SLAVEN WERDEN OP DE
SLAVENMARKT IN BATAVIA
VERKOCHT OM IN DE HUISHOUDING
VAN DE HOLLANDERS TE WERKEN.
VEEL BALINESE VROUWEN
WERDEN OP DIE MANIER NJAI
EERST MAAR DE CIJFERS.
In 2017 bezochten 14 miljoen toeristen Bali.
Ruim drie keer zoveel als het aantal van vier
miljoen inwoners dat het eiland telt. Het
verrassende is dat zo'n zes miljoen bezoekers
uit het buitenland kwamen en acht miljoen uit
Indonesië zelf. 'Bali is voor veel Nederlanders
een vakantieparadijs, maar dat geldt zeker ook
voor de Indonesiërs', zegt tentoonstellings
maker Anna Tiedink, samen met conservator
Francine Brinkgreve verantwoordelijk voor
de expositie. De tijd dat Bali alleen nog werd
bezocht door hippies en surfende Australiërs
is voorbij. In 2017 werden de Australische
bezoekers in aantal voorbij gestreefd door de
Chinezen.
BALI - Welcome to Paradise wordt verteld aan
de hand van drie verhaallijnen. De eerste gaat
over de creatie van het eiland als paradijselijk
oord, zoals eerder werd beschreven in het
boek Bali, a paradise created van de Australi
sche historicus Adrian Vickers. Dat brengt de
bezoeker terug naar de koloniale tijd. Sinds
Cornelis de Houtman in 1597 voet aan wal
op Bali zette, vestigden de Nederlanders er
handelsposten, maar in tegenstelling tot Java
en andere eilanden bleef Bali relatief lang
zelfstandig. Het eiland bestond uit verschillen
de vorstendommen, waarvan sommige handel
dreven met de Nederlanders. De handel betrof
vooral slaven. Die werden op de slavenmarkt in
Batavia verkocht om in de huishouding van de
Hollanders te werken. Veel Balinese vrouwen
werden op die manier njai. Ook bij rijke Chi
nezen waren de Balinese vrouwen geliefd. In
tegenstelling tot de meeste Javaanse vrouwen
bereidden zij wel varkensvlees in de keuken.
In de expositie is de zogeheten gouden brief
uit 1754 te zien. Het is de begeleidende brief
gegraveerd op een dun gouden plaatje bij de
drie slaven geschonken aan gouverneur-gene
raal Jacob Mossel door de vorst van Badung.
Ruim drie eeuwen dreven de Nederlanders
handel met de Balinese vorsten. Pas aan het
begin van de vorige eeuw werd Bali door de
Nederlanders veroverd. Aanleiding was een
schipbreuk voor de Balinese kust bij Badung.
Het schip werd door de Balinezen geplunderd.
Daarop volgde een strafexpeditie door de Ne
derlanders. Zulke strafexpedities werden vaker
uitgevoerd, want het was de Nederlanders een
doorn in het oog dat de Balinezen te veel hun
eigen gang gingen. Toen de Balinese vorsten
ook het monopolie op de opiumhandel door
kruisten dat de Nederlanders zichzelf op Java
hadden toegeëigend, leidde dat een paar keer
tot een bloedig ingrijpen door de Nederlan
ders. De Balinezen reageerden op het militaire
geweld met het plegen van een rituele strijd
tot de dood. Bij deze puputans werden ook
veel vrouwen en kinderen vermoord. Tijdens
de puputan van 1906 sneuvelden honderden
Balinezen door Nederlands geweervuur. Het
paleis werd verwoest en de kunstschatten
werden als oorlogsbuit verdeeld onder musea
in Batavia en de volkenkundige musea in
Nederland.
Enkele kunststukken uit de oorlogsbuit zijn te
zien tijdens de tentoonstelling BALI - Welcome
to Paradise. Bij sommige daarvan kunnen de
bezoekers ook lezen dat het daadwerkelijk om
oorlogsbuit gaat.
Sinds rechtsfilosoof Jos van Beurden een boek
schreef over de bezwaren tegen het tentoon
stellen van koloniale kunstschatten staat deze
kwestie op de agenda van veel Nederlandse
musea. Van Beurden pleit ervoor om deze ko
loniale roofkunst terug te geven aan de landen
van herkomst, net zoals kunstwerken die door
de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn
geroofd ook worden teruggeven aan de recht
matige eigenaren. Nu zelfs de Franse presi
dent Macron heeft laten weten dat hij koloniale
kunst in Franse musea wil retourneren als die
van de rechtmatige eigenaar is ontvreemd,
kan Van Beurden op meer bijval vanuit de
musea rekenen. Het Nationaal Museum van
Wereldculturen - waar Museum Volkenkunde
onder valt - ontwikkelt een framework met
criteria om claims op teruggave te onder
zoeken. En ook het Rijksmuseum maakte
onlangs bekend dat het bij tien objecten uit
de collectie gaat onderzoeken of het koloniale
roofkunst betreft.
De kwestie van het teruggeven van cultureel
erfgoed komt wel degelijk in deze tentoon
stelling aan de orde, zegt Brinkgreve. In een
van de zalen is een interview te zien met een
nazaat van de vorst van Klungkung, die stierf
tijdens de puputan van 1908. 'Hij zegt dat het
hun cultureel erfgoed is en daarom ook hun
eigendom, maar dat het voor nu wel goed is
dat de kunstwerken in musea in Jakarta en
Leiden worden bewaard, want in Klungkung
kunnen ze die kunstschatten momenteel niet
veilig bewaren en tentoonstellen. Wellicht kan
dat in de toekomst wel.'
Terug naar de verhaallijnen van de tentoon
stelling BALI - Welcome to Paradise. Want
waarom werd dat beeld van paradijselijk Bali
gecreëerd?
Na het koloniale geweld tijdens de puputans,
dat tot buitensporig veel slachtoffers onder de
Balinezen had geleid, klonk er zelfs in Neder
land protest tegen het gewelddadige optreden
22 MOESSON