'Uw waarde Koks, voert u tot 9 oon Dit jaar is het 100 jaar geleden dat het Indo-Europees Verbond (IEV) werd opgericht en 70 jaar geleden dat de soevereiniteitsoverdracht plaatsvond. Misschien een passend onderwerp voor een Indische themadag: Indo's die bleven en bewust voor het Indonesische staatsburgerschap kozen. Joop Koks was één van hen. geleerdheid, razernij DOOR RALPH BOEKHOLT Joseph Theodore Koks, geboren op 1 sep tember 1902 te Batavia, overleden in 1970 in Jakarta en daar begraven op TPU Tanah Kusir, Kebayoraan Lama. 45 jaar daarvóór woonde hij aan de Nassaukade 170 in Amsterdam. Aan de universiteit van die stad studeerde hij Han delswetenschappen. Binnen die studie konden onder meer de vakken sociale geografie, koloniale land- en volkenkunde en koloniale economie worden gevolgd. Op 4 november 1930 verdedigde Joop Koks zijn proefschrift Koloniaal-Sociografische Bijdrage en promoveerde hij tot doctor in de handelswetenschappen. Promotor was prof. S.R. Steinmetz. Een jaar later verscheen bij uitgeverij Paris te Amsterdam een bewer king in boekvorm onder de titel De Indo. Dat wil zeggen: W.F. Wertheim schreef later dat de tekst van De Indo was bedoeld om als proefschrift te worden verdedigd, maar dat die tekst uiteindelijk sterk gekuist was tot die de Koloniaal-Sociografische Bijdrage was gewor den. Het boek De Indo telt honderd bladzijden meer dan het proefschrift. Op bladzijde 2 van zijn proefschrift schrijft Koks wat hij wil met zijn koloniaal-sociografi sche bijdrage: 'Wij zullen moeten vaststellen wat onze studie beoogt. Zij zal zich bezighou den met hetgeen men sociale sociografie zou kunnen noemen, dat is de wetenschap, die zich bezighoudt met de bestudeering der cul tuurvolken in de koloniën in hun maatschap- pelijken samenhang, hun verscheidenheid van elkaar en van de omringende volken. Al wil de sociografie geen enkel volk links laten lig gen, de praktijk leert, dat de mengbevolkingen al heel stiefmoederlijk bedeeld zijn. Doorgaans abusievelijk als "tussengroep" gekwalificeerd, in de koloniale etnologie ternauwernood met een enkel woord genoemd, blijken deze bevolkingen van grooter beteekenis te zijn dan uit de bescheiden plaats, die de literatuur voor hen heeft ingeruimd, valt af te leiden.' Twee bladzijden verder zegt Koks: 'Een andere reden, welke ons beweegt het antropologische terrein te gaan verkennen, ligt in de omstan digheid, dat de antropologie meent binnen zekere grenzen verklaringen te kunnen geven van de producten van menselijke activiteit. Wij zijn derhalve benieuwd, wat zij ons van de gemengbloedigen te vertellen heeft'. Proefschrift en boek worden in de literatuur die de afgelopen decennia over Indo's zijn gepubliceerd nauwelijks aangehaald. Ze staan soms vermeld in de literatuuropgave, maar meer ook niet. Ik vermoed dat de auteurs niet 22 MOESSON

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2019 | | pagina 22