INDO'S IN DEN VREEMDE Bij de Stierenvechters in Méjanes (Brief uit Les Baux) Les Baux 8 oktober Olé, Ik schrijf jullie nou pas omdat er niets te vertellen was in dit afschuwelijk brok antiek Romeins, Go tisch, Romaans (en alles wat daarna komt), 350 meter boven de zeespiegel in de rotsen en mistral, op het eindpunt van een weg die zich door het land van Van Gogh slingert, naar het eindpunt dat zich Les Baux noemt. Het is hier als je uit de mistral zit heerlijk warm maar als je erin zit rotkoud. Les Baux is zuiver een touristenplaatsje. In het kleinste krot vind je minstens één rek met prentbriefkaarten, embleempjes etc. etc. Als de laatste auto of bus met touristen is ver trokken gaat ,,brak!" alles dicht en kan je niets meer eten, drinken of kopen. Je kan overdag eigen lijk niks kopen want alles is zo duur (als het er tenminste is) en je hebt zo weinig keus dat je liever naar St. Rémy gaat liften om wat te kopen of te zien. De kerels hier zien er een beetje verwijfd uit vind ik. Met het pikzwarte golvend haar glimmend van de olijfolie. Bakkebaarden en Errol Flynn-snorre- tjes bij de vleet, mooi gekleurde pakjes, broekjes lekker gespannen met pijpen zo smal als de broek van Pandit Nehroe. De meesten dragen hier truien met hoge halzen. Ze zitten de hele dag te niksen op een café terrasje en spreken over de corrida de toros. Deze corrida's vinden op het ogenblik over al plaats hier in Zuid-Frankrijk. Ze zijn nu bezig met de halve finales. 20 okt. vinden de finales plaats in de grote (oud Romeinse) arena in Arles. Je hebt hier twee soorten corrida. Waar de stier gedood wordt en waar hij niet gedood wordt. De laatste is een cours libre. Maar daar is niks aan. Maar ik heb een corrida de toros gezien. Gister. In Méjanes. Fantastisch. Geweldig. Grandioos. Om nooit te vergeten. Ik ga volgend jaar beslist naar Spanje en ga daar niets anders doen als kijken naar stierengevechten. Volgende week heb je in Mar seille de grote Chamaco en Dominguin. Maar nu even wat van de corrida de toros in Mé janes. Méjanes is alleen maar een arena met de erbij behorende en niet te vergeten BAR RES TAURANT CAFE DANCING in aan en uit floe pende letters en schreeuwende kleuren. De arena staat midden in de rijstvelden. In de hele Provence groeit geloof ik niks anders dan druiven, olijven en rijst. Velden vol met rijst. Het is een heel kleine arena en het ziet er lekker boebrak uit. Tegenover de eretribune waar de pre sident van het hele spul en genodigden zitten, zit een kleine band van Fransen die op oude en ge butste trompetten, saxen enz. Spaanse sjukjes spelen. Maar dan zo lekker vals af en toe dat men er hartelijk om lacht. Ze waren werkelijk lèèèsker gekleed. Sommigen alleen maar in singlet (met broek natuurlijk)Ook hadden ze allerlei hoofd deksels op. Van prachtige petten en alpino's tot zakdoeken in de hoeken geknoopt. Dit alles' vond ik al zo fijn dat het de 600 francs die ik voor de entree had betaald al waard was. De goedkoopste rang van 400 fr. was stampend vol. Alles was ont zettend vrolijk. Plotseling werd de Marseillaise lek ker vals gespeeld. De hele arena stond als één man op. Na het eerste couplet dat gewoon ge speeld werd werd de rest van het volkslied in passo doble stijl uitgespeeld. Dit klonk heel raar en we lachten ons dan ook rot. Toen opeens klonk er van de pres. tribune een afschuwelijk schor en vals ge toeter uit een trompet. (Een geluid als van zo'n toetertje van papier dat je overal in Djakarta kan kopen.) Deze kerel kondigde het begin van de corrida aan. Hij werd voor deze grandioze solo door het publiek