10 Juli: Pa van der Steur's Verjaardag 's Levens wrakhout gaf hij als Goud terug* Pa van der Steur In Nederland bestaat een vereniging die heet BOS, De leden van die vereniging noemen zich Steurtjes en de letters van de naam dier vereniging staan voor Bond Our Steurtjes. Bij de Hol lander, die nooit uit het kikkerlandje is weggeweest, is die naam (en het begrip) volslagen on bekend. Geen straat, geen school, geen plein, zelfs het kleinste monumentje niet herinnert aan een man, aan wie nochtans het Nederlandse volk en de Nederlandse welvaart evenveel dank verschul digd is als aan de grootste GG's, de flinkste generaals, de ondernemends te planters en handclsmag- naten. Deze man is Johannes van der Steur, in Indie en door alle ïndischgasten in Holland geeerd als PA van der Steur. Misschien zijn sommige lezers geneigd het voor gaande enigszins overdreven geschetst te vinden, maar wie bij wat diepere geschiedvorsing wat meer te weten komt van de sociale toestanden omstreeks de eeuwwisseling in het oude Indië, toen dit Indië werkelijk niet veel meer was dan een wingewest, waar men zoveel mogelijk binnenhaal de om 'm dan „te smeren" met achterlating van veel ongerechtigds, en men kent het Indië van omstreeks 1910 en later met een veel ordelijker, christelijker en eerbewuste samenleving, dankzij het lichtend voorbeeld van Pa van der Steur, dan kan men niet langer aarzelen om hem de eer te geven die hem toekomt: te behoren tot de beste Nederlanders, die Indië ooit gekend heeft. Is het dan een wonder dat op 10 juli, de verjaar dag van Pa, alle Steurtjes ter wereld en in het bijzonder de BOS-leden in Nederland kleine feest jes organiseren om de geboortedag van hun vader te herdenken? Zulk een bericht in de Nederlandse kranten zou de lezers de schouders doen ophalen, maar de herinnering eraan in TONG-TONG zal zeker met grote bijval begroet worden. We hopen dat het eens nog zo ver zal komen dat er vol doende eensgezindheid en ruimer saamhorigheid gekweekt zal worden onder de grote groep reprati- anten in Nederland, dat men ertoe komt ook in Nederland een monument op te richten, dat her innert aan Pa en via hem aan de Indische ge schiedenis, waarin Pa zon grote rol speelde. WIE WAS PA? „Pa" werd in 1869 geboren in een eenvoudig Zevende Dags Baptisten gezin in Haarlem en startte zijn carrière als bakkersknechtje. Naast zijn beroep had de „kleine Johannes" echter een posi tieve opvatting van zijn geloof. In zijn vrije tijd „deed" hij eraan en ontfermde zich b.v. over „zondaren", meer in het bijzonder over de ont redderden, die de kroegen onveilig maakten. De rest is eigenlijk „christelijk-detective-werk". De oorsprong zoekend van alle kwaad, kwam Johannes van der Steur via vele van deze ex- kolonialen in Harderwijk terecht, waar sommigen immers opnieuw tekenden voor „de Oost". Daar ontdekte hij dat de bron van veel ellende verder teruggezocht moest worden: in Indië. Dus toog hij herwaarts en kwam tenslotte in Magelang te recht, waar het recrutenbataljon was. Vandaar vertrokken de soldaten van het „oude KNIL naar alle uithoeken van de archipel, vaak op expedities, van waar ze nimmer weerom kwamen. Dan bleef vaak een gezin vaderloos achter en als de moeder zich ook niet langer over deze kinde ren ontfermen kon, verpauperden de kinderen ge heel. Johan van der Steur ontdekte al spoedig dat hier de wortel van alle kwaad zat. Hoe hard en ruw vele van deze soldaten ook leken, zij hielden vaak zeer veel van hun kinderen en van de kin deren van een wapenbroeder, die onverzorgd ach terbleven als vader ergens in Atjeh of Boni ge sneuveld was. Maar wat kon men met zo weinig soldij en onderhevig aan voortdurende overplaat singen doen? Meestal verdronk men zijn leed of werd een rebelse, grove natuur. ZORG VOOR DE KINDEREN. Was dus aanvankelijk Pa's eerste zorg het stich ten van een goed militair Tehuis, meer en meer zag hij in dat de zorg voor nagelaten betrekkingen het belangrijkste was. Pa begon wezen te adop teren, drie, tien, vijftien, twintig, dertig, tachtig het gezin werd een weeshuis. Een zware last was afgewenteld van heel wat arme jongens, die naar een ver front vertrekken moesten. Maar wie denkt dat het huis van Van der Steur zich alleen bekom merde om kinderen van soldaten, heeft het glad r mis. De toentertijdse maatschappij, vooral de bur gerij. trok zich over het algemeen niets aan van de bij bruine moeders verwekte kinderen. Dit gebeurde zelfs tot in de hoogste kringen. Op het c-ind van de vorige eeuw nog liet een resident bij zijn vertrek naar Nederland zijn bruine kin deren onder gewapend geleide naar Gombong brengen (om er maar kanonnenvlees van te laten maken), terwijl hijzelf in alle eer en deugd zijn welverdiende villa in Holland ging betrekken. Niemand vond dat erg. Alle misstappen zijn ver geven als je ze maar weer vergeet en was het samenleven met een inheemse vrouw geen misstap? Hoe dan ook: ook uit