55? STlS 'IZt <'X OPA SAMSON VERTELT door Indo-Europese acteurs, maar toen dc Indo -ijn Europese plaats in de maatschappij ging ver overen distancieerde ook de Indische samenleving zich meer en meer van de Stamboel en kreeg mee en meer het Maleise element invloed. Tijdens oorlog (toen alle Indische Nederlanders gevangen -aten) voltrok zich tenslotte het „vonnis ver dwenen zowat alle Indo-acteurs uit de Stamboel en kwam de nieuwe naam Bangsawanop. Men bedenke echter, dat toneel-, cabaret- en re vue-kunst voordien onbekend waren in de A-ia tische kunst (wajang is geheel anders '"9^^) en dat het dus een Indischman is geweest, die een specifiek Westers cultuurelement heeft ingevoerd in het Oosten. Men bedenke verder dat niemand zich ooit gerealiseerd heeft hoe het dus een Indo is geweest, die een enorme bijdrage heeft ge ev aan het meer „minded" maken van de Ooster mg veer Westerse cultuur. Want miljoenen en joenen Aziaten hebben Opera Stamboel en Bang- sawans bijgewoond en hebben hierdoor geleerd de maatschappelijke problemen van de werkHqkhe d in dialoog en drama te doorvorsen en zo mogelijk op te lossen. Een nieuwe toneelkunst? Maar de Stamboel is dood. En vergeten gestorven. Wat de bisten van TONG-TONG deden was niet anders dan een Geest uit het Verleden een avond weer op de planken te brengen Of zou het moaeliik zijn dat er in de kwart miljoen repatri anten in Nederland nog voldoende origineel talent zit om een nieuwe levensbeschouwing te scheppen (want toneel is een aparte vorm van W™sbe schouwing), waarvan de Europeaan net -o g nieten kan als destijds de Aziaat van de Opera Aan"het'eind van de voorstelling gaf klare Maje steit cp hoopgevende wijze uitdrukking aan haar waardering en verwachting: door staande een har telijk applaus te brengen, welk voorbeeld door de gezien kunnen worden als een belangrijk symptom van vooruitgang in de goede richting! WERl LEZERS!! ÏN DE TRAM. De tram was al vol en ik zag ze naar voren schui felen tussen de banken, opgedrongen door steeds maar meer mensen, die instapten. De ram reed alweer. Ze stonden zó opeengepakt. Ze be*lQ maar op het voorbalconnetje te gaan staan, d twee Indische Nederlanders, wie ik het ami kon Tien dat ze hier nog niet lang waren. Ze schoven de deur open en stapten op het voor- balcon. Waar een gemelijke conducteur stond, die zei- De deur mag niet open als de tram rijdt. Ku u niet lezen1" De jonge Indo keek bedremmeld, maar de oudere Indo werd opeens furieus: „Wat niet lezen! Ik heb meer gelezen dan je hele familie bfmekaar, man! Anders was ik niet zon stomme D ""conducteur: „Nou, ik merk er anders niet veel van!" De Indo (nu in de ribben gepord door z bescheiden vriend die hem wil kalmeren „G.v.d.. Wat denken jullie altijd van ons! We hebben meer beschaving in onze pink dan jullie in ,e hele don- der' Gv.d." De conducteur: „Dan moetu m met de tram rijje meneer!" „Wel verd (de tram stond alweer stil en de beide bruine heren stappen uit), kom d'r uit, dan zal ik je op je bek slaan. Hier jij! G.v.d.