen en Surina- mers, die als homogene groep een kracht en een macht kunnen vormen en dingen kunnen gaan eisen. De vraag die je in het huidige debat over de slavernij terugziet is: moet de slavernij in de oost nu óók een plek krijgen of niet? Dat dit niet gebeurt, en iedereen er zomaar mee weg kan komen, heeft sterk te maken met het diffuse groepskarakter van Indo's en een nog steeds haperend historisch besef als het om de Indische geschiedenis gaat. Al merk ik dat er binnen deze groep meer bewust wording komt. Toen ik jong was, was het een kwestie van zo snel mogelijk een Nederlandse vriendin of vriend krijgen en verder geen gezeur over dat Indische, behalve dan als het om eten ging. Velen vonden hun Indische identiteit niet belangrijk of schaamden zich er zelfs voor. Daarover heb ik me altijd wezenloos verbaasd. Er zitten mooie en minder mooie kanten aan het Indisch-zijn, maar dit is wie je bent. Hoe kun je jezelf ontkennen? OKTOBER 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 17