INDONESIË
«•••••ff
Ali loopt met me mee naar de lange gaanderij
die de moskee omcirkelt. Hij is twee meter
breed met kleurige vloertegels een hoog
plafond met geometrische motieven en glas-
in-lood ramen.
'Al deze ramen komen uit Nederland', vertelt
Ali. 'Sommige glaasjes zijn gebroken en die
kunnen we maar heel lastig vervangen', zegt
hij. Het gaat hem zichtbaar aan het hart.
Je kunt het misschien ironisch noemen dat dit
enorme monument dat in 1906 voor meer dan
een miljoen gulden is gebouwd met geld van
de sultan, de Deli maatschappij en Tjong A Fie,
nu problemen heeft om de kleinste ruitjes van
het glas-in-lood te vervangen.
Ik loop naar de begraafplaats achter de
moskee, waar ik de graven ontdek van de
koninklijke familie. Mijn oog valt op het graf
van Catharina Johanna Cornelia Haberham
Sunkar. De inscriptie op de grafsteen is in het
Nederlands. Zij was een Amsterdamse vrouw,
getrouwd met een familielid van de sultan,
Datuk Sjarifoel Azaz Haberham. Ze is de enige
niet-Maleisische persoon die hier begraven
ligt. Haar graf vertelt mij hoe het sultanaat
open stond voor diversiteit. In de schemertijd
zie ik mensen zich haasten naar de moskee
in 1884 om de godin Mariamman te aanbid
den. Zij is de belangrijkste Tamil moedergodin.
Achter het hek heerst een verrassende rust,
iets wat je niet zou verwachten in het drukke
centrum van een stad. Binnen de centrale hal,
vol kleurige beelden van mythische figuren,
zitten mensen in kleermakerszit. Ze plaatsen
hun handpalmen tegen elkaar voor hun borst
en prevelen hun gebeden.
Ik breng een heerlijke vredige 45 minuten door
in de tempel en ga dan op weg naar een ander
gebouw uit de gloriedagen van het sultanaat
Deli: de Masjid Raya Al Mashun. De grote
koninklijke moskee ligt niet ver van het paleis.
Het is gebouwd in eclectische stijl met Arabi
sche, Maleisische en Europese elementen. Mijn
gids is Ali Imran, hij is tevens verantwoordelijk
voor het onderhoud van de moskee. Als ik
samen met hem onder de grote koepel sta,
precies onder de kroonluchter, ontdek ik de
geometrische symbolen, geschilderd op het
hoge plafond van de moskee.
'Hier kun je bijvoorbeeld een davidsster vin
den', wijst Ali naar het plafond. 'Deze moskee
is ontworpen door de Hollanders. Ik denk niet
dat ze de ster gebruikten als een joods sym
bool, maar meer omdat ze de geometrie ervan
prachtig vonden.'
om gehoor te geven aan de adzan, de oproep
tot gebed. Het zal niet lang duren voordat de
moskee gevuld zal zijn.
Ik verlaat de moskee voor de Chinese Taoïs-
tische tempel Gunung Timur om de mensen
te kunnen zien bidden op Oudjaarsavond. De
tempel is gebouwd richting de Babura rivier;
volgens de Feng Shui brengt dit geluk en
voorspoed voor de mensen die de tempel be
zoeken. Die avond is de tempel prachtig ver
licht door rode lantaarns en kaarsen. Wanneer
ik binnenstap verbaas ik me erover dat het vrij
rustig is. Ik denk dat de meeste mensen toch
Nieuwjaar in familiekring willen vieren. De
mensen die zich wel in de tempel bevinden,
bidden voor zichzelf en voor hun voorouders.
Het is nacht en ik beslis om één van de vele
eetstalletjes in Chinatown uit te proberen.
Terwijl ik geniet van mijn geroosterde eend
met jus, ruik ik de geur van een heerlijke curry
van het eetstalletje links van mij, en van rechts
komt de geur van een warung met traditio
nele Soto Medan. Alle aroma's komen op dat
moment samen. 'Welkom in Medan', zeg ik
tegen mezelf.
ïsstf
NOVEMBER23