HET IS VIJF
VOOR HALF
NEGEN 'S
OCHTENDS.
Samen met flinke groep toeristen en
Yogyakartanen sta ik geduldig te wachten
voor een enorme groene houten deur,
bewaakt door een abdi dalem op blote voeten.
De koninklijke wacht draagt een traditionele
outfit: een batik sarong met donkerblauw
gestreept overhemd en een blangkon op zijn
hoofd.
De deur waarvoor we wachten is de ingang tot
de kraton van Yogyakarta, gebouwd in 1755
kort nadat de Hollanders het koninkrijk Mata-
ram opsplitsten in Yogyakarta en Surakarta.
Mijn gids deze morgen is Eyang Pandji. Zij is
zeventig jaar oud en spreekt Engels, Frans en
Italiaans.
Eenmaal door de deur stap je in een ommuur
de, andere wereld. In bijna elke hoek vind je
bloemen verpakt in pakketjes van pisangblad
en brandende wierook in potjes van klei. Ik
vraag me af voor wie deze kleine offertjes zijn.
'Elk heilig voorwerp en elke heilige plek wordt
bewaakt door een geest', zegt Eyang Pandji.
Dat is wat de kejawen ons leert. Kejawen is de
traditionele Javaanse leefwijze en hier binnen
de muren van de kraton wordt die nog steeds
beoefend.'
'Is kejawen een religie?' vraag ik.
'Nee, dat is het niet. Iedereen, ongeacht welke
religie, kan kejawen beoefenen. Het is een
oude Javaanse wijsheid die voor de komst van
het hindoeïsme, boeddhisme en de islam naar
Java al bestond.'
Voortekens en symbolen
Terwijl ik met Eyang Pandji rond de binnen
plaats loop, wijst ze me hoe in de bouw van de
kraton de drie religies in vormen en symbolen
zijn weergegeven. De vorm van een lotus in
de kolommen en de top van het dak verte
genwoordigen het boeddhisme, het hoofd
van hindoegod batara kala boven elke ingang
verjaagt de boze geesten, en de vloeiende
lijnen ontleend aan de Arabische kaligrafie,
vertegenwoordigen, net als de groene kleur,
de islam.
In een ander gedeelte van de kraton ontmoet
ik Bapak Wasesawinata. De 82-jarige abdi
dalem zit in kleermakerszit op de marme
ren vloer. Hij luistert naar een lezing uit de
Macapatan. Deze traditionele Javaanse poezie
wordt elke vrijdagmorgen voorgelezen. Ik ga
naast hem zitten.
'Lang voordat de Arabieren en Europeanen
naar Java kwamen en hun religie meenamen,
hadden onze voorouders hun eigen manier
om God te aanbidden. Ook al hebben we
een bepaald geloof omarmd, we zullen deze
Javaanse manier van leven nooit opgeven.'
Bapak Wasesawinata vertelt me dat de
kraton van Yogyakarta zijn eigen wijze heeft
om de leringen van de islam te beoefenen.
Bij elk ritueel wordt bijvoorbeeld Kue Apem
geserveerd, een traditionele cake gemaakt van
suiker en meel, en Kolak Pisang, gestoofde
banaan met siroop van Javaanse suiker en
kokosmelk. Beide gerechten zijn symbolen van
zuiverheid en worden geassocieerd met Ara
bische woorden. Apem met Afwan, dat ver
gifenis vragen betekent, en Kolak met Khalik,
dat God betekent; de Schepper. In elk ritueel
wordt namelijk om Gods genade gevraagd.
Aan het eind van de toer loop ik met Eyang
Pandji naar Gedong Kuning (het gele gebouw)
waar de huidige Sultan Hamengkubuwono X
woont. Daar wil ze me iets vertellen.
'Het was op 30 september 1988. Ik was gids
voor Helmut Kohl en zijn entourage tijdens
het staatsbezoek van Duitsland, toen opeens
vanuit het niets een zwarte kraai overvloog,
een harde kras uitriep en bovenop het dak van
het huis van de Sultan landde. De bondskan
selier schrok en vroeg me wat dit betekende.
Ik vertelde hem dat het een slecht voorteken
was en dat er iemand zou sterven. Twee dagen
later ontvingen we het bericht dat Sultan Ha
mengkubuwono IX was overleden in Washing
ton D.C. In de kejawen leer je hoe je tekens en
symbolen moet interpreteren. Maar ze zijn niet
altijd duidelijk. Soms komen ze in de vorm van
een puzzel.'
Kosmische architectuur
Na de toer verken ik het terrein van de kraton
in mijn eentje. Alle gebouwen zijn gepositio
neerd volgens de filosofie van de eerste sultan
van Yogyakarta, Sultan Hamengkubuwono I.
Hij regeerde van 1755 tot 1792 en staat bekend
als de architect. Hij bouwde de kraton precies
in het centrum van een kosmische lijn die
vanaf de Indische Oceaan in het zuiden zich
uitstrekt tot de berg Merapi in het noorden.
Tussen deze twee heilige punten werd precies
in het midden de kraton gebouwd, geörien-
teerd naar de berg toe.
Om deze kosmische lijn fysiek te markeren, liet
de sultan in 1756 een 25 meter hoog monu
ment bouwen in het Noorden, 2,7 kilometer
vanaf de kraton. Het was een ronde kolom met
een bal op de top genaamd Tugu Golong Gilig.
In 1867 werd het tijdens een aardbeving ver
nietigd. Hollanders restaureerden het in 1889,
maar maakten er een bouwsel van dat meer
aan hun Europese smaak voldeed. Het werd
De Witte Paal genoemd; door de Yogyakarta-
nen Tugu Paal Putih of simpelweg Tugu.
In het Zuiden, eveneens 2,7 kilometer vanaf
de kraton, liet de sultan Panggung Krapyak
bouwen. Het is een rechthoekig gebouw, van
17,6 bij 15 meter en 10 meter hoog. Vanaf het
dak kon hij op herten jagen, want in het mid
den van de 18e eeuw was Yogyakarta omringd
door bos.
De Tugu staat symbool voor het mannelijke
voortplantingsorgaan en Panggung Krapyak
22 MOESSON