Ik kon me niks meer
herinneren uit onze jeugd.
Joyce had mijn herinneringen
meegenomen'
Toen ik de gecorrigeerde
tekst van mijn boek
van de uitgever terugkreeg,
voelde ik weer hoe enorm
veel ik haar mis'
INTERVIEW
Joyce en Marion, 1988
aanzien. Ik kreeg last van mijn ogen. Ik was verlamd. Ik
kon alleen nog een beetje tekenen. Ik kon me niks meer
herinneren uit onze jeugd. Joyce had mijn herinneringen
meegenomen.'
Een writer's block was het niet. 'Ik noem het niet zo
omdat het dat niet was. Het was meer de vraag: waar
zijn mijn herinneringen? Ik
voelde me weer net zo de
pressief als toen ik een puber
was. Ik heb dat een paar
keer in mijn leven gehad:
een terugkerende depressie
waarbij ik niet meer verder
wilde. Eigenlijk is dat woord
ook niet juist, het is meer een
totaal gevoel van zinloosheid.
Weg willen van hier. Weg van
deze aarde.'
Ze zocht haar troost in eten. 'Ik at gewoon driekwart
taart op. Daardoor paste ik mijn kleren niet meer en
moest ik nieuwe broeken kopen.'
Normaal haalde ze samen met haar zus herinneringen
aan vroeger op. Als ze tijdens het schrijven van een
autobiografisch werk niet meer wist hoe het zat, belde
ze Joyce. Dan haalden ze samen de herinneringen terug.
Met de dood van Joyce was dat weg. 'Het besef dat ik
dat nooit meer met haar kan doen, was zwaar, naast
het verdriet om haar heengaan. Bij mijn vader was het
anders. Die had de leeftijd. Je weet dat je je ouders gaat
verliezen, dat was een veel natuurlijker proces. Joyce
wilde blijven leven. Ze had nog zoveel plannen.
Ik had nog nooit zo'n intense vorm van rouw ervaren.
Ik realiseerde me hoeveel jeugdherinneringen gesteund
werden door haar. Soms wist ze niet eens dat ik met een
boek bezig was en dan belde ze me. "Ik heb een droom.
Misschien kan je het gebruiken." Het was altijd raak.'
Ze kon pas weer schrijven toen ze besefte dat haar
nieuwe boek over de dood moest gaan. Een teken van
leven gaat daarom over rouw en rouwverwerking. Over
de onontkoombaarheid van de dood en hoe we daarmee
omgaan. Daarbij schrikt ze er niet voor terug om in
detail te treden over de ziekte van haar dierbaren: haar
man, haar zoon, haar ouders, haar zwager, Joyce.
'Mensen die nog niet met de dood zijn geconfronteerd
of er niet naar willen kijken, gaan dat uit de weg. Als je
een dierbare bent kwijtgeraakt of je hebt een ernstige
ziekte onder de leden of je partner heeft dat, dan gaan
die mensen jou ontwijken. Iedereen met een groot of
dreigend verlies maakt dat mee.'
42 MOESSON
De eerste keer dat ze met de dood te maken kreeg was
bij het overlijden van haar jeugdvriendinnetje Vonny.
Marion was toen een jaar of dertien. 'Ik heb de dood
van Vonny toen niet verwerkt. Ik begreep toen niet van
mezelf dat ik rouwde. Terwijl we allemaal met dat verlies
zaten, spraken we er niet met elkaar over. Ik moest het
in mijn eentje verwerken. Toen realiseerde ik me dat ik
sinds mijn jeugd heel veel rouwprocessen heb overge
slagen.'
Het verlies van Joyce bracht haar terug naar meerdere
momenten in haar leven waarop ze een dierbare verloor.
