FOTOGRAFIE 'DEGENE DIE IK ZOU INTERVIEWEN, HAAKTE LATER TOCH AF, OMDAT IK JAPANS BEN. ZIJN ZOON VERBOOD HET CONTACT, BANG DAT MIJN UITERLIJK OORLOGSWONDEN ZOU OPENHALEN BIJ ZIJN VADER' tentoonstelling op een fotofestival over naoorlogse con flicten. Er was veel over de holocaust; Kazuma's bijdrage ging over de Birma-Siam spoorlijn. 'Diezelfde tentoon stelling werd in Osaka gehouden, er was aandacht voor in de pers en op tv, maar die hele week kwamen er amper veertig mensen. Niemand wil het zien. Doe ik iets verkeerd? Is mijn benadering tot het onderwerp verkeerd? Het voelt alsof ik met een eenmansmissie bezig ben.' Kazuma is nu, in Nederland, zijn kennis over Indië aan het vergroten: 'Ik wil graag spreken met oorlogsslachtof fers en hun kinderen, want pijn wordt doorgegeven. Mijn eerste ervaring in Nederland pakte niet goed uit. Degene die ik zou interviewen, haakte later toch af, omdat ik Ja pans ben. Zijn zoon verbood het contact, bang dat mijn uiterlijk oorlogswonden zou openhalen bij zijn vader. Ik stel me voorzichtig op. Natuurlijk wil ik niemand pijn doen met mijn gezicht. Daarom is het misschien beter als ik de tweede generatie spreek.' De tegen stelling tussen hoe individuele herinneringen zijn en hoe het nationale verhaal over een oorlog wordt ge construeerd, is het thema in Kazuma's werk. Samen met hem blader ik zijn boek door waarin hij het verschil tussen herinne ring en officiële geschiedschrijving op foto's probeert vast te leggen: 'Hoe worden oorlogsfoto's gebruikt op nationaal niveau? De brug over de rivier Kwai is later geconstrueerd en een Disney-achtige plek geworden voor Australische en Nederlandse toeristen. De kloof tus sen national story en individual memory wordt wat mij betreft verbeeld door de brug over de Kwai. Want die is in veel gevallen verschillend. Waarom? Hier, op deze foto zie je hoe bunkers in Maleisië door erosie voorgoed onder water zijn verdwenen. Het schuldig landschap is verdwenen. Een pijnlijkere symboliek bestaat toch niet?' We kijken naar het portret van een Australische vrouw: 'Deze vrouw is misbruikt door haar vader, die dwangar beider was aan de Birma-Siam spoorweg.' Ook een vorm van een eenzame opsluiting, denk ik als ik in de ogen van de vrouw kijk, in dit geval blijft het verhaal van een kind van een oorlogsslachtoffer levenslang verborgen voor de algemene geschiedschrijving. Nog een foto: een shopping mall in Maleisië. 'Tijdens de oorlog stond op deze plaats interneringskamp Pudu Jail. Onlangs is het stuk land verkocht aan Japanse project ontwikkelaars die er nu een winkelcentrum bouwen.' Dan een foto van het National Peace Museum in Hiroshima: 'Sloppenwijken werden gedwongen geruimd om dat museum te bouwen. Ik zei het net al: dankzij Hiroshima kan Japan nu zichzelf ook als slachtoffer zien en zijn rol als agressor toedekken.' Geschiedenis wordt niet geleefd, maar achteraf gecre- eerd. Niet alleen voor Indische Nederlanders geldt dat hun oorlog vooral een mondelinge geschiedenis is, verborgen voor de rest van de wereld. Kazuma interviewt kinderen van Indiase oorlogsslachtoffers in Maleisië, die niet in het nationale verhaal voorkomen: 'Er zijn namelijk geen docu menten. De Japanse bezetter heeft voor vertrekt zoveel mogelijk administratie vernietigd. Maar in eerste instantie hebben Japanners Indiase dwangarbeiders betaald, daar heb ik wel bewijs van kunnen terugvinden. Een bewijs dus dat Indiërs, hele families vaak, uit Maleisië wel degelijk hebben gewerkt als dwangarbeiders.' We kijken naar een man die en profil naar buiten kijkt. Zijn vader was een Koreaanse wacht en werd na de oorlog door de geallieerden ter dood veroordeeld, vertelt Kazu ma. 'Toen zijn moeder dat hoorde, heeft zij zelfmoord ge pleegd. Na de oorlog was het een schande als je voor de Japanners had gewerkt, of als je gevangen was genomen en niet had doorgevochten tot de dood. Uiteindelijk werd de vader gratie verleend en is hij naar een gevangenis in Japan overgebracht. Na 1953 werden hij en andere Ko reaanse gevangen vrijgelaten en kregen ze geld om weer naar Korea terug te keren. Maar de families wilden deze Koreanen niet terug. Deze zoon heeft dus zijn moeder en vader verloren.' 'Al dit lijden is veroorzaakt door de Japanners. Voor mij is het een worsteling om deze foto's überhaupt te maken, laat staan om ze onder de aandacht te brengen in Japan. Ook om alles financieel mogelijk te maken. Ik vond het heel moeilijk om mezelf een rol te geven in dit project. Eigen emoties, schuldgevoelens, verantwoordelijkheids gevoel botsten met elkaar. Ik heb er een heel jaar mee verprutst. Wat betekent het om Japans te zijn? Wie ben ik? Ik kwam er niet uit. Ik heb een keer een foto gemaakt van een groep mensen die één kant op kijkt en ik, die als enige de andere kant opkijkt. Maar, ontdekte ik uitein delijk, ik hóef mezelf helemaal geen rol te geven in dit project. Waarvoor? Het is niet nodig.' FEBRUARI 43

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2019 | | pagina 43