Rijkdom maakt vele rijken dom en dommen rijk
MAATJE WICHERS f
2
Lezers, werft lezers!
EEN MOEDER GING HEEN.
In tijden van beroering komen gelukkig altijd fi
guren naar voren, die een hart hebben zo liefheb
bend, warm en sterk, dat zij de zee van leed in
een mensenkind kunnen dempen,
Zo'n vrouw was Maatje Wichers. Haar werk als
moeder van het jeugd-opvangcentrum in Scheve-
ningen was weinig spectaculair en uiterlijk onbe
langrijk, als minuscuul onderdeel van het grote
opvangwerk van gerepatrieerden in Nederland. Het
geschiedde in de beslotenheid van enige vertrek
ken en och, vaak ook te weinig begrepen. Immers
wij stellen grenzen, waarbuiten men zich niet be
hoort te begeven. Maatje Wichers was een vrouw
die binnen deze eng gestelde regels niet leven kon
en, misschien juist daardoor, heeft kunnen zijn
wat ze was.
Ik heb ze zien komen, honderden en honderden
jongeren, jongens en meisjes, kinderen van wie de
ouders achterbleven in Indonesië, halfwezen en
wezen, die hun ouders nooit gekend hadden, zwer
vers soms, die hadden geslapen op passers en in
wachthuisjes, allen de grote reis alleen makend.
Er waren er bij van 5 jaar en sterken van 20
jaar, een bonte mengeling van karakters van ve
lerlei hoop en verlangens.
Ik zie nog die bonte rij, jaar in jaar uit, in de
kleine hal van het huis, zojuist aangekomen,
vreemd gedoken in hun jasjes, met grote dassen
met hun boengkoesans, krandjangs, dozen en em
mers, bijeenhokkend onwennig en verward nog
van de' duizend indrukken uit het nieuwe land. En
dan zagen ze Maatje en wist ieder meteen: hier
zijn we thuis. En als het heimwee iemand te mach
tig werd, wist Maatje weer moed in te spreken.
Een weldadige koestering ging van haar uit.
Neen, Maatje was geen Indisch meisje. Maar ze
heeft wel lang in de tropen geleefd en zijn be
woners leren liefhebben. Zij heeft mij vaak zitten
vertellen hoe ze als ..njonja van de besaran" veel
om haar heen heeft kunnen doen voor de aller
armsten. En daar heeft ze de ongesproken taal
van het hart geleerd, de eenvoudigen leren begrij
pen en daardoor heeft ze kunnen zijn de moeder
voor onze alleenstaande jongeren.
En als na enkele weken verblijf in het tehuis, de
één na de ander afscheid moest nemen om naar
het pleeggezin te vertrekken, dan waren ze inner
lijk gesterkt. Wat Maatje hen allen aan blijdschap
en kracht gegeven heeft om het hun makkelijker
te maken in het nieuwe gezin, weten maar enkele
ingewijden.
En dan was er geen meisje dat niet schreide en
ook menig jongeman kon zich niet goed houden.
Het was het afscheid van hun moeder.
En ik heb ze zien terugkomen met de weekenden,
de dure reis betalend van hun weinige zakcentjes
om naar haar te komen kijken, met een oleh2
meestal. En dan met Moederdag en met de feest
dagen! Wat een kaarten, die getuigden van mee
leven. Dat was Maatjes beloning.
En nu is ze naar Huis. Ze heeft geduldig en moe
dig geleden. En ze stierf in haar God.
Maar ze blijft leven in de harten van die vele
honderden, die bij aankomst in het nieuwe land
zo'n begrijpend en warm kloppend hart ontmoetten.
Het liefdevolle hart van Maatje Wichers..
H. Bar.
DE OUDE SPATHODEA.
Wat is er, boom, met jouw gebeurd?
Wie heeft je armen zo verwrongen,
De kleren van je lijf gescheurd
En nagels in je voet gedrongen?
