PIEKERAN
In de jaren vijftig, zestig, zeventig en tachtig
waren Indische Nederlanders op zichzelf aangewezen
wanneer het ging om het vastleggen van hun
verhalen, hun ervaringen en hun cultuur.
De motor achter de Indo-beweging was schrijver en acti
vist Tjalie Robinson. Tjalie probeerde de trots om jezelf te
kunnen en mogen zijn te verspreiden onder zijn gemeen
schap, die door zijn koloniale imprint allereerst de neiging
had om zich te conformeren. 'Er was maar één leus',
schrijft hij, 'vergeet en assimileer. En vele Indischgasten
meenden dat dit ook maar moest. En kon. En voelden
ergens vaag dat dit onmogelijk was.'
Er werd een tijdschrift opgezet, geheel gevuld door Indi
sche mensen zelf waarin zij hun levensverhalen, geschie
denis en migratie-ervaringen optekenden. Je hebt dat
blad nu in je handen. Er werd een groot jaarlijks festival
georganiseerd om het tijdschrift te sponsoren; culturele
ondernemingen avant la lettre voor en door Indische
mensen zelf. Het was een strijd van dubbeltjes en kwartjes
gevoed door wilskracht en doorzettingsvermogen van
vrijwilligers die beseften hoe belangrijk deze missie was.
Het is met de ogen van nu, bijna 65 jaar later, dat je pas
kunt zien wat voor een enorme prestatie dit is geweest.
Als Indische migrant had je in ieder geval je trots niet
verloren; je hoefde niet te bedelen. Want: 'What honour is
left to us when we have to take orders from a handful of
traders who have not yet learned to wash their bottoms.'*
Maar het was niet alleen ten gunste van zijn eigen bv's
dat Tjalie ondernemerschap predikte, het was om zijn
gemeenschap vrij te maken van koloniale denkpatronen
en gedrag. 'Alleen wie durft te ondernemen blijft een vrij
mens', schreef hij in 1974.
Ondernemerschap was voor hem essentieel, een levens
filosofie, en daarom verwerkte hij het in het motto van
zijn tijdschrift: Trouw, Branie, Ondernemend. Net als in de
zwarte burgerrechtenbeweging in de VS die diezelfde tijd
speelde, zag Tjalie het ondernemerschap als de sleutel
tot de opwaartse mobiliteit van zijn mensen; om uit hun
traditioneel serviele positie te komen, om hun hersens te
dekoloniseren, zeggen we nu. Geen black entrepreneur
ship, maar bruin ondernemerschap. Niet 'We Buy Black!',
maar 'We Buy Brown!'
En net als bij zwart ondernemerschap, had Indisch
ondernemerschap ook een sociale missie: 'We hebben
vroeger immers gezegd dat Tong Tong nooit winsten
zou maken en alles zou gebruiken voor opbouw van een
historisch en cultureel verantwoord zelfbewustzijn. We
do just that.' (15 december 1960)'
Op dit moment zullen er vast mensen zijn die onder
de tafel liggen van het lachen als ik een vergelijking
maak met de Black Civil Rights Movement van de jaren
zestig. Die zich doodlachen als ik een vergelijking maak
met Martin Luther King en Malcolm X. Waarom? Staan
slavernij en racisme nu echt zoveel verder weg van de
Indische gemeenschap? 'Kijk in de spiegel en zie uzelf',
zou Frits Dahler hebben geantwoord. Maar liever dan
paralellen met de VS te zoeken, wil Nederland denken
dat Indië een soort Tropisch Holland was. Provinciaal,
dan kunnen we het makkelijk begrijpen. En liever dan in
bruine man Tjalie Robinson een leider met een vooruit
ziende blik te zien, willen sommige wetenschappers hem
na zijn dood de baas zijn en alsnog smal en klein maken.
Da's helemaal niet zo'n prestatie hoor. Want Tjalie heeft
nooit geclaimd dat hij groots of perfect was; in tegen
deel zelfs.
En waarom zou hij zich niet hebben laten inspireren door
de zwarte burgerrechtenbeweging? Luister: het is veel
geloofwaardiger dat hij dat wél, dan niet heeft gedaan.
Tjalie woonde met zijn gezin immers in de VS tijdens de
Mars naar Washington (28 augustus 1963) en tijdens de
moord op Malcolm X (21 februari 1965). We weten dat hij
zich interesseerde in de zwarte burgerrechtenbeweging
omdat hij er destijds zelf over schreef in Tong Tong:
Dezer dagen volgde ik zo'n forum [op de Amerikaan
se tv; MvA] waarin het 'blank-zwarte' huwelijk werd
besproken met 4 echtparen van blanke mannen met
donkere vrouwen en omgekeerd. Pas bij zo'n forum
begrijp je goed hoe ontzettend veel er aan zo'n meng-
huwelijk vastzit; hoe wanhopig groot de barrière is
van veroordelingen en hoe tragisch onbekend de vele
uitmuntende kanten aan zo'n huwelijk. Het echtpaar
dat een menghuwelijk aangaat stort zich a.h.w. in een
veldslag voor het leven tegen een overgrote majoriteit.
Wij kennen die vraag uit ons eigen leven ook: 'Zou
je je dochter willen laten trouwen met een Inlander?'
Of in Hollandse kringen: 'Zou je je dochter willen laten
trouwen met een Indo?'
DECEMBER 41