'PAS NADAT MIJN OMA STIERF KON IK MIJN HART OPENZETTEN VOOR INDONESIË' INDONESIË Den Haag, belandde in de keuken, werd kok, maar is daarnaast ook succesvol foodstylist en schrijfster. Ook kun je haar tegen zijn gekomen op de Tong Tong Fair waar ze kookworkshops geeft. Kortom, een culinair multitalent. Eentje met Indische roots. Een 'pinda' met pinda-allergie, je bedenkt het niet. Culinair fotograaf Remko Kraaijeveld (jaja, zoon van de oprichter van de Bintangs) kwam work wise op haar pad en de rest laat zich raden. Dat die twee samen, behalve twee bloedjes van kinderen, ook ooit een kookboek zouden maken, stond al jaren in de sterren. Maar dat het een Indone sisch kookboek zou worden, dat was niet zo vanzelfsprekend als het wellicht lijkt. 'Want het was bepaald geen liefde op het eerste gezicht, tussen mij en de Indische keuken', vertelt Vanja als we later die avond ons zoveelste bord lekkers wegwerken onder het mom van 'huiswerk'. 'Hollanders met hun stinkbil' In tegenstelling tot veel andere Indo's kreeg Vanja het Indische eten niet bepaald met de paplepel ingegoten. 'Mijn oma, die alleen uit Indië hierheen was gekomen, hield niet van koken en kon het ook absoluut niet. Een prakje rijst met kip dat voor lemper door moest gaan en Indische macaroni, verder kwam het niet.' Als kind moest Vanja iedere woensdag verplicht naar oma. 'Ze haatte alles aan Neder land en hemelde Indonesië op. Ik kreeg keer op keer te horen wat er niet deugde aan die "Hollanders met hun stinkende bil".' Haar oma was behept met een persoonlijkheidsstoornis wat de woensdagse bezoekjes tot een diep tepunt van de week maakten. 'Alles bij elkaar leidde het tot een aversie tegen alles wat naar Indo, Indisch of naar tempo doeloe riekte', vertelt Vanja. Dat we hier nu vanavond in het zo bejubelde land van haar oma onder de Javaanse sterren hemel zitten, is dus best bijzonder. Haar oma stierf een jaar of tien geleden op weg naar haar jaarlijkse bezoek aan Semarang. Afscheid nemen van oma, die volgens goed islamitisch gebruik binnen 24 uur begraven werd, betekende kennismaken met Indonesië. 'Pas nadat mijn oma stierf kon ik mijn hart openzetten voor Indonesië.' Straf Inmiddels is Vanja verscheidene keren terug geweest en stiekem een beetje gehecht aan het land, ik heb het met mijn eigen ogen zien gebeuren. In de ruim tien jaar dat we nu bevriend zijn hebben we meerdere reisjes ge maakt samen, waarvan twee keer in Indonesië. Ditmaal vroeg Vanja of ik twee weken mee wilde naar Java om voorwerk te doen voor haar grote nieuw project: een Indonesisch kookboek. Dat betekende dus veel eten, koken en in mijn geval tolken (dankzij een jeugd in Papua en studie Indonesisch beheers ik de taal). Bepaald geen straf. Een paar maanden later ging Vanja met Remko weer naar Java voor het echte werk: foto's maken voor het kookboek. Behalve proeven en eten van de lokale keuken moest er natuurlijk ook gekookt worden. Na Salatiga vlogen we naar Jakarta voor een interview en een middagje koken met Pak William Wongso, dé culinaire legende van Indonesië. Deze man, al behoorlijk op leeftijd, trekt de hele wereld over om de Indonesische keuken te promoten en heeft tientallen boeken op zijn naam staan. Hij gaf Vanja ontzettend veel nuttige tips voor haar verdere research. 'Niet zo stampen' Dankzij hem belanden we een paar dagen later in Yogyakarta bij Dewi, een vlotte dertiger die vegan chef is en een klein maar brandschoon kookstudiootje heeft aan de rand van de stad. Vanja wordt direct aan het werk gezet terwijl ik zo goed mogelijk probeer alle instructies te vertalen. Ze krijgt een grote platte vijzel in handen geduwd en moet hele ladingen rawits ulekken. Al na de eerste paar pogingen van Vanja schudt Dewi haar hoofd: 'Je moet niet zo stampen, maar veel meer wrijven.' Geduldig kijkt ze net zo lang mee tot ze tevreden is over Vanja's vorderingen. Dan is het volgende recept aan de beurt: mangut. Normaalgesproken een gerecht met vis, maar omdat Dewi vegan is, gebruikt ze in plaats daarvan geroosterde portobello's. Tijdens het koken proeft Vanja van de soep. 'Wauw, door die rooksmaak heeft de mangut echt een elegante smaak. Deze komt zeker in mijn kookboek, maar dan wel met vis.' Als we na uren snijden, ulekken, roeren, stomen en koken aan tafel gaan, staan er vijf zalige gerechten op tafel. Dewi maakt alles zelf en heeft het niet zo op alle kant en klare bumbu die tegenwoordig in de winkels ver krijgbaar zijn, vertelt ze tijdens het eten. 'Het is een van de grootste misverstanden over de Indonesische keuken, dat het complex is, zegt Dewi en Vanja beaamt dat. 'Er gaan veel ingre diënten in een bumbu, maar het meeste werk zit in het verzamelen van de ingrediënten, niet in het koken zelf. En daarin zijn we toch wel gezegend, dankzij ons verleden hebben we in Nederland toko's waar je kruiden als laos, kunyit en kencur gewoon vers kunt kopen.' Sudderprutjes Het gesprek komt op de status van de Indo nesische keuken in Nederland. En daarmee hebben we meteen een tweede misverstand te pakken. 'In Nederland denken veel mensen dat de Indonesische keuken hetzelfde is als de Indische keuken. Maar de Indonesische keuken is meer divers. Naast de sudderprutjes die we kennen, kan het ook heel fris zijn. En zo ontzettend gevarieerd, het ligt er maar net aan waar je in Indonesië bent, het eten is echt niet overal zoet.' Maar juist omdat de Indische keuken zo bekend is in Nederland, is de Indonesische keuken dat niet. 'Daar wil ik verandering in brengen, ik wil de Indonesische keuken een podium geven, naast de Indische keuken. Ik ben niet van tempo doeloe, vasthouden aan 22 MOESSON

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2019 | | pagina 22