heb toevallig net opgeruimd', zegt illustrator Jeroen Krul (25 jaar) als
hij de deur opent. Op het eerste gezicht verschilt zijn studentenkamer
niet veel van die van zijn huisgenoten: voetbalsjaaltjes, muziekposters
en een kast met studieboeken, maar een aantal planken erboven vind
je ook bierkoelers van Bintang, een houten tjitjak op de muur, een oude
vijzel en een portret van zijn Indische oma.
14 MOESSON
Op zijn bureau ligt Jeroens nieuwste boek Hollandia dat
in tekst en beeld de geschiedenis van zijn grootouders in
Nieuw-Guinea vertelt.
'Van kleins af aan al was ik erg close met mijn opa en
oma. Met mijn opa nog steeds; hij leeft nog. Ik ging er
dagelijks naartoe. Toen hun gezondheid achteruitging,
begon ik te beseffen hoe uniek die familieband is ten
opzichte van andere mensen om mij heen. En dat wilde
ik uitbeelden met illustraties. Heel mijn studie ben ik al
bezig geweest met mijn roots, maar in eerste instantie
was er niet veel ruimte voor op de academie. Ze vonden
het onderwerp te dichtbij en waren bang voor clichés.
Dat je al snel verzandt in de traditionele keuken en dat
soort dingen.
Maar in mijn laatste jaar kwam het weer terug. Ik wilde
daar nog één keer echt iets mee doen, want anders zou
het altijd blijven knagen. Toen ben ik uiteindelijk toch met
mijn afstudeerproject over de Indische cultuur begonnen,
als zelfonderzoek. Het is een vast onderdeel van mijn
week: ik ben er altijd wel een klein beetje mee bezig.'
Over de clichés van het eten gesproken... ik zie hier
jouw eerste twee boeken, genaamd Spekkoek en Koppi
Toebroek.
'Eten is uiteindelijk toch een van de meest universele
communicatiemiddelen, iets wat iedereen begrijpt. Het
begon met de bouillonblokjes openmaken voor oma.
Die kon oma zelf niet meer openmaken, dus dat mocht
ik doen, en zo kon ik meekijken hoe ze kookte. Van opa
mochten we met de pollepels riddergevechten doen. Het
eten helpt mij juist om een titel te geven aan zo'n boek.
Spekkoek is echt gebaseerd op de gelaagdheid van
de Indische cultuur. Hoe ver is die nog vindbaar? Waar
zweef jijzelf tussen de lagen? En bij Koppi Toebroek
is het een vrije vertaling van het botsen. Het botsen
van mijn gedachten en verwachtingen van Indonesië,
tegenover wat andere mensen mij altijd voorhielden hoe
dat land zou zijn op basis van wat zij vroeger hebben
meegemaakt.'
Derde generatie
Voor de totstandkoming van zijn vorige boek reisde
Jeroen anderhalve maand door Indonesië.
'Ik had veel gelezen op internet over hoe het land er
vroeger uitzag, en hoe de eerste generatie het heeft er
varen. Die reis zelf was de beloning voor mijn afstuderen.
Ik had grootse verwachtingen. Ik was daar eindelijk, dus
ik moest alles eruit halen. Dat zorgde ervoor dat ik een
beetje geblokkeerd raakte en helemaal niet kon genieten
van wat ik om mij heen zag. Dat begon na twee weken
gelukkig te komen. Toen besefte ik: dit is een compleet
ander land dan vroeger, die shock heb ik inmiddels ver
werkt, en nu moet ik het gewoon door mijn eigen ogen
gaan bekijken. Want ik ben hier... ik sta hier nu, niet mijn
grootouders.
Ik zie ook wel een groot verschil tussen de verschillende
generaties eigenlijk. Ik merk dat mijn opa en oma hele
maal niet zo meer bezig waren met hun geschiedenis.
Die wilden wel vertellen over de mooie kant natuurlijk,
en de trots. Mijn vader was dan eigenlijk vrij stil, die
vertelde daar in eerste instantie niet zoveel over. Dat
kwam gaandeweg, toen ik er bij hem over begon. Ik wil
veel meer weten, ook de heftige verhalen. Voor mij is dat
allemaal onderdeel van diezelfde geschiedenis. Wij van
de derde generatie pakken dat op en ik vind dat heel
mooi om te zien.'
Zoektocht
Heb je veel verzwegen kanten van die geschiedenis
ontdekt?
'Niet direct. Van mijn oma sowieso niet, want een aantal
jaar geleden kreeg zij Alzheimer, net toen ik naar de
kunstacademie ging. Zij heeft mij leren tekenen, maar
naarmate ik steeds meer met dit thema aan de gang
ging, werd zij juist zieker.'
Daarom richtte Jeroen zich tot zijn opa.
'Dat was in het begin best wennen, want ik wilde hem