'Ik dacht: zijn jullie nou helemaal gek geworden? Ik moest hier toch weg met mijn ouders? Maar dat heb ik maar niet gezegd, hoewel ik begreep wat ze bedoelden' INTERVIEW SfAIMlJSTEt W F0HWMD71NCHE? Of TRAVEI DURING TAKE OfFANDUNNNG schreven. Maar als ik met Indo's praat, merk ik dat ze vooral uit hun eigen ervaring praten en dat hun beeld te beperkt is. Ik heb mijn jeugd daar ook meegemaakt. Vrienden van mijn ouders zaten ook aan de nationalisti sche kant. In dat boek van Limpach of van Alfred Birney lees ik dezelfde verhalen die ik van de jongens zelf al heb gehoord. Van beide kanten. Van de jongens die aan de Indonesische kant stonden. Maar ook van Molukse jongens die voor Generaal Spoor werkten. In 2007 ging hij met zijn kinderen en vier kleindochters naar Indonesië. Een voormalige directeur van Garuda, die hij nog kent van de opleiding, had een huis voor hem en zijn familie beschikbaar gesteld. Ze organiseerden een reünie en een receptie. Tijdens een van de toespra ken werd gezegd: "Ami, je bent één van ons." Ik dacht: zijn jullie nou helemaal gek geworden? Ik moest hier toch weg met mijn ouders? Maar dat heb ik maar niet gezegd, hoewel ik begreep wat ze bedoelden.' Hij las voor het eerst iets van Tjalie Robinson in het blad Oriëntatie. Toen hij hoorde dat Tjalie in Nederland was, schreef hij hem een brief. Hij kreeg een lange brief terug. Hij was erbij toen Tjalie Robinson de Indische Kunstkring oprichtte en was vanaf het allereerste begin abonnee van Tong Tong en later Moesson. Ami: 'Tjalie zei dat we nooit Hollanders zullen zijn, maar dat je wel een verrijking kunt zijn voor Nederland als je jezelf blijft. Dat heeft mij steun en ruggengraat gegeven. Later kwam ik erachter dat ik in Indië in de straat heb gewoond, de Kerkstraat, waar Tjalie in de Rehobotkerk met Edith de Bruijn trouwde. Op weg naar school reed ik met onze vaste deleman door de Laan Yap Djened, waar beide families Boon en De Bruijn woonden. We bezoch ten dezelfde lagere school aan het Emmaplein in Meester Cornelis. Hij in 1916 ik in 1936. Hij heeft in Tjimahi gewoond, waar ik met de bakfiets spullen heb rond gereden. De band die hij met de Indonesische bevolking had, had ik ook.' De geschiedenis gaat zoals die gaat, zegt hij. 'Ik heb het geluk gehad dat ik de Indonesiërs goed heb leren kennen. Veel Indo's hebben dat niet, die spreken daarom met een trauma over hun Indonesische tijd. Ik snap heel goed dat het bij de oudere groepen zit. Die hebben het meegemaakt. Het is hun ervaring. Maar nieuwe generaties moeten die verbittering niet overnemen.' Laatst was hij met zijn kleindochters naar de Indiëherden- king. 'Toevallig hadden we de kinderen beloofd sushi te eten. Een van mijn kleindochters werd over de oorlog van haar opa geïnterviewd door het Jeugdjournaal. Zegt mijn kleindochter na afloop: kunnen we nu nog wel sushi eten? Toen zei mijn vrouw: "Het is waar, het is allemaal gebeurd, maar daar kunnen we niet in blijven hangen." We zijn me teen sushi met ze gaan eten. Het feit dat mijn kleindochter dat denkt. We mogen kinderen daar niet mee opzadelen.' DECEMBER 41

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2018 | | pagina 41