x Mémoires van Oma Soesman VII „NEVER SAY DIE" 1001 AVONTUREN MET DE SOET1L Opa Samson vertelt Na het schitterende succes van de eerste aanplant en het gewettigd verwachten van een rooskleurige toekomst komt plotseling de grote ramp: de koffie blijkt ziek alles gaat verloren. Maar het Indië van toen zei altijd „never say die Hier verneemt de lezer hoe de Soesmans het roer moedig om gooiden naar een nieuw bestaan. Er werden experts bij gehaald en toen bleek, dat de oeret, een soort boorder, het hart van de jonge stammetjes leegzoog, waardoor de boompjes abso luut verloren waren. Bij de dag zagen we de mooie boompjes wegkwijnen, de bladeren werden geel en vielen af. Het is ongelooflijk en onbegrijpelijk, dat deze kleine beesten in de kortst mogelijke tijd enige ares grond totaal kunnen ruïneren. De Java-koffie- boom is er niet tegen bestand, ook niet tegen te drassige grond, zoals bij ons, maar de Liberia en Robusta, die groot van boon en grof van groei is, die had op ons land wel kunnen gedijen. Toen we langzamerhand tuin na tuin zagen af sterven, moesten we wel maatregelen nemen, want het kapitaal was zó geslonken en de inkomsten waren zo goed als nihil. Mijn man stak zijn voel horens overal uit en ging in op het advies van een groot tabaksconcern, dat ons hypotheek zou geven om de dure tabaksloodsen te bouwen. We moesten beginnen alle koffie uit te roeien, de gronden te draineren door vele sloten te graven, en zaadbed den aan te leggen. Toen de zaadbedden gereed waren besloten wij om eerst een proefaanplant te maken ter voorkoming van een tweede debacle. De plantjes waren sterk en heel mooi van kleur, ze werden op de velden uitgeplant, stonden schit terend, grote gave bladeren, zo gezien geschikt voor eerste soort, n.l. dekblad. Hoewel wij geen verstand hadden van tabak verblijdde het ons toch, dat de planten zo mooi en fris stonden. Toen onze tabak droog was, werden de nodige brandproeven genomen en alweer pech: de prach tige, grote bladeren waren te dik, vatten geen vlam, waren ongeschikt voor dekblad, wel voor snit. Dekblad moet n.l. erg fijn, sterk, vlug brand baar en mooi van kleur zijn, omdat deze bladen dienen om de duurste sigaren in te wikkelen (te dekken), terwijl snit slechts gekorven tabak is, die in de sigaar wordt gerold, dus onzichtbaar is. Het resultaat was dus: alle tabak als 2de en 3de soort verkopen voor zo'n lage prijs, dat men er de kos ten nauwelijks voor terug kreeg. Wij waren de wanhoop nabij, ons gezin bestond nu uit ons bei den en zes kinderen, waarvan de jongste pas 9 maanden was. Toch gaven we de moed niet op. De twee oudsten, nu 8 en 9 jaar, waren in huis bij een zekere Barones de Villeneuve te Malang. Ze wist van onze moeilijkheden, wilde de kinde ren bij zich houden, wat de eerste tijd financieel nog wel ging, maar later Tenslotte besloten we het land te verkopen. Er stonden pl.m. 25 werkmanswoningen, 2 loodsen, duizenden sadengs, die pracht bouwmateriaal wa ren, onze koeien, kippen, varkens, ons huis, een pracht boomgaard en veel gewas als mais, rijst, groenten, aardappelen, enz. Natuurlijk ging het niet zo gemakkelijk, vooral omdat het zo geïsoleerd lag. Mijn man kreeg diverse aanbiedingen, maar hij kon het land niet verlaten, anders zouden de vaste opgezetenen ook vertrekken, dan zou het land zeker niet te verkopen zijn, werkvolk is het voornaamste op een geïsoleerd land, dus we ble ven en pakten aan wat we maar konden om verder te kunnen boeren. Nu is de tijd aangebroken voor een eenvoudige tjap tjai. Daarbij kan verkedel goreng gegeten worden (krokante gehaktballen) of iets anders. Maar voor tjap tjai het volgende: Tjap tjai. Men neme spitskool (een kleintje) 2 ons peultjes, daon bawang (slaui), en wat selderij, een half ons gehakt, een ons varkensvlees, knoflook en bawang merah. In reuzel twee sioong knoflook en een ui fruiten, zijn ze verflenst (sedep) dan een ons varkens vlees toevoegen die vooraf is gekookt in kira-kira een kwart liter water en wat zout. Dan een half ons gehakt, gekruid met wat noot en peper, in kleine frikadellen er in koken. In de tussentijd de spitskool in stukjes snijden, de peultjes doormidden breken, selderij en daon ba wang ook aan stukjes snijden. Alles wassen en tegelijk in de pan doen, even laten doorkoken, maar niet te lang, de groenten moeten knappend zijn. U kunt er vlak voor het opdienen bawang goreng op strooien Fricadcl. Een half pond gehakt met vier of vijf grote aard appelen kneden, zout, peper, noot naar smaak toevoegen, een ei kloppen en er bij doen. Dan in kleine ballen bakken Heel eenvoudig dus. TANTE D, Empal daging. Twee ons braadvlees gesneden in stukken van een vinger dikte. Koken in ongeveer een kwart liter water en een halve lepel asam zonder pitten. Zout en een theelepel laos toevoegen. Net zolang koken tot het water verdampt is en dan af laten koelen. Even voor het eten in boter of olie bruin bