fietsen.
Ik en Bentiet»
HEIMWEE.
SATEE PIKANT
PICK-UP
s1 Ecx»k op
S3k IXS'™po»« ""f
wL U I» ,Sjltnn0gHÏÏ:
:;i '~l
S„T,Ï» «r» op m li.,, van rtn bro.r.
Op een dag ik ontmoet Si Bentiet achter de Soedi
Mampir.
Hij zeg: „Howgh!"
HijZzeg:"HwTe9hzijt gij, Grote Onbekende?"
Ik zeg: „Winnetou!"
dTopperhcof der Apachen!;,
Hij zeg: „Vrede met U. Ik ben Kara-ben-Nemsi.
Tk zeer „Kara-ben-Nemsi wie!
Hij zeg: „Kara-ben-Nemsi Leidelmeyer - di sem-
oèh - De Chel uit het Avondland!
fk zeq- Howgh! Wat voert U op mijn, weg.
Hij zeg: „Ik voert niks uit. Ik zoeken filmplaatjes
van Harry Carey als ister. vriend Gf
Ik zeg: „Aseesee. Ik doe mee. Z-ijt g j
vijand!"
Ik'zegf „WaaHool" ahljTkloppaVtij. Roken vredes
pijp maar!
Hij zeg: „Jij heb rokoi
Tk rea Isterniet. Maar één sen ister!
!Ïij zeg:"„]o, kopen Tjap Gadja. Kètèngan; een sen
twee!"
ÏÏij^g/^Tsoedah. Indiaan Indo maar gewoon."
Ik zeg .Ha-a. Kopen Tjap Gadjah waar
Hii zeo- Bij Si Djoefrie. Om soon tijt altijt ngan-
toek die "ten. Misschien maar ik ken stelen een
pak. Foorberen, jo?!
Ik zeg: „Aseesee!"
En toen wij haan naar Djoefrie. En Djoefrie klein
2,n ogen eli hij seh sloom: „Maoe apa n,o?
van de srik. Maar Djoefrie hij maf. En toen J
maar vredespijp tot poesing. Al.
TJALIE ROBINSON.
In dit nummer staat een kleine beschouwing over
de Golden Rock steelband. Deze band beeft
Holland opnamen 9^akt v^r ^°moedeliik
S dV°XZal op de mirS: Ga ze eens horen.
Vergeet Bellafonte's gedisciplineerde versie, en
luister eens naar authentieke Caraibische muziek,
op oorspronkelijke in,,rn»en,... Vi.rf.
(krontjong en gamelan op Europese leest) heeft
enige tijd ^terug composities geschreven mopdrach
van een gramofoonplatenmaatschappij. Wanneer
die in de zwarte schijf gegroefd zullen zijn is
met geen mogelijkheid te zeggen. Alleen dit. Let
er op. Het is de moeite waard.
Mm on<«« kreeg«n fiets re «de
op de liets naar school!
qereisd, over bergen, hoger dan de Smeroe; land*°
gezien en steden die véél en veel mooier zijn dan
Tosari of Garoet, of welke plaats op java dan
ook.
Waar zal ik sterven? Waar zal mijn 9raf zii°
Ergens in Parijs? Dicht bij de Onbekende Soldaat
Ergens in Rome, de Eeuwige stad? Ergens op e
schone Capri, vlak bij de Blauwe Grot?
Wie zal het zeggen? Ik weet het niet. Ik b«
oud en moe en stram van leden en der dagen za
Maar wat er nog steeds in mij jong en leeft,
groot, levendig, en dat nooit sterven za dat s
miin verlanqen, groot en intens, om eens nog te
mógen wederkeren naar Java, mijn geboorteland^
Nog eenmaal te mogen dwalen door d<i bossen
vol geheimzinnige geluiden, waar ae tijger
en de vogels hoog in de bomen kwetteren.
Waar de bergen rijzen vol majesteit. Nog eenmaal
7e branding aan Java's zuidkust te mogen horen
bulderen, dag en nacht door.
Ja, daar wil ik sterven, daar wil ik begraven zijn,
aan de voet van de waringin, of onder de ke
moenSgboom, die trouw zijn bloesems op mijn
graf zal strooien.
Misschien dat mijn moeder Warisah, en mBok
en Idris de staljongen vanuit die verre hoge h
melen dan een melattibloem naar mijn graf zullen
zenden
Wie weet... ons aller God is immers zo goed
en barmhartig AM -V.
Wat een vooruitgang!!
Toen mijn zuster geslaagd was voor °«derw',ze-
res (1913) kreeg ze van mijn ouders een fiets.
verloofde mocht leren fietsen, werd het nujn hefste
wens om zélf een fiets te bezitten. Ik was zo dol
op fietsen, dat ik zelfs de fiets van de dienstdoende
politie-agent op de hoek van onze straat ter Reu
vroeg, om een blokje om te rijden. De pedalen
hadden geen rubber stukjes, maar scherpe tandjes
die mijn blote voeten pijn deden, maar dat voelde
ik nauwelijks, als ik reed En die ?oedl^ "°P^S
had er zelf schik in, dat die „non op een heren
fiets kon rijden!
