en. Daarna stapt hij op zijn paard
INDONESIË
De familie is afgekomen op de tombe van
Karel Albert Rudolf Bosscha, een Hollander
die in 1896 eigenaar werd van de onderne
ming. Ze zijn helemaal vanuit Jakarta hier
naartoe gekomen, hopend op een wonder.
'Mensen komen hier om verschillende rede
nen', vertelt Pak Upir, ofwel Uus Supriyatna,
de tuinman. 'Ze zien meneer Bosscha als
een soort tussenpersoon, iemand die hun
gebeden kan doorgeven aan de goden. Ze
vragen hem om gezondheid, geld, of geluk
in de liefde.'
Ik ben met stomheid geslagen. Waarom wordt
deze doodgewone man hier behandeld als een
heilige? Daarop neemt Pak Upir me mee naar
de tombe: een klein, rond mausoleum met een
betonnen koepel en een ijzeren hek eromheen.
Recht voor de tombe staan we stil en hij vertelt:
'Ik zorg al sinds 1968 voor deze tombe. En zoals
de meeste werknemers hier, geloof ik dat de
geest van meneer Bosscha nog steeds over de
plantage waart en over ons waakt. Hij was een
nobele en genereuze man.'
Hij wijst naar een bankje dat buiten het hek staat
en zegt: 'Elke ochtend rond negen uur zie ik hem
op dat bankje zitten, de krant te lezen. Daarna
stapt hij op zijn paard en rijdt de plantage rond
om de arbeiders te inspecteren. 's Middags pau
zeert hij bovenop Gunung Nini, een kleine heuvel
in het midden van de plantage. Vanuit het prieel
kijkt hij dan uit over de hele onderneming.'
Ook al geloof ik niet echt in geesten, ik wil na
tuurlijk wel weten hoe de plantage er dan uitziet
vanaf de top van Gunung Nini. Ik loop tussen
de eindeloze rijen theeplanten door de heuvel
op en adem de koude berglucht in. Ik kom aan
bij het prieel, sta stil en kijk naar beneden. De
hele Malabar theeplantage strekt zich onder me
uit. Het is een spectaculair gezicht. Het groen
reikt tot aan de horizon en de theeplanten zien
eruit als enorm tapijt, met de paden als patroon.
Bovenop de heuvel ontmoet ik Pak Endang, die
het prieel bijhoudt.
Ook hij heeft de geest van Bosscha te paard ge
zien. 'Hij lachte niet, hij keek niet eens naar me.
Hij reed gewoon in een rechte lijn naar boven',
zegt hij. Normaal gesproken zou ik op zijn minst
kippenvel krijgen van zo'n spookverhaal, maar
nu word ik alleen maar nieuwsgierig. Ik wil meer
weten over Bosscha.
Eenmaal terug in Jakarta besluit ik verder onder
zoek te doen. Het blijkt dat Bosscha in 1865 werd
geboren in Den Haag. Hij kwam uit een gegoede
familie: zijn vader, Johannes Bosscha jr., was
hoogleraar theoretische mechanica aan de Ko
ninklijke Militaire Academie in Breda en hoogle
raar natuurkunde aan de Polytechnische School
MAART 21