DEPOK EXPO PEGGY VERMUNT-LOEN: Op 28 juni 1714 overlijdt in Batavia VOC-opper- koopman en landheer Cornelis Chastelein. Op de dag dat hij sterft, wordt Depok gebo ren. Als sociaal experiment legateert hij dit landgoed aan zijn christelijke slaafgemaakten, die hij bij testament ook de vrijheid schenkt; op een paar zeer ongelukkigen na. Over het beheer van het landgoed laat hij duidelijke regels na zodat het binnen de gemeenschap blijft (er moet onderling getrouwd worden), en zodat het land wordt bewerkt met Hollandse vlijt. Nu was het niet ongewoon dat slaven iets werd nagelaten of bij testament hun vrijheid kregen, maar het was nog nooit op deze schaal gebeurd. Wie zijn deze Depokkers eigenlijk? Chastelein haalt ze van de slavenmarkt op Bali om zijn landerijen te bewerken. De slaven komen uit Coromandel, Bengalen, Makassar en Batavia, maar het merendeel is Balinees. Chastelein laat ze kerstenen, een tactiek om ze te isoleren van de moslimbevolking om hen heen en hun loyaliteit aan de kolonisator te garanderen. Ook de jonge leeftijd van sommigen is doel bewust gekozen: zo hechten zij zich meer aan hun meester. We weten dat Chastelein in ieder geval bij twee Balinese totslaafgemaakten dochters verwekt. Chastelein's testament wordt echter aange vochten door het opperbestuur van de VOC, want in strijd met de wet. Het zal anderhalve eeuw duren voordat de inmiddels in verval geraakte Depokse gemeenschap, gesteund door het Nederlands Zending Genootschap, de juridische strijd wint. Dat Nederlands Zen ding Genootschap is in de negentiende eeuw verantwoordelijk voor het zelfbeeld van de De- pokkers. Voor deze samengeraapte gemeen schap van mensen, door slavernij ontrukt aan land en oorsprong, creëert het genootschap de herkomstmythe van de twaalf uitverko ren Depokse families Bacas, Isakh, Jacob, Jonathans, Joseph, Laurens, Leander, Loen, Samuel, Soedira, Tholense en Zadokh (van al deze namen komt overigens alleen die van Soedira in het oorspronkelijke testament te rug). Een Bijbelse vergelijking wordt gemaakt met de twaalf apostelen en met Chastelein als hun herder, hun slavenvader, een abolitionist avant la lettre. Depok wordt steeds welvarender en steeds Nederlandser van karakter; er wordt Neder lands gesproken, een Nederlandse school wordt opgericht en de spoorlijn Batavia-Bui- tenzorg wordt aangelegd. Veel Depokkers hebben een kantoorbaan in Batavia en laten hun land bewerken. Het hoogst haalbare voor hen is de status van gelijkgestelde. Belanda Depok worden ze genoemd. En dat wordt hun fataal tijdens de Bersiap-tijd. Nog altijd is de Depokse gemeenschap getraumatiseerd door extreem geweld van gewapende Indonesi sche jongeren in de maand oktober 1945. Een massale moordpartij kan door ingrijpen van schrijver Johan Fabricius (toen oorlogscor respondent) en tientallen Gurkha's net op tijd worden voorkomen. Ook de Depokkers moeten na de onafhan kelijkheid van Indonesië kiezen waar hun toekomst ligt. In 1952 wordt het gezamenlijke bezit van Depok genationaliseerd; alleen het particuliere land mogen ze behouden. Mede door het trauma van de Bersiap-tijd besluiten veel Depokkers naar Nederland te vertrekken, om erachter te komen dat het land waar zij zich altijd op hebben gericht, hen niet als Nederlanders ziet. Zij die in Indonesië blijven, proberen zo onopvallend mogelijk door het leven te gaan. Pas de laatste jaren profileren zij zich weer meer als Depokkers. (MvA) 'We hebben ons altijd Nederlands gevoeld en ik zag me ook niet anders dan Nederlands. Het was een grote schok voor me toen ik naar Nederland kwam om te horen: "Hee, zwartje wat moet jij hier. Ga terug naar waar je thuis hoort." Terwijl hier mijn thuis was.' 20 MOESSON

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2019 | | pagina 20