Wie sloeg je gave, banke huid
Met builenpest en rotte wonden
En zoog het fijne merg uit
je been met duizend felle monden
En toch, gehavend en verminkt,
door niet nalatend leed geschonden
de vogel in je takken zingt,
de bloesem oin je hoofd gewonden.
Als ik dit zeg dan geloof ik niet dat ik erg ver
bezijden de waarheid ben na een ervaring die ik
onlangs heb opgedaan. Erg energiek ben ik van
huis uit nooit geweest, maar toen ik minister Klompé
door de radio over woonruimte hoorde pleiten
voor onze repatrianten, overtrof ik mezelf in ener
gie en begon terstond met een aantal slappe hapjes
uit verschillende dagbladen door te slikken, totdat
mijn ogen zich vastzogen aan een advertentie waar
in een woning met tien kamers werd aangeboden
voor een woning met vier kamers, gedeeltelijke
meubelovername was echter vereist.
Nou ja, redeneerde ik, dat geld schiet de gemeente
wel voor, waar is die instantie anders goed voor?
Ik schreef wachtte af, hoorde of zag niets en
waande de adverteerder al goed en wel onder de
graszoden toen ik werd opgebeld en gelijk werd
uitgenodigd het pand te bezichtigen. O.K. Nooit te
lang! Waar het was, wist ik slechts van adres, de
plaats, de ligging waren me totaal onbekend, on
danks mijn vijf jaren Amsterdam, bij vergissing
uiteraard. Ik nam een taxi, kai jawjaw!
De entree was adembenemend, niet van schoonheid
of overtroffen verwachting maar van het trappen
klimmen. Nou ja, klimmen moet je toch in dit
leven. En onze repatrianten zullen vroeg of laat
aan klimmen moeten beginnen. Daarin zag ik geen
moeilijkheden. MAAR
Na een gesprek van koud tien minuten wist ik
waarom het de adverteerder te doen was. Ik had
natuurlijk eerst het huis bekeken. Men gaat toch
geen kat in de zak kopen? Als ik gekocht had, zou
ik geen kat maar een rat gekocht hebben. Enfin
deuren, deuren, trappen, trappen, twee kamers de
rest waren hokjes. Verder had ik de overtuiging
dat als ik op rolschaatsen in een der achterkamers
zou gaan staan, ik niets behoefde te doen om
dwars door de boardmuur heen in de voorkamer
te rollen. Zo scheef stond het pand.
Allemaal niet erg, woonruimte is woonruimte, hoe
scheef ook. Vijf jaren zal het nog wel overeind
staan daarna zullen de repatrianten natuuurlijk
mijn idealistische berekeningen wel allemaal een
eigen huisje hebben en dan kan de boel daar wa:
mij betreft in elkaar diggelen. Er viel met hulp
van de gemeente heus wel iets aardigs te maken.
In mijn verbeelding zag ik al gerepatrieerden door
het huis gaan, kinderen die langs de trapleuningen
naar beneden glijden, boze mama's die het hen
verbieden en de stille pret die ik zou hebben van
hun kinderlijke stoutigheden. LEVEN moest er in
STICHTING „ONZE BRUG"
gevestigd te 's-Gravenhage
Alg. Voorzitter: A. G. de Grave-Terwogt
Secretaris: H. Bar
Penningmeester: R. A. L. Severijns
Kashouder: W. E. Samson, Van Swieten-
straat 76/78
Commissaris: H. Ch. L. Lammerding
Redactie TONG-TONG: Tjalie Robinson
Adiminstratie TONG-TONG: A. G. de
Grave-Terwogt
Red.- en Adm.-adres TONG-TONG: Frank-
linstraat 106, Den Haag.
Tel. 63.77.86
Postgiro: 6685
Juridisch adviseur: Mr. L. R. A. van Beem
Commissarissen van de Stichting
„Onze Brug" in Nieuw Guinea
H. Brandenburg v. d. Gronden, Noordwijk
-HOLLANDIA
G. L. E. Godijn, SORONG
Voor copy, abonnementen en advertenties
in Nieuw Guinea wende men zich tot bo
vengenoemde personen en adressen.
dat huis komen en veel ook. Hoe meer leven hoe
meer vreugd, zegt men toch?
