'DOORDAT IEDEREEN
WEER EEN ANDERE
VERSIE VERTELT, IS
HET INGEWIKKELD OM
ER ACHTER TE KOMEN
WAT NU EXACT HET
VERHAAL IS.'
INTERVIEW
'Dad raised me to hate the Japs', vertelt hij. 'We kochten
bijvoorbeeld nooit Japanse auto's. Mijn vader was daar
heel strikt in.' Christiaans vader is op Bali geboren, waar
zijn vader bij het KNIL gelegerd was. Die noemde zich
zelf nooit een Indo. Als zoon van een piloot, vloog zijn
vader als vierjarige al mee over plekken als Celebes. Me
teen daarachteraan vraagt Christiaan mij of de Indo's in
Nederland ook wel overdrijven. Met een brede glimlach
geef ik hem aan, dat ik dat van de Indo's in Nederland
totaal niet herken. Hij legt uit dat hij namelijk ooit met
zijn tante, de zus van zijn vader, over dit verhaal sprak,
maar dat zij direct aangaf dat zijn vader helemaal niet
op Bali is geboren, maar op Java. Christiaan: 'Doordat
iedereen weer een andere versie vertelt, is het ingewik
keld om er achter te komen wat nu exact het verhaal is.'
Ik vertel hem, dat dit dan wél weer iets is wat ik herken.
'Klap eens in je handjes, blij-blij-blij', zingt Christiaan.
Eén van de liedjes die hij nog kent vanuit zijn jeugd.
Evenals de woordjes 'billetjes', 'billengat', 'oepil', 'deo
op je kelek' en natuurlijk 'tjebok'. Christiaan vindt het
jammer dat zijn vader hem nooit echt Nederlands of
Bahasa Indonesia heeft geleerd. 'Ik wil Nederlands leren
spreken, of in ieder geval leren begrijpen, en dan niet als
een nieuwslezer, maar met een Indische tongval. I wanna
speak like Ed Brody!, roept hij. De man heeft duidelijk
online research gedaan naar zijn Indische achtergrond.
'Zo is het ook begonnen', vertelt hij. 'Ik kijk regelmatig
muziekvideo's op YouTube van artiesten uit de pacific,
tot ik plots terecht kwam bij een Indonesische video
clip.' Hij hoorde woorden die hij herkende vanuit het
Samoaans, Filipijns en Hawaiaans. Lima, api, ikan en
burungallemaal woorden die overeenkwamen met die
andere talen. Bij het doorklikken kwam hij terecht bij
Indische artiesten als Justine Palmelay, Sandra Reemer,
Andres en Tante Lien, die allemaal Nederlands zongen,
maar er uit zagen als hij zelf. 'Geen Hollanders, geen In
donesiërs, maar Indo's, net als ik.' Het was het startschot
voor een zoektocht naar zijn roots. Voor het eerst in zijn
leven hoorde hij écht ergens bij. Hij hoefde niet meer
te zeggen dat hij Samoaans was, of Hawaiaans, of zelfs
Nederlands. Nee, hij kon nu uit volle borst roepen: 'Ik
ben een Indo!'
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de vader van
Christaan in een Japans interneringskamp gezeten.
Wanneer zijn vader erover begint, breekt hij direct. De
man die kort daarvoor nog moppen met mij aan het
tappen was, toen hij mij tijdens de Skype-sessie met
Christiaan spontaan kwam groeten, barst in tranen uit. Ik
kan en wil me niet eens voorstellen wat hij in het kamp
en de periode daarna heeft meegemaakt. Het is duidelijk
dat tijd niet alle wonden kan helen. Hij heeft daardoor
niks met de Japanners, niks met de Hollanders en heeft
nooit meer voet gezet op Indonesische bodem. Alle drie
hebben ze hem verschrikkelijk in de steek gelaten.
'Dit is altijd hoe het Indo-verhaal voor mij is geweest',
vertelt Christiaan. 'Pijn en verdriet. Het is de reden dat
mijn vader er nooit over spreekt.' Wanneer ik Christiaan
naar de reden van zijn Indo-zoektocht vraag, geeft hij
aan: 'It's past the point of hiding. Why hide? It's hurt. Het
is geschiedenis. Ondanks dat het een vreselijk onderdeel
van de geschiedenis is, blijft het geschiedenis. Ik zal
mijn kinderen vertellen zoveel ik kan en dat maakt dat
ik zo veel mogelijk wil weten over mijn achtergrond. Ik
wil genoeg onderzoek doen tot ik mij comfortabel voel.
Dat ik zelfverzekerd kan vertellen waar ik vandaan kom.
Ik wil niet hoeven vragen: Wat is dit? Wat betekent dat?
Ik wil alles weten. Voor mijzelf en uit respect voor mijn
vader.' Als ik hem vraag wat hij dan wil leren als hij straks
voor het eerst in Nederland is, zegt hij: 'Alles! Hoe het
voelt om op Bronbeek rond te lopen, hoe de Tong Tong
Fair is en bovenal hoe de babi panggang spek van Fat
Kee smaakt.'
MEI 31