uitgefloten, uitgelachen en ge schreeuwd dat was niet mooi meer. Eerst kwamen twee dames op paarden de arena in. Net als man nen gekleed en met grote sombrero's op. Hierachter kwamen de toreros. Heel fier kwamen ze binnen. Daar achter de helpers, dan de picador en dan twee geweldige boereknollen voor het weg slepen van de stier als het met hem gedaan was. De kleuren van de pakjes die deze hele troep aan had zijn niet voor te stellen. Knalblauw, gifgroen, goudgeel, pimpelpaars. Boekan maèn werkelijk. En dit is dan nog volgeborduurd met gouddraad en de toreros hebben ook nog stukken glas (het kun nen ook edelstenen zijn) erop geborduurd. Dus het is ook nog een behoorlijk geflikker en geflonker. Na het ritueel van het gooien en aanreiken van de speciale muietas (de rode doek) voor de presiden ten tribune, klonk er weer een vals getoeter (weer gevolgd door gebrul). Het feest kon beginnen. Iedereen die niets te maken had in de arena, rende eruit, en de torero en zijn helpers stelden zich vei lig achter de schutting. Opnieuw vals getoeter en opnieuw gehoon. Toen werden de deuren geopend en een prachtige massa spieren kwam snuivend en af en toe zacht brullend de arena binnenrennen. In het midden bleef hij plotseling staan en knipperde met de kleine oogjes tegen de zon. (Van een Fransman naast ons hoor den we dat die beesten drie dagen in het donker worden gehouden.) De schutting die om de hele arena heenloopt wordt viermaal onderbroken en voor die opening staat dan weer een stuk schutting iets groter dan de opening. Hieruit kwamen de banderillados (de knechtjes). Zij heten zo omdat ze meestal ook de banderillados plaatsen. Deze luitjes hadden capa's. Een capa is een muleta in andere kleuren. N.l. stroop soesoe rose en vies geel. Een stuk of tien van deze ban derillados gingen toen die stier pesten, moe maken. Met de capa fladderen en als de stier dan kwam aanrennen vlogen ze achter de veilige schutting. En keer haalde zo'n kerel de schutting niet meer en sprong toen maar in doodsangst erover. Er werd voor deze krachttoer flink geapplaudiseerd. Even daarna werd er ééntje vlak voor zo'n poor tje op de horens genomen. De arme viel als een blok neer. Onmiddellijk schoten de anderen toe en begonnen het beest af te leiden. De kerel werd de arena uitgepiekeld. Daarna werd er weer vals ge kreund en de piccador kwam binnen. Deze vent zit op een paard, en brengt met een lans de stier de eerste verwonding toe. Het paard waarop hij zit is geblinddoekt en is met tijken omhangen. Hij zelf heeft ijzeren kaplaarzen aan. De knechtjes drijven zo'n beetje de stier in de richting van de piccador en als de stier dan aanvalt wordt hij op een afstand gehouden door de lans, die de piccador in de bult van de schouders steekt. Na ongeveer drie behoorlijke steken gaat hij onder vals trompet geschal de arena weer uit. Nu worden de banderil- las geplaatst. De banderillas zijn die felgekleurde en bontversierde stokken met weerhaakjes die in de bult worden gestoken. Dit is fantastisch. Zie je zo'n banderillado kaarsrecht en doodstil een paar meter voor de stier staan. Hij roept alleen maar: Toro, toro! Dan gaat hij op de tenen staan en rent plotseling op de stier af (die zelf ook vaak aan valt), maakt vlak voor de stier een zijsprong en steekt de banderillas in de bult en maakt dan dat hij wegkomt. Daarna komt de torero zelf. Nou de eerste corrida was een afschuwelijke slachtpartij. De torero zelf kon er niets van. Hij liep maar te schelden op de knechten en scheen zo zenuwachtig als de pest te zijn. De kreten uit het publiek van ..salaud" en