COLUMN NIET SÓ LANG GELEEËN SCHREEF DÉSÈ RickyRisolles MAART 11 fènt nog over dat Indisch niet uit is, tapi aan. Genoeg lui van alle leeftijën die nog op hun eigen manier besig sijn om onse budaya, ofwèl cultuur, in leven te houwen. Tidak omdat moet, tidak omdat hoort, tapi gewoon omdat sè wil len. Èn of de drijfveer nou is om te weten waar jesèlf vandaan kom - of je buitenèchtelukke kinderen soals in mijn geval - wie schrijf die blijf èn wie praat bestaat. Kommunikasie yang penting, lui! Communicatie is belangrijk! Dus toen Leo Blokhuis de muziekjournalis (van De Werèl Draai Dorr) voor een nieuw KRO-NCRV-programma mij de fraag froeg: 'Wat is eigenlijk Indisch?' God, ik blokkeer... Hoewèl dit misschien wel de méést geantipi- ceerde èn bekendste fraag is om te krijgen als Indo, overviel désè fraag mij tog ten zeerste. Tèrwijl ik begon te brabbelen over de stan daard kenmerken als makan, gesèlligheid, niet over emosies kènnen praten, etcetera je kèn wèl, hoorde ik die stem in mijn kepala al sèggen: Nee, Rèkk, dat klop niet helemaal voor iedereen. Èn je wil geloven of niet, tapi wéér had die vervelende stem gelijk. Na het interview bleef die fraag in mijn hoofd donderen. 'Wat is nou Indisch?' Èn eerluk gesèg, ik hèb géén idee. Indisch bloed, ya mengerti. Indisch makanan, ya ik begrijp ook èn pasti, zeker, hebben wij kènmerken die velen bekend voorkomen, maar of dat nou ècht te definiëren is als iets ècht Indisch, nggak tahu. Weet niet. Hier sit ik dan, èlke maand een column te schrijvèn in het bekendste èn langstlopende Indisch maandblad over mijn escapades, danwèl herinneringen èn kèn ik niet ééns die fraag beanwoorden. Hoe tolol is dat! ('Heel tolol Rick!' hoor ik de Moesson-redactie al anwoorden.) En dus hoor ik u al denken, even-even-even even (maar dan heel cepat), hoe kèn je dan sèggen: 'Indisch is AAN!' als je Indisch niet ééns kèn definiëren? Goed punt. Dus froeg ik mijsèlf de fraag: heb ik mijsèlf die fraag www.rickyrisolles.nl facebook.com/RRisolles weleens ècht gestèld? Èn toen kwam ik tot de conclusie: nee. Tidakpernah, nooit, heb ik mijsèlf ècht afge- fraag: wat is Indisch? Hooguit: wat is Indisch voor mij? Èn dat lieve mensen, is weer een hele and're fraag. Èn een veel veiligere fraag om te beanwoorden, want eerluk is eerluk, nieman kèn mij sèggen dat wat voor mij Indisch voel, niet Indisch is. Hèt is mijn gevoel tog? Èn hoewel iedereen van zichsèlf vindt dat ie gelijk heeft, heeft tegelijkertijd nieman een monopo lie op de waarheid. 'Mijn vader heeft wel Indisch bloed, maar hij doet er niks mee en je merkt het totaal niet aan hem hoor.' Mijn vriend Steffen hij vertel over sijn vader, die ik kort daarna voor het eerst zou ont moeten op sijn verjaardagsfeest. Tapi wanneer ik sijn vaders hand schud, zie ik een man met blouse uit broek met bovenste knopen open, over een gestreken pantalon. Haar waarvan het model afstam uit de Indorock periode, waarbij de donkere lokken hebben plaatsgemaak voor grijze, maar model yang sama. Wanneer sijn vader begin te spreken, ben ik 100 pèrcent overtuigd. De klèm-TOON, het tempo van spre ken en de bescheidenheid, désè meneer is zó Indisch als maar sijn kan. Althans voor mij! Niet voor Steffen, voor hem is sijn vader só Hollands als wat. Hoewel kijkend naar désèlfde persoon, sien we allebei wat anders. Wie heef gelijk? Allebei en geen van twee. Je ziet alleen wat je kent èn juist daardoor is het belangrijk dat we elkaar steeds meer laten zien, wat Indisch allemaal kèn sijn. Sampai jumpa lagi! Ricky Risolles

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2019 | | pagina 11