PICKUP
O S I It EL U V Eft'STER?
(Gesprek op straat).
Tom: „Nee Tjalie, met jouw krant doe ik niet mee. We moeten niet afscheiden, we
moeten assimileren. Na drie generaties is de Indo tóch weggeassimileerd.
Tjalie: „Dat is dus ongeveer in het jaar 2025, ja? Gaat het met Nederland dan nog
steeds net zo goed als nu?"
Tom: „Waarom niet!"
Tjalie: „Ach, ik kijk maar zo rond. In de 10 jaren na de wereldoorlog heeft Oost Azië
zich helemaal losgemaakt van Europa en nu zijn het Midden Oosten en Afrika ermee
bezig. Nog steeds is ons comfort te danken aan vruchtbare contacten met de tropen.
Maar die raken steeds meer in gevaar. Ik weet nog zo niet of we in het jaar 2025 nog
steeds zo royaal leven en of we dan nog lekker eten van Drees-pensioen."
Tom: „Nou ja, wie dan leeft, dan zorgt!"
Tjalie: „Jouw kinderen en kleinkinderen leven dan. Ze zouden dan eindelijk blank zijn,
maar verkommeren!"
Tom: „En dan, wat kan iiiiik doen!"
Tjalie: „Je realiseren dat bruine mensen meer en meer het initiatief nemen. Dat dit
kan leiden tot verschrikkelijke conflicten of vruchtbare samenwerking op nieuwe basis.
En dat je in deze geest wat doen kan en wat doen MOET. Wij zijn geen toeschouwers
in de wereld. Uitscheiden met andere mensen achterna lopen. Zelf nieuwe wegen vinden.
Onze voorouders waren pioniers in de Tropen. Wij kunnen pioniers zijn in het westen."
Tom: „Ah, soesah ah!"
BRIEF VAN MARTIN.
Van een jonge repatriant (16 jaar) in Indiana
in Amerika kregen we een opgewekte leuke brief,
waaruit we de volgende passages aanhalen:
Ik werk nou op een [arm. Ik slaap hier en eet hier
tot en met vrijdag en zaterdagavond kom ik thuis
met 15 dollars. Het is niet veel maar genoeg om
mijn eigen kleren te kopen en mijn schoolboeken
voor volgend jaar. Ik sta 's morgens om 5 uur op,
melk met de boer de 27 koeien die hij bezit, we
komen dan om een uur of half zeven in voor ont-
bijt en werken dan de hele morgen tot 12 uur,
eten dan weer en werken tot 5 uur, melken de
koeien in de avond tot een uur of half zeven, eten
dan weer en gaan naar bed om half negen, of negen
uur. Ik begin nu al een volleerd tractor ^en-truck
bestuurder te worden. De eerste week was het al
bijna moord voor mij, maar dan begon ik er ge
woon aan te worden, en u is het alledaags
Hier in Amerika wordt er een helse drukte ge
maakt over die Libanon-Crisis. Over de radio
wordt er steeds gesproken dat een oorlog met
Rusland vermeden moet worden.
Er is net door de radio omgeroepen dal er hier bij
ons in de omgeving één of ander beest moet rond
lopen waarvan de voetsporen niet kunnen geinden-
tificeerd worden. Het heeft al drie farms bezocht
in de avond en steelt kippen, kalveren, enz. Het
heeft een ,,high-screaming noise to it wich let you
think of a mad woman". Politie is met jeeps en
vele manschappen het terrein aan het doorkammen
om het ..monster" te vangen
Nou nou, zeggen we maar, in Amerika is het ook
niet alles! Of je gaat in Libanon om zeep óf thuis
in de klauwen van een monster! Laten we maar
braaf thuis blijven in Holland met het Amsterdamse
trammetje, de vuilnisemmer op donderdag en de
eerpels-met-spruitjes. Wat U!
ALTE KAMERADEN.
TONG-TONG rekent het zich tot een aparte eer
en een bijzondere vreugde via zijn kolommen veel
„Alte Kameraden" bij elkaar teruggebracht te heb
ben. Soms over tijdsverschillen van een halve eeuw
en afstandsverschillen van een halve aardbol
heen! Ah, de zwervers die eens zij aan zij met de
katapult om de hals langs Indië's straten doolden,
zij kunnen elkander nooit vergeten. Hetzelfde geldt
voor jeugdpartners met guitaar en fluit, met „tjies"
en „tjoek" en dan de vriendjes-vriendinnetjes die
elkaar plachten te plagen onder dezelfde kedon-
dongboom, aan dezelfde kalikant, op dezelfde La
gere School zij zijn niet dood. En in Tong-Tong
zullen zij onsterfelijk zijn!
Op deze wijze kan men zijn contributie aan
TONG-TONG voldoen; men plakt een postzegel
van één gulden op een briefkaart op deze wijze
en men is abonné voor twee maanden vier num
mers).
1Nooit méér dan f 1,opplakken. Het meerdere
wordt namelijk door de post NIET uitbetaald en
BENT U KWIJT!
2. Postzegel(s) plakken NAAST normale fran
kering (net als op foto), dus NIET op andere
plaatsen van de briefkaart, NIET op achter
kant.
BETALING VAN TONG-TONG.
1Wie zijn krantje niet ontvangt kan er prac
tise!) zeker van zijn dat hij achterstallig is.
2. We kunnen niet doorgaan met aanmanen. Dit
is in vergelijking met de lage prijs van het
krantje en de hoge exploitatiekosten onver
antwoord.
