Tijdens de beruchte Ber-
siap-periode in Bandoeng,
0
0
In het rotan zitje
leunde ik met mijn rug
tegen een hakmes9
Iedere maand vertelt een Moesson-lezer over zijn of
haar familie-poesaka. Dit keer het hakmes van Mary Joyce Hardey.
nam mijn moeder, Dora Koot, mij altijd voorop de fiets
mee om ergens voedsel te kopen. Thuis wachtten 2 broers en
een zuster en 2 tantes op eten. Een kind voorop kon juist een beveili
ging zijn tegen een aanval van jonge pemoeda's, maar voor hetzelfde geld,
konden die er zonder willekeur op los slaan en moorden. Mijn dappere, kleine
moeder was echter op alles voorbereid. In het rotan zitje leunde ik met mijn rug tegen
een hakmes. Mocht zij worden aangevallen, dan zou zij er niet voor terugdeinzen om met dit
hakmes de eventuele handen aan haar stuur weg te hakken! Dat vertelde zij mij, toen ze jaren later
dit hakmes aan mij gaf. Het hakmes hangt nu in mijn keuken in Virginia, USA.
HEB JE EEN VOORWERP DAT JE KOESTERT OMDAT HET VERTELT OVER JE EIGEN INDISCHE FAMILIEGESCHIEDENIS?
En wil je ook in deze rubriek staan? Mail dan naar redactie@moesson.com of bel Moesson: 033 - 4 611 611.
APRIL 25
MijnPoesaka