Toen mijn gedachten zo op de loop gingen en ik
een vraag stelde hoorde ik iets dat me met een
ferme boerenknuistslag uit de droom hiel. De prijs
voor de gedeeltelijke meubelovername was te gek,
te exhorbitant. Te TE. Ik zou tien jaar lang in het
krijt zitten bij de gemeente en het pand zou naar
mijn overtuiging slechts vijf jaar overeind staan.
Schoft! Schoft! Ja? Ik moest vooral niet vergeten,
dat de adverteerder absoluut niet genoodzaakt was
zijn pand te verlaten. Oh neen! Dat was het niet.
Het ging hem niet zozeer om de woningruil hoor!
Het was hem te doen om de financiële kant van
de ruil! Bovendien bood hij niet alleen „prima
woonruimte" maar ook een zekere goodwill, die
ik echter nergens uit kon opmaken. Nou ja hou' je
maar knettergek Agnes! Je naam zegt het trou
wens: onschuld. Enfin er werd gesproken en ge
sproken. Dat wil zeggen hij sprak, ik luisterde, iets
nieuws van mij overigens.
Omdat ik luisterde weet ik nu dat ik met een op
portunist van het onschuldige genre te doen had.
Van het onschuldige genre dank zij zijn domheid,
die ik meen te mogen opmaken uit zijn woordkeus,
zijn lompe onhandige manier van doen. Hij is te
bot en te direct om aanspraak te kunnen maken op
het compliment, een goede zakenman te zijn, dat
ik hem gaarne had gemaakt, ook al was hij dan
een opportunist. Hij had nog een pension met
dertig bedden en ook dat zou hij van de hand
willen doen, ik kon tien procent krijgen als ik
het klaar speelde het over te nemen voor de
gemeente. Hoe hij aan dit verrassende voorstel
kwam vernam ik een paar dagen later via de te
lefoon, toen hij me vertelde de indruk te hebben
dat ik van gemeentewege op zoek was naar woon
ruimte voor gerepatrieerden. Oh, sufferd! Dacht
ik. Hoe heb je nou uit m'n saaie geitegezicht een
energiek gemeenteambtenares kunnen halen? Hoe
mogelijkheid? Een mens ken wat mitmaok'n!
Wat me eigenlijk tot het schrijven hiervan bracht
is wel de in-geniepige manier waarop misbruik
wordt gemaakt van de nood van andere mensen.
Ik schrijf MISbruik niet GEbruik. We zaten te
praten onder het kruisbeeld van Christus, dat aan
een der wanden van de huiskamer hing als een
aanfluiting van het Christendom, vind ik. Ik ben
niet overgevoelig, ben geen Weltschmerz-Iijdster,
maar dit vind ik kortgezegd schunnig. Was er
nou een goed rijk mens, dan zou die dom genoeg
zijn hem na wat getawar een prijs te betalen, die
veel te hoog ligt, al was het dan alleen maar om
dat er geen keus is. De andere partij zou er rijker
op geworden zijn en hoe!
Agnes Waterman.
„TJALIE ROBINSON FONDS"
Voor het Tjalie Robinson Fonds zijn nog de vol
gende donaties binnengekomen:
ITachael f 10,
A. Elberg f 14,
H. Boedart f 2,50
E. v. Hout-Intveld f 10,.
R. Nopi f 5.
Ter inlichting van nieuwe abonne's: dit fonds is
een garantiefonds, dat beoogt: a. consolidering van
het bestaan van Tong-Tong in zijn moeilijke be
gintijd; b. uitbreiding van het blad naarmate het
abonné-aantal groeit; c. heeft het blad eenmaal zijn
vaste plaats in de maatschappij, dan streeft het
fonds naar stimulering van specifieke culturele
waarden van de Indische groep i.d. vorm van het
verstrekken van studiebeurzen aan talentvolle jon
geren en verder het aanmoedigen van studie va«
Indische historie.
(Bestuur „Onze Brug")