ïW&y ZO WAS HET 7 Dringend Kantoorruimte gezoelit door TONG-TONG Liefst omgeving Beeklaan Jr In deze poulaire beschouwing ziet D. F. Bauwens de geschiedenis van zijn familie tegen de achter grond van de algemene historie. Het verhaal heeft zijn tekorten en gebreken, maar is als doorsnee goed. En het steekt zo erg gunstig af tegen de vele snoeverige verhalen, waarin Indische Nederlan ders hun gemengdbloedigheid „excuseren" door zich te laten afstammen van Javaanse prinsessen of hun kleur door „voormoeders" van Egyptische of Italiaanse oorsprong. In een democratische cultuur als de West-Europese dienen wij wat eenvoudiger en eerlijker te zijn. (Slot) Stijgend geboortecijfer. In die jaren nam het geboortecijfer van erkende en niet erkende kinderen grote afmetingen aan. Kinderen van Europese vaders en inheemse moe ders werden verlaten, terwijl hun papa s elders in Europa in hoge sferen leefden en totaliter zich niet bekommerden om het wel en wee van hun bloedeigen kinderen. Deze kinderen leefden met hun inheemse moeders in de kampongs en het lag voor de hand, dat dit kwaad niet kon worden geremd. Er waren heel wat kinderen bij, waarvan de vaders belangrijke posities bekleedden in de maatschappij. Men leze hierover maar eens het gedenkboek van de Stichting Pa van der Steur te Magelang ter gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan, geschreven door wijlen Pa van der Steur zelf. Het waren kinderen zoals men placht te noemen „paupers", die absoluut geen schuld had den, dat zij dit predikaat ontvingen. Het was Pa van der Steur, die voor deze kinderen een naam kocht, waarvoor hij telkens f 250,— moest betalen aan het Ned. Ind. Gouvernement. Met dit beeld voor ogen, werden middelen be raamd om dit maatschappelijk kwaad tot een mi nimum te beperken en de verlaten kinderen te behoeden voor onheilen. Zo kwamen van Overheidswege de Pupillen School Gombong tot stand, waar jongens op jeugdige leeftijd opgeleid konden worden voor militair. Want Nietwaar? Deze kinderen te laten oplossen in de inheemse maatschappij, zou een politieke en economische fout betekenen voor het Opper Gezag, waar Zij voor het leger veel kader en manschappen nodig had. Voor deze jongens betekende Gombong een harde leerschool, maar niettemin een grote Zegen, gezien het feit, dat uit deze knapen de beste officieren en brigade-commandanten zijn voortgekomen. Voor de militaire Topografische Dienst waren zij bovendien onmisbaar. Aan hun blauwe uniformen en kepi's kon men deze jongens herkennen als kinderen van Jan Compagne. Dis cipline was een eerste vereiste op de school in Gombong; zij kregen daar lager onderwijs, les in gymnastiek, schermen, excerceren, en konden op jeugdige leeftijd meesters op alle wapenen worden. Zij, die dat werden, kregen als blijk van waar dering in bruikleen een degen, die zij mochten dragen. De Pupillen School Gombong bleek aan het beoogde doel te beantwoorden, doch werd desondanks in latere jaren opgeheven. De reden daarvan is mij niet bekend. Op wat de Missie en de Zending in die tijd hadden gewrocht voor de verlaten kinderen, kan niet anders dan met grote dankbaarheid worden teruggezien. Men denke maar eens aan de Vincentius- en Protestantse Weeshuizen, het Opvoedingsgesticht van Pa van der Steur te Magelang, waar verlaten jongens en meisjes liefderijk konden worden opgenomen en groot gebracht. Ook het Leger des Heils had in die richting goed werk verricht. Met alle eerbied voor dit mooie sociale werk, konden deze jongens en meisjes op latere leeftijd afgeleverd worden aan de maatschappij. Zowel Pa van der Steur als Pastoor Verbraak waren grote figuren op dit sociaal terrein. Wat Pa van der Steur betekende voor de verlaten kinderen in de kampongs, was wijlen Pastoor Verbraak als algemene vader van de militairen in Atjeh. De, ongeacht godsdienstige gezindheid en religie, om zijn nobel karakter en menslievende inborst alge meen vereerde Pastoor Verbraak, heeft onafgebro ken het grootste gedeelte van zijn werkzaam leven gedurende de meest bewogen tijden van de oorlog, in Atjeh doorgebracht. Niets was voor deze Eer waarde Pastoor teveel om de militairen met raad en daad bij te staan. Daar in Bandoeng, dicht bij het Departement van Oorlog en het paleis van Z.E. de Legercommandant in het voormalig Ned. ïndië, verrees het levensgrote standbeeld van pas toor Verbraak. Dit monument was tot stand