3. We verwachten van onze lezers dat ze ons
helpen en liever te snel en te veel betalen dan
te weinig en te laat. Dit is een INDISCH
WERK IN OPBOUW. Maak een Tong-Tong
aantekening op Uw kalender!
4. Wie na een paar maanden merkt dat hij ach
terstallig is geweest en snel geld opstuurt om
de ontbrekende nummers óók nog te krijgen,
kunnen wij NIET garanderen dat deze nummers
nog voorradig zijn. Voor sommige nummers is
namelijk de na-vraag onbegrijpelijk groot.
5. Nieuwe abonnées moeten zich aanmelden met
GELIJKTIJDIGE betaling voor minstens 2
maanden (fl,Eerst abonneren en dan
wachten tot wij een kwitantie sturen zit er
helaas niet bij. Wij zijn nog steeds straatarm;
nog steeds op één schoen en één slof, MAAR
WIJ GROEIEN TOCH!!
In Tong-Tong van 15 augustus meldden wij met
vreugd dat van Fred Belloni thans een 45-toeren
plaatje (een E.P.-tje) op de markt is. Het begin
van nieuwe roem? Maar de vreugd is aanmer
kelijk getemperd door het besef, dat er met de
interesse van de Indische mensen toch erg wei
nig ser i lis gerekend wordt. Dit E.P.-tje is er
een bewijs van, want het getuigt van onverschil
ligheid en slordigheid,
DE VREUGDE geldt dus alleen het feit dat onze
Fred „weer in de markt is". Dat het zover heeft
kunnen komen achten wij voor een groot deel het
werk van het legendarische cabaret Tong Tong en
van onze krant. Die vreugde wordt ook door an
deren gedeeld. Een echte totok uit Deventer
schreef Belloni: „Als muziekliefhebber en aan
staand leider van een New Orleans Style Jazz
combinatie wil ik hierbij mijn bijzondere waarde
ring over uw werk uitspreken U hebt u ge
lukkig niet laten beïnvloeden door al het andere
wat op de Nederlandse platenmarkt verschijnt,
w.g. J. G. H. VIESTER."
JAN DE WINTER, programmaleider van Phono
gram, de maatschappij die de Fontanaplaten op
de markt brengt, schreef „Prettig dat u zulke en
thousiaste brieven ontvangt. Ook wij ontvingen
van verschillende zijden berichten die er op wij
zen, dat uw plaat in goede aard is gevallen".
Op een vraag van een Indische luisteraar ant
woordde de heer G. NIBLAND van de AVRO:
„Wij zullen trachten de door u bedoelde plaat
in een onzer programma's te plaatsen". Aan deze
mededeling werd nog toegevoegd dat er plannen
bestaan om in het winterprogramma eenmaal in
de 14 dagen een Indische uitzending in te lassen.
Het blijkt dus wel dat er met de Indische mensen
in toenemende mate gerekend wordt, maar het is
nog niet genoeg en nog lang niet grondig genoeg.
Want over de plaat van Belloni heerst veel teleur
stelling. Wat is namelijk het geval? Als leider van
het orkest (van zeven man) staat op het etiket
Frans Popti, een Nederlands Hot-Jazz-violist. Het
kan wel zijn, dat men dat gedaan heeft om de plaat
„verkoopbaar" te maken met een bekende naam,
maar als Fred Belloni zelf de aanwijzingen geeft
en de correcties aanbrengt en de accenten bepaalt
tijdens de opname, wie is dan eigenlijk de leider?
Maar het vervelendst is wel de verwisseling van
de etiketten. Het stukje dat aangegeven staat als
„Kembang Ramping" is in werkelijkheid „Boeroeng
Koetjitjah" en het stuk dat aangegeven staat als
„Tanah Lahirkoe" is in werkelijkheid „Kembang
Ramping'.
En tenslotte: Waarom beweerde Fontana dat de
maximum tijdsduur van de stukjes drie minuten
was? Dat gold vroeger met de 78 toeren platen,
maar de 45 toeren platen kunnen bijna vijf minuten
muziek bevatten.
Laten we hopen, dat Belloni's volgende plaat ten
eerste correct betiteld wordt, ten tweede door een
groter orkest uitgevoerd wordt en ten derde niet
te lang op zich laat wachten. En zeker niet als
men Freds fenomenale „Langs Java's stranden"
gaat uitvoeren.
TJOH WEER IN ACTIE.
Tjoh de Fretes, de meest befaamde guitarist in onze
Indische muziekgenres, die onlangs als versteke
ling naar Holland kwam, is weer bezig een band
op te zetten. Dat wist de „Telegraaf" te melden.
Joyce Aubrey, die haar draai niet meer heeft
kunnen vinden sinds Rudi Wairata uit de Mena
Moeria's vertrok, heeft zich bij Tjoh aangesloten.
De hoop is gerechtvaardigd dat Holland binnen
kort weer een uitstekende Ambonese band rijk is.
Laten ze Tjoh geen krontjongspeler noemen, want
dat is hij niet.
Helaas heeft de hard werkende Lou Lima (Ming
Luhulima) geen kans gezien het verlies van Rudi
in de> Mena Moeria's goed te maken. Ming's ver
diensten liggen trouwens meer in de richting van
de krontjong dan van de swingende hawaiian-stijl.
Maar goed, nu gaat Tjoh weer aan het werk. Hij
schijnt zelfs al contacten te hebben met Philips.