Toen ik slaagde voor het toelatingsexamen van
de H.B.S.. werd mijn hartewens vervuW, en kreeg
fk een fiets als beloning. Wat heb ik van die
fiets genoten! Maar niet ik alleen. Verschdlende
meisjes heb ik erop leren fietsen, en toen mijn
ffbeste vriendin", Jetje Rothe. ook een fiets kreeg,
qinqen we iedere zondag erop uit.. Ze had een
tÓnte in Wonokromo, ook hadden we een school
vriendin iets buiten de stad, op Gedangan, voorbiJ
Wonokromo en Waroe wonen. Daar gingen we
vaak naar toe en bleven er de hele zondag, om
dan 's middags weer naar huis te gaan.
We waren ook dol op dansen, want bij die vrien
dinnen werd er lustig op gramofoonmuziek ge
danst, en leerden we elkaar de nieuwste dans
passen. In die tijd dansten we de step (one-step
en two-step), foxtrot en Weense wals. Figuren:
fknikken" (1, of 3 x achter elkaar) „z.g-zag
„sterrenkijken'
Als we de dag in Wonokromo doorbrachten,
qinqen we ook vaak wandelen naar de kali Bran-
tas, ^lie daar heel mooi breed is Er waren altijd
wel prauwen, die ze aan het laden of lossen wa
ren met zand, bakstenen e.d., of die stroom p
waarts voortgeboomd werden of door mannen met
een touw voortgetrokken. Vaak vroegen we of
we meemochten. We gingen dan stroomopwaarts
mee tot Goenoengsari. Bij de schutsluizen aldaar
gfngen we er weer af en, als we geluk hadden
met een andere prauw weer terug. Als we.pech
hadden, moesten we teruglopen naar Wono
kromo maar dan „deden we meteen aan plant
kunde" en zochten in de onbebouwde velden langs
de weg naar mooi gevormde bladeren, bloemen
en vruchten, en groeven planten uit voor de plant-
kundeles van maandag.
Als we naar Waroe of Gedangan fietsten, pas
seerden we suikerriettuinen. Wat hebben wedaar
vaak suikerrietstengels gestolen! Nooit smaakte de
teboe lekkerder dan daar! INTV£LD
's-Gravenhage, 3 februari 1958.
Aan
Het Bestuur van de Stichting „Onze Brug
te 's-Gravenhage.
Geacht Bestuur,
Uit het oktobernummer (8) van „Onze Brug ver
nam ik tot mijn grote vreugde en genoegdoening,
dat er een „fonds" zal worden gevormd voor een
eigen onafhankelijke pers ten behoeve vani de In
dische Nederlanders. De naam zal zijn: „TJALIE
ROBINSON FONDS".
Tot mijn steeds grotere teleurstelling mocht ik uit
de nadere nummers van „Onze Brug over it
Fonds echter niets naders vernemen.
Het zal doodjammer zijn, indien zulks het gevolg
is van de lauwheid zijdens mijn mede-lezers en
van mijn medelotgenoten uit Indonesië.
Laat ons toch "waarlijk en klaar beseffen, dat wij
ONZE BELANGEN het best kunnen dienen door
EEN EIGEN VRIJE PERS. Hoe anders zal „on
ze stem" gehoord kunnen worden! Houdt UW
EIGEN BELANG voor ogen!
Is wellicht de Fondsvorming door SPAREN bij
de lezers en de andere belangstellenden in minder
goede aarde gevallen? Dit lijkt mij het waarschijn
lijkst, want het sparen ligt ons, Indische Neder
landers, niet in het bloed.
Ik wil dan ook voorstellen om het „TJALIE RO
BINSON FONDS" te vormen uit DONATIES
en wil daarmede beginnen.
Ingesloten mijn eerste steentje (steuntje) in de
vorm van een bankbiljet van f 10,- Nederlandse
courant, waarvan ik Uw Bestuur de goede ont
vangst toewens. Zodra ik weer over een losse
grijpstuiver beschik, zal ik het Fonds niet vergeten,
want ikzelf besef ten volle de waarde van een
eigen pers.
„Onze Brug" alle goeds toewensend, teken ik
Hoogachtend,
HACHAEL.
Noot van de redaktie.
Wij zijn de geachte inzender voor zijn suggestie
zeer erkentelijk en geven haar langs deze weg
door aan onze lezers.
Met de financiële bijdrage van inzender wordt de
lijst van donaties geopend. Wij hopen m ons vol
gend nummer een lange lijst van mede-donateurs
te kunnen melden.
Uiteraard zullen wij nader te™g„kTomen op doelen
strekking van het TJALIE ROBINSON-FONDS
en deze in „Onze Brug" uitvoeriger bespreken
dan in het nummer 8 van ons orgaan is geschied.
DE REDAKTIE.
Satee is zo'n lekker pikant gerecht, waar je
nog maar weinig bij nodig hebt, hoogstens wat
rawit. Maar er is een methode om het vlees nog
croquanter te maken en nog meer goenh. Die
methode kan je leren in kampoeng Lagora er
gens in Nieuw Guinea. Daar pruimen ze tabak
terwijl ze satee bakaren and every now and
then spuwt de kok een straaltje tabakssap over zijn
sa(ee(Avontuur van een marine-man).
„Tong Tong" heeft uw belangstelling nodig.
Uw belangstellingsfeer heeft „Tong Tong"
nodig.