Toen ze weer ging schrijven, kwamen eerst alleen de
niet-leuke herinneringen aan Joyce terug. In haar nieuwe
boek schrijft Marion hoe haar zus haar kleren en haar
vriendje inpikt. Hoe Joyce haar aanzet tot dingen die
ze uit eigen beweging nooit zou doen. Hoe ze als kleine
meisjes stiekem hun Sinterklaascadeautjes openmaken
en die weer netjes inpakken. Hoe zij zich dan schul
dig voelt omdat ze op pakjesavond niet meer oprecht
verrast en blij kan zijn. Joyce was in hun jeugd vaak
de brutale, zij de schuchtere. Dat veranderde op latere
leeftijd amper. Joyce is op haar best in grote gezelschap
pen, terwijl zij nog altijd liever de eenzaamheid opzoekt.
Marion: 'Een van de fasen van rouw is boosheid op
degene die weg is.'
Haar broertjes lazen het manuscript en herkenden er van
alles in. En Joyce zelf liet weten dat ze achter de inhoud
stond. In haar boek beschrijft Marion hoe haar zus na
haar dood blijk geeft van haar aanwezigheid door tekens
te geven.
'Wat ik nu ga vertellen staat niet in het boek, maar wil
ik wel met de lezers van Moesson delen, omdat die het
misschien begrijpen.
Er is een verschil tussen dromen en dingen die je ziet. Je
kunt stemmen horen, je kunt beelden zien. Iedereen die
dat heeft, weet dat van zichzelf. Net zoals Joyce heb ik
dat ook. Joyce sprak er gemakkelijk en als vanzelfspre
kend over. Ik niet. Ik heb er lang van willen wegblijven.
Toen ik voor de eerste keer de gecorrigeerde tekst van
mijn boek van de uitgever terugkreeg, voelde ik weer
hoe enorm veel ik haar mis. Normaal zou zij het lezen.
Hoe wist ik of ze akkoord zou gaan? Ik ben midden op
de dag gaan mediteren. Dat doe ik niet zo vaak. Joyce
wel. Net zoals mijn vader. Ik ga liever in de tuin werken
of in het bos wandelen. Nu ging ik op bed liggen met
de vraag aan Joyce: geef me een teken als je achter de
inhoud van mijn manuscript staat.
Als ik iets doorkrijg, zie ik meestal een plaatje, alsof er
een dia in de ruimte wordt geprojecteerd. Links zag ik
een plaatje van een ree. Oké, dacht ik nog: een hert. En
meteen daarna krijg ik rechts een tekst geprojecteerd.
"Dit is een ree." En ik denk: Oja, een ree. En dan zie ik
Joyce opzij van me en hoor ik haar stem: "Dat ben ik."
Toen ik uit de meditatie kwam was ik heel helder. Ik ver
tel heel veel aan Ivan, maar bij dit dacht ik: dit is zo raar,
dat vertel ik hem maar niet. Ik dacht wel: nou, morgen
moet ik tegen zonsondergang in het bos wandelen en
dan maar hopen dat ik een ree zie.
Diezelfde avond kwam Ivan
opgewonden de keuken
binnen. Hij vertelde dat er
een ree op z'n gemak door
onze tuin liep. Terwijl ik hem
niets had verteld. En er lopen
al twintig jaar geen reeën bij
ons in de tuin. Ik heb altijd
het gevoel gehad, zeker bij
de Indische boeken, dat ik bij
het schrijven ben geholpen.
Schrijvers zeggen vaak dat ze in een flow zitten. Dan
lijkt het boek zichzelf te schrijven en jij bent alleen nog
maar de typiste. Bij dit boek voelde ik me door Joyce
gesteund. Rouwen is goed, maar jij moet verder, want jij
leeft nog. De energie van de persoon die weggaat blijft
zolang we die om ons heen willen hebben en zolang
we die blijven koesteren. Die ree bleef terugkomen tot
het boek naar de drukker was. Joyce had gezien dat het
goed was.'
Een teken van leven Marion Bloem De Arbeiderspers
ISBN: 9789029526272 21,50
NOVEMBER 43