Wat is vrijmetselarij?
De vrijmetselarij is een inwijdingsgenootschap,
ontstaan in Groot-Brittannië. De eerste
Nederlandse loge (plaatselijke vereniging)
werd gesticht in Den Haag in 1734, een jaar
later gevolgd door de eerste Grootloge
(landelijk hoofdbestuur). Vervolgens werden in
alle grote steden en overzeese handelsposten
loges gesticht, waar sociale, intellectuele en
rituele activiteiten plaatsvonden.
De term vrijmetselarij is afgeleid van het
Engelse freemasonry, dat weer is ontleend
aan freestone mason: een bepaald type
steenhouwer. Dat geeft al aan dat de
gebruikte symboliek is geïnspireerd op het
bouwambacht. Een nieuw lid werd ingewijd
in de opeenvolgende 'graden' (kennisniveaus)
van Leerling, Gezel en Meester. Inwijdingen
hadden het karakter van een reis door de
logeruimte: van duisternis (onwetendheid)
naar licht (inzicht), en van symbolische
dood als 'profaan' (oningewijde) tot
wedergeboorte als vrijmetselaar (ingewijde).
Hierbij maakte men kennis met symbolen,
onder meer ontleend aan het (bijbel)verhaal
van de Tempel van Salomo. Zo bestond de
symbolische arbeid van de Leerling uit het
Inwijding van een kandidaat tot Leerling-vrijmetselaar, kopergravure uit de reeks Assemblée des
Francs-Macons pour la Reception des Apprentifs, Paris 1744. Collectie: Cultureel Maconniek Centrum
"Prins Frederik", Den Haag, inv.nr. 10501-001.
bewerken van een ruwe steen tot een kubieke
steen, geschikt voor de bouw van de Tempel
(werken aan jezelf om een passend onderdeel
van de Tempel der Mensheid, de maatschappij,
te worden). Rituelen werden afgesloten met
een 'tafelloge', een gezamenlijk Broedermaal.
Gedurende drie eeuwen heeft de vrijmetselarij
een bijzonder gedachtengoed en een rijke
materiële cultuur voortgebracht. Omdat de
inwijding een verrassende ervaring moest zijn,
werden de ceremoniën geheim gehouden.
Dat 'geheime' aspect vormt nog altijd een
voedingsbodem voor samenzweringstheorieën
en Hollywoodfilms.
lid van loge Eendracht maakt Macht. In respec
tievelijk 1844 en 1857 werden de islamitische
koopman Said bin Abdul Rachman bin Hussin
bin Sabil en de Chinese suikerkoopman The
Boen Keh ingewijd in loge De Vriendschap
in Soerabaja. De eerste loge met een Maleise
naam, Mata Hari, werd gesticht in Padang in
1858. In de 19de eeuw waren voorstanders van
een ethische politiek in de loges te vinden,
met als meest bekende voorbeeld Eduard
Douwes Dekker (Multatuli, 1820-1887).
Rituele architectuur
De eerste loges kwamen bijeen in gehuurde
zaaltjes in herbergen en schouwburgen. De
rituele benodigdheden moesten iedere keer
worden opgebouwd en opgeborgen. Op Java
kwamen zij vaak bijeen 'in de tuin' (op het
landgoed) van een Voorzittend Meester, die
in het dagelijks leven een belangrijke amb
tenaar was en een riant woonhuis of kantoor
ter beschikking kon stellen. Juist die verga
derlocaties zijn terug te vinden in de bekende
reeks gezichten op Batavia van Johannes Rach
(1720-1783), kunstenaar en lid van loge La
Fidèle Sincérité. Het aantal leden en contribu
ties bleef groeien, zodat loges tegen het einde
van de 18de eeuw over eigen gebouwen kon
den beschikken. Naast een rituele ruimte, ook
wel werkplaats of tempel genoemd, werden
een keuken, eetzaal en bar ingericht.
De rituele ruimtes konden nu ook een perma
nente indeling krijgen. Ze werden rijk gestof
feerd en voorzien van symbolische decoraties.
Ook wandschilderingen met personificaties
van deugden en trompe-l'oeuils van land
schappen waren gebruikelijk. Om al dat moois
te maken werden zowel Europese als Aziati
sche kunstenaars en ambachtslieden ingezet.
Zij maakten gebruik van westerse stijlen en
lokale materialen. Zo versmolten oosterse en
westerse elementen en ontstonden bijzondere
koloniale interieurs.
Hot spots
Het Javaanse personeel, verantwoordelijk voor
het onderhoud van de tempels, woonde vaak
op het logeterrein. Loges waren opdrachtge
ver van allerlei dienstverleners, van musici tot
cateraars. De ingebruikname van nieuwe ge
bouwen werd gevierd met 'profane' gasten en
openbare processies. Bij de jaarlijkse viering
van Sint Jan werd het logegebouw voorzien
van illuminaties (gevelverlichting met sym
bolen). Vrijmetselarij was dus een zichtbaar
onderdeel van de maatschappij en geheim
houding beperkte zich tot de rituelen.
In de loop van de 19de eeuw groeiden logege-
bouwen uit tot echte Freemasons' Halls: mul
tifunctionele gebouwen waarin ruimtes met
rituele, bestuurlijke en sociale functies werden
28 MOESSON