zoiets van Breng maar liever naar het abattoir" waren dan ook niet van de lucht. De steek van het zwaard dat na een spel met prachtige passes (die er helemaal niet waren hier) moet eigenlijk de doodsteek zijn. Deze wordt op een bepaalde plaats bij de bult toegebracht en moet eigenlijk naast de wervelkolom tussen de schouder bladen recht in het hart gestoken worden. De eer ste stoot kwam heel slecht aan. Ging maar weinig erin en viel even later met een boogje op de grond. Razend en tierend vroeg de torero toen om een nieuwe. De tweede stoot kwam op een stuk been terecht. De torero sprong meteen weg en het zwaard viel toen krom in het zand. Het publiek schreeuwde en brulde afkeurend. De derde steek was eindelijk raak maar ook nog niet goed zodat ze hem, toen hij even later op de knieën lag, maar met een steek vlak achter de kop verder hebben afgemaakt. Onder oorverdovend geloei en gefluit verliet de torero de arena. De tweede partij (er zouden er 6 gedood worden) was fantastisch. De torero zelf plaatste ook de banderillas. Deze partij was prachtig om te zien. De kerel zelf was zo ongelooflijk moedig. Non chalant liep hij met zijn rug naar de stier toege- gekeerd van hem weg, deed werkelijk mooie passes enz. enz. Deze vent kreeg ook applaus na applaus. Alleen zijn doodsteek lukte niet zo best. De stier ging wel door de knieën maar was nog niet meteen weg. Hij stak dus maar de dolk achter de kop. Dit alles gebeurde nog geen tien meter van mij af dus ik heb het verdraaid goed kunnen bekijken. Toen het afgelopen was kreeg de torero een gewel dig applaus. Hij liep daarom ook met een afgesne den oor van de stier de arena rond terwijl het om hem heen regende van hoeden en schoenen. De kerel die voor ons zat, gooide omdat hij geen hoed had (en misschien ook geen schoenen) het tasje van zijn fototoestel. De derde partij was een come-back van de torero uit de eerste partij en ik geloof dat hij alles wou goed maken. Die kerel liet dan ook staaltjes van stierenvechten zien! Die man was zo verdraaid ar rogant en nonchalant en moedig dat ik bijna wou meegillen met die dames voor mij. Hij plaatste deze keer ook de banderillas, Maar hij brak ze eerst op de schutting in tweeën. Deze dingen zijn dan erg kort. Hierdoor moet hij ontzettend dicht bij de stier komen om ze te plaatsen. Verder deed hij het ook nog een hele tijd op zijn knieën terwijl de stier om hem heen donderde. Helaas moesten wij toen weg. Nou lui, ik hou er echt mee op want dit wordt al teveel, solong ROGIER. REGEN ZONDER REGENKAPJE. Als het regent dragen 4 miljoen vrouwen in Ne derland een regenkapje van 29 cent. U weet wel zo'n geplooid plastic-gevalletje met aan weerszij den een bandje. Oorspronkelijk gemaakt om een mooi hoedje tegen regen te beschermen maar nu draagt iedereen zo'n hoesje ook zonder hoed, prak tisch, goedkoop, voordelig en (dus) oerlelijk, want elk hoofd, jong, oud, mooi, lelijk, dik of smal lijkt ineens op een half pond kaas uit een zelfbedienings zaak. Of niet soms? Nou ja, zegt U, laat maar, wie kijkt in de regen toch naar me. Voor mezelf heb ik wat anders bedacht. Misschien is het ook wat voor U als U ook zo verknocht bent aan Uw wollen of zijden hoofddoek. Ik heb gewoon een stuk doorschijnend plastic (van een oude waszak of grote boterham- zak) genomen en dat tussen de dubbelgevouwen- driehoekige hoofddoek gelegd. Daar gaat tanggoeng geen waterdruppel doorheen. Alleen die hoofddoek wordt aan de buitenzijde natuurlijk nat. Even bij de kachel drogen toch? LILIAN.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1958 | | pagina 5