ge komen uit vrijwillige bijdragen van officieren en manschappen. Veel gezagdragers. Het mag niet worden ontkend, dat de groep In dische Nederlanders eeuwenlang tussen hamer en aanbeeld heeft gestaan, maar ook eeuwenlang heeft deze groep blijk gegeven van zijn veerkracht. Staatsrechtelijk zijn zij Nederlanders in de ware zin des woords en als zodanig wensen zij Neder landers te blijven tot in lengte van dagen. Tegen assimilatie hebben zij nimmer bezwaren gemaakt, maar assimilatie die de deur opent voor discri minatie en degradatie, zal de groep Indische Ne derlanders in verzet doen komen, en deze met wettige middelen bestrijden. In de loop der tijden zijn uit deze groep voortge komen gezagsdragers van groot formaat o.a. Leger- Subalterne officieren, Gouverneurs en Residenten bij het Binnenlands Bestuur, Voorzitter en leden van Hoge Colleges o.a. Volksraad en Raad van Indië, Directeuren van Departementen van Alg. Bestuur en vele Hoofdambtenaren. Ook in het bedrijfsleven, bankwezen, cultures, bij de rechterlijke macht, zijn zij sterk vertegenwoordigd. Van de intellectuelen noem ik: professoren, doktoren, ju risten, ingenieurs, hoofd-redacteuren van dagbla den, leraren, enfin noemt II ze maar zelf op. Ne derland mag trots wezen op de groep Indische Nederlanders, geboren en getogen in het voormalig Ned. Indië en die onder welke omstandigheden ook steeds loyaal gebleven zijn. Maar ook wij Indische Nederlanders zijn trots op onze inheemse moeders en grootmoeders, waarvan velen van hen thans in Nederland wonen. Onze liefde en trouw voor het Koninklijk Huis werden ons reeds als kind door hen met de paplepel in gegeven. Wat zou van de kolonialen geworden zijn, indien deze vrouwtjes er niet waren? Zij heb ben hun mannen overal gevolgd op expedities, ja zelfs tot op de eenzaamste posten in de buiten gewesten. Deze vrouwen hebben voorts door de eeuwen heen hun kinderen geleid, zodat zij niet door het communisme of extremisme werden mee gesleurd en daarvoor verdienen zij onze hulde en dank. L. F. BAUWENS. TONG-TONG IN NIEUW GUINEA Dit is de laatste keer dat „Tong-Tong" op de tot nu toe gebruikelijke wijze bij NGV-leden ver spreid wordt. De financiële toestand is van die aard geworden, dat tot geheel zelfstandige exploi tatie op normale wijze (dus met persoonlijke abon nementen) moet worden overgegaan. NGV-leden die Tong-Tong dus apart wensen te behouden, dienen zich individueel als abonné op te geven. Dit is een zó korte en zakelijke mededeling maar weinigen weten welk een wereld van arbeid, moed en offervaardigheid ermee afgesloten is. Want Tong-Tong startte toch maar als orgaantje van een Nw. Guinea vereniging, een groep die overtuigd was van de noodzaak om van Nw. Guinea het land van de Toekomst te maken. In de loop der jaren is de Nieuw Guinea-groep echter steeds kleiner geworden (door terugkeer van ve len naar het vaderland, omdat meer en meer de muziek uit het toekomstplan verdween) en welis waar is daarmee de hoop niet kleiner geworden, maar wel de beurs veel en veel armer. Zodat het orgaantje opgeheven moest worden. Zo leven er vele duizenden Indische Nederlanders hier in Nederland. Met een verloren zekerheid, met een schemerig geworden ideaal, met een doffe onverschilligheid voor de toekomst. Het enige dat deze vele duizenden nog gemeen hebben is: de herinnering aan een vruchtbaar en goed leven. En de bewustheid van bijzondere waarden die mis schien nog eens te pas kunnen komen. Hierop en hierop alleen baseert Tong-long zijn bestaan: vergeet niet wat je geweest bent, HOUDT BRANDENDE DE LAMPEN! Eens komt weer een dag dat Nederland op een nieuwe wijze con tact zoekt met de tropen. Dan zullen wij de gidsen zijn. Duurt het nog lang? Is dit nieuwe moment al gauw op handen? Wh weten het niet. Maar in tussen: houdt brandende de lampen, lezers van Tong-Tong. Houdt Uw tropische kennis op peil, helpt anderen voor te lichten. Maakt onze kring groot en hecht en productief. Werft abonné s voor Tong-Tong. ZUIGLAMSVLEES. Het is merkwaardig dat de culturelen, die zoveel hebben aan te merken op de jacht, blijkbaar nooit struikelen over het cultuurverschijnsel in elk dag blad dat zuiglamsvlees adverteert Zelfs de meest verwoede jager zal nooit een lammetje neerschieten, maar hier fokt men speciaal zuiglammeren voor de „fijnproevers". 'v.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1958 | | pagina 7