-se rotblanda s! Se Indischman ziedde van woede. De menseni de tram keken onbewogen naar hem. De man stond verbijsterd. Als om hulp zoekend gledenzijn blikken langs de raampjes van de tram, vooral d bruine gezichten onderzoekend. Maar juist die ke ken strak voor zich, kennelijk gegeneerd voor zon Dkea7am9dlid!ti'ngelingeling en reed weer verd ik keek snel nog even om. De I^ischman iitond er opeens moederziel alleen en ongelukkig. De jonge Indo trok hem zachtjes aan zijn mouw. Zc gingen weg. SCHOUT HINNE. In 18zoveel was het politie-wezen op Batavia zeer summier samengesteld. (Als anak Betawie nepaal ik mij tot deze plaats.) Hier en daar een schout met of zonder een opziener en enige agenten (mas-oppas). Geelvinken of ka narie-vogels noemden we ze vanwege hun ge e Ze moesten maar zorgen voor de handhaving van de rust en orde wat ze wonderwel gelukte ook. Op Glodok zat schout Hinne, op Passar Baroe schout Waleson; schout Cress was van Kemajoran, van Kwitang schout Krijgsman. Op Meester-Cornelis zat in die tijd schout Calmer. De assistent-resident van Meester-Cornelis was toen de heer Hartelust. Wijbrands schreef eens in zijn krant: De schout wordt „kalmer de dieven stelen naar .hartelust Wijbrands moest later zijn mening herzien 'oen schout Calmer de dieven-bende op Meester-Cor nelis had opqerold. Op een late avond waren Duitse matrozen op het Glodok-plein aan het keet sclhoppen en werf" bepaald hinderlijk. De verkopers hadden er van. Ijlings werd iemand naar schout Hinne gezonden. Deze kwam in slaapbroek en kebaja °P ^°lieT pet op. Nauwelijks kregen de matrozen Hinne n de gaten of zij riepen: „Die Polizeu die Pol.zei! Verwijderende stappen van zware Duitse laarzen, die langzamerhand wegstierven. Bedaard kwam Hinne aan. overzag de s'tual^' maakte nog even de ronde, een groet hier en daar. De rust was weergekeerd. Een paar „zware jongens' (djago s) trachtten zich verdekt oP te stellen Hinne had ze wel in de qaten, maar deed of hij ze niet zag. r.K|TaNr„ Hinne heeft .PITOENG en „GANTANG twee beruchte moordenaars met zovele moorden op hun geweten bij de kraag gevat en aan de ju sHtie overgeleverd in de letterlijke betekenis van het De°Ién na de ander werd „hoekoem gantoeng sam- pai mati" (veroordeeld om te hangen tot de dood op volgde). Ik heb ze beiden nog zien bengelen De één op Meester-Cornelis op het plein achter de gevangenis, de andere voor het Residentie-kan toor in de beneden-stad. De ophangen, was toen HoeeH°nnTbdat geleverd had? Als ialand®r kleed (ik spreek in de termen van toen) blote bo y, hoofddoek, sarong, strootje (kaoeng) in de mond scharrelde hij ongewapend in de avond-uren Wij beginnen hier een serie korte schetsen uit een Ver Verleden, in alle opzichten een serie juweeltjes! Niet alleen omdat een aan tal reeds vergeten, maar curieuze wetens waardigheden worden opgediept, maar ook omdat ze zo beknopt, afgerond en duidelijk worden meegedeeld, zonder „veel gezwam Petje af voor „Ouweheer Samson en wij hopen dat zijn schrijvershand en helder ver slind nog lig voor TONG-TONG blgven bewaard. „Hold on, old man, hold on! beruchte streken van Paal-Merah, Selipi, Kebajo- ran om uit te horen waar zon boef zat. Had hij het juiste adres dan was voor Hinne de kous af De volgende avond ging hij ongewapend met zijn oppasser ver achter zich naar het opge geven adres. Hij liep dan naar de toe. die tot de tanden toe was gewapend. Zette zijn pe. on en zei eenvoudig: „Ikoet" en de man ging ge dwee mee. Hij werd bij zijn kraag gevat en in een sadotje" gestopt. Met zijn drieen: schout-oppas- bandiet, naar de stad toe waar de laatste keurig aan de qevangenis werd afgeleveid. Eén van hen had zich eens onder het bed verstopt. Hinne haalde hem er netjes onder uit. Pah Tèrèh, de beul in zijn zware „tjelana en badjoe-pangsit", zijn zwarte badjoe kaos en zwa te hoofddoek, had met zijn twee zoons als helpers in die tijd volop werk. Hij heeft o a. twee andere