THEATER In Het land van toen vertelt muzikante en filmmaakster Amber Nefkens het levensverhaal van haar oma Erna Smith-Broers (98). De voorstelling is luchtig, maar er zit een zwaardere laag onder. Haar oma is lief, inspirerend en pittig. 'Ik voel dat ze veel van mij houdt, hoewel ze dat niet uitspreekt.' DOOR PATRICIA JACOB FOTOGRAFIE AMKE 'Groen is het gras in mijn 'Als kind ging ik het liefst als wajangpop naar het carnaval', zegt Amber Nefkens (31). Tijdens haar universitaire mediastudie schoot ze haar eerste filmpje over Nederlands-Indië. Dit leidde in 2014 tot de veel professionelere film Indië op een bord, waarin ze met haar Indische oma pasteitjes maakt en haar laat vertellen over haar geboorteland. Op 27 oktober is Amber present tijdens de Week van de Koloniale Geschiedenis in Muse um Bronbeek. De Utrechtse filmmaakster en muzikante voert dan Het land van toen op, een voorstelling waarbij ze via filmbeelden, muziek en theater het levensverhaal vertelt van haar oma Erna Smith-Broers (98). Deze dame werd geboren in Semarang en groeide op in een gezin met zeven kinderen. Tijdens de bezetting werd haar vader door Ja panners weggevoerd. Met echtgenoot Richard Smith kreeg ze drie dochters. Van de drie leeft alleen Wilma nog, Ambers moeder. Zij was twee toen het gezin in 1958 naar Nederland kwam en in Arnhem belandde. Tot voor kort woonde Ambers oma met haar man in verpleeghuis Rumah Kita in Wagenin- gen. Maar sinds zijn overlijden woont ze daar alleen. Ze zit niet bij de pakken neer: ze zingt in een koor en schrijft nog steeds verhalen en gedichten. Van sommige stukken heeft Amber liedjes geschreven die ze in haar voorstelling zingt. Haar oma maakt nog regelmatig Indi sche snacks, zoals frikadel djagoeng. Ze vindt dat je bezig moet blijven, immers: 'Waterplan ten verwelken in stilstaand water, maar blijven bloeien in stromend water.' Was u in Indië ook zo actief? Oma: 'Natuurlijk. Ik heb algebra aan een Chi nese jongen gegeven en gewerkt als kassier bij een bank. Tijdens de bezetting verkocht mijn moeder pasteitjes. Ik verkocht ontbijt koek, samen met mijn broertje en zusje. Dat handeltje liep zo goed dat ik overwoog ooit een ontbijtkoekfabriek te openen. In Holland spraken mijn man en ik af dat degene die het OKTOBER 41

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2019 | | pagina 41