zulke verbintenissen sproten heel wat kinderen voort, die verpauperden en soms uitgroeiden to: gevreesde vechtersbazen, waar de overheid veel last mee had. Ook over deze spruiten ontfermde Pa zich. En tenslotte waren daar alle kinderen uit normale gezinnen, wier ouders plotseling stierven (in die tijd heersten vele besmettelijke ziekten nog prak tisch onbestreden), terwijl er tenslotte ook nog veel gezinnen waren, wier ouders geen bestaan konden vinden, omdat toendertijd de kleine Indo nog niet zo gemakkelijk een goede betrekking krijgen kon. Zij brachten hun kinderen bij Pa. EEN NIEUWE „LEGERING" Pa smolt deze enorme kudde verstrooiden samen o: een nieuwe „legéring": werkelijke boefjes liepen in één gareel met jongens en meisjes van goeie komaf (er zit heel wat adelijk bloed in de garde van Pa van der Steur!) volgens de wetten van humaniteit, christelijkheid,, orde, tucht oer en ridderlijkheid. Pa regeerde met enorme gestreng heid. maar boven alle twijfel verheven eerlijkheid. In ziin denkbeelden was hij zelfs vele Hollanders (en Indo's) van nu ver vooruit: hij wilde van zijn schare geen schi:nheilige en valse namaak-Hollan- dertjes maken, maar oprechte Indische jongens. Hij stond hun toe hun eigen taaltje te spreken, hun eigen liefhebberijen te ontwikkelen, en respect en liefde te hebben voor grond waarop zij gebo ren waren. Uiteraard had dit werk veel fondsen nodig, maar Pa was een goed organisator en deed zó koppig, zó moedig en zó vermanend een beroep op aller beurs, menselijkheid en geweten, dat gelden regel matig bleven binnenvloeien. Weliswaar bleef de grondregel van Pa's stichting „eenvoud maar de kinderen kwamen niets te kort en alle studierich tingen en werkkringen stonden voor hun open. Al spoedig hadden de Steurtjes door heel Indië heen de reputatie van vlijtige, betrouwbare en kundige werkers te zijn. Wat Pa opraapte als wrak(hout) van de straat, dat gaf hij als goud terug. Pa stierf op 16 septem ber 1945, maar indachtig zijn woord: „Niet mijn naam, maar mijn werk zij herdacht", blijven de Steurtjes bij elkaar, verzamelen gelden en proberen waar zij kunnen de wezen te helpen, die een va der derven. Dit is een mooie en door-en-door In dische gedachte: zorg voor wezen en geen, neu trale Staatszorg, maar broederzorg. TONG-TONG wenst de broers en zusjes van de BOS het allerbeste toe en beveelt hun werk warm aan in de aandacht van alle lezers van Tong- Tong, de hoop uitsprekend dat ons blad groot mag uitgroeien om des te beter de belangen van dc BOS te kunnen helpen. KWETSBAAR Butler, Pa., U.S.A. 18-6-58 Waarde Kawans, Van mijn schoonouders in Den Haag kreeg ik toegezonden uw machtig interessant blad „Tong Tong". Als sinjo in de States kreeg je werkelijk be hoefte om oude herinneringen uit je jeugd in de schone Insulinde op te halen. Hierbij 2 historische gebeurtenissen in onze oude K.N.l.L. Plaats: Waterlooplein voorm. Batavia. Tijd: Omstreeks juni 1941. Ik zie ze nog voor me staan, de Landstormers, als een rots in de branding. Zij noemen zich „Neerlands laatste hoop". Het was voor een grote parade en dus moest er hard en bovenal veel worden geëxerceerd. De heren, met de patroontassen ONDER en niet OM de (bier)buik, hadden er zwaar balen van. Alle commando's, die de sergeant gaf werden keurig uitgevoerd. Toen kwam het commando ..nummeren". De landstormers: 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-boer, dame, koning, aas. Ze hadden echter zwaar pech. De commandant Landstormers Batavia, de luit. kol. Inf. Jhr. Boreel stond naar de prestaties van zijn mannen te kijken. ITij brulde „De 4 honneurs uittreden, 14 down". Onze 4 brave landstormers misten 2 weken de goede borrel in Hotel des Indes. Wm. Vanderzee. HUWELIJKSCADEAU! Eigenlijk had dit nummer weer slechts zes pagina's moeten hebben (acht pagina's kun nen wij nog steeds niet betalen!) en dat het niettemin tóch acht pagina's telt, is alweer te danken aan zo'n aparte Indische karakter trek. Luister. Eén onze ijverigste propagandisten trad dezer dagen in het huwelijk. We schreven: „TONG TONG wil jullie tóch een klein huwelijksca deautje geven, want jouw geluk is ons geluk. Niet gek vinden, ja, als we je hierbij vijf pop geven om er zelf wat voor te kiezen". Vandaag kregen we de vijf pop terug en hon derd pop erbij „voor een extra pagina in TONG-TONG, want jullie geluk is ons aller geluk en dat gaat DUS voor." En hier is die pagina dan (en TONG-TONG plakt er nog een pagina aan vast) als symbool van alle beste Indische luensen. Bert en Ank (Indisch- man-Hollandsche), dat je in plaats van een eigen huwelijksbootje een hut kiest in de boot van ons aller geluk, dat kan niet anders gezien worden dan als een goed voorteken voor ons allebei. Dat jullie leven zo rijk mag zijn als rijst, zo goerih als santen „en elke dag tot kekenjangan"is onze wens. Tjieng-tjieng!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1958 | | pagina 4