beruchte bandieten, Amat Bentol en Mohamed Saleh. ook gehangen. SAMSON. En", vertelde Opa Samson ons later ook, „voor zon executie bleef ik eens weg van school en toen de directeur me op het stoepje riep en hoorde da ik naar een „hangpartij was gaan kijken vle hg haast om van ontzetting. Dit is wel -.eer TP"™ voor de tijd, toen de hardheid van de wet nog voortleefde, terwijl nieuwe humaniteitsopvatt.ngen begonnen door te breken. Ook Tjalie s moeder ging akelfarig meisje eens naar zon openbare execuüe op de aloon-aloon toe, geen Hauwbese heb bend van wat haar te wachten stond. Ze blee staan kijken, omdat ze verlegen was voor haar kornuitjes om gillend hard weg te lopen maar was krijtwit en stond te trillen op haar benen. Nooit meer is ze wezen kijken. lj. k. De mens is döm. want hij zoekt „het gelukoveral elders behalve in zichzelf. KOKé-KOKé, WASSc-WASSé Net als bij zo vele Indische huisvrouwtjes hier in Holland! die de Tong-Tong lezen komt tel- kens weer de gedachte in mij op. helpen, buiten het financiële om! Zoals vele vrouwtjes ben ik verwend door de Indische samenleving. Had vroeger mets anders te doen dan „control baboe dalem, koklu o baboe tjoetjie. Wanneer njonja uit haar hum u was. kon ze de hele dag ngomel en dan waren kokki of djongos of baboes de sigaar Nu ach nu is dit zo anders, dopperen kan ik noq beter dan toen: het verschil ligt hierin dat manlief, kinderen en huisgenoten de dupe MaaVraljaZiiis'dat eigenlijk een wonder? De njonja van loen" is hier kokki, baboe tjoetie baboe dalem en zelfs djongos tegelijk. Vanaf het mo ment dat ze haar ogen opent tot laat in de avond wanneer ze eindelijk weer in bed kruipt, is ze één en al zorgen en bezigheid. Dus dit ene uurtje werk voor onze „TONG-TONG kan er ook In'11947 haalde ik mijn diploma voor Schoon heidsspecialiste en kan dus via ons blaadje onz. hardwerkende huisvrouwtjes miss-chien 1«lpen aan noede tips" om jong en aantrekkelijk te blijven L zelfs ben ik bereid alle inlichtingen te geven wanneer men er om vraagt. Want... vrouwen en meisjes, zo anders groot gebracht dan die van de Europese landen, m feite zo uitermate verwend in haai huishoud Js het voor haar niet vreselijk moeilijk om drie of viervoudig „baboe" en baboe-djongos te z.jn en tegelijk Vrouw (met paké hoofdletter) te Alles"fent' hoor en alles kan. Op den duur is het hnhoe soelen een peulschil voor ons en ^ij tóch ne?jes verzorgPd en zeker geen slavinnen van onze huishouding. Elke huisvrouw kan er „goed ui zi aan de was, in de keuken bezig of aan het sto zuiqen Denk maar eens aan het gezegde van de Ambonese vrouw van een Hollands rou „Koké, koké, wassé-wasse en door maar p ^CVé L. C. VAN BEUZEKOM-V. LINGEN. MOPPER-OMAATJE. Altijd maar stof zuigen, stof zuigen, stof zia9|"- Ro land' Weet je wat ik verlang te zuigen? Klen- Sang! Dat is pas zuigen' Maar van wat maak ,e hier sajoer klèntang! TONG-TONG. TONG-TONG is niet het orgaantje van een groep je Indische Nederlanders met half-sentimentele, half knorrige zorgjes. TONG-TONG is een Nederlands blad van ee groep Nederlanders, die wat te vertellen hebben aan Nederland. maar wil TONG-TONG is nu nog klem, maar wi uitgroeien tot een blad met een waardevolle op£ nie en een grote taak, omdat z.jn lezers meer gezien hebben van andere landen andere volte andere klimaten dan zij die nooi v< V/at landje-aan-de-Noordzee zijn weggeweest. Wat veel IS kan nooit klein blijven.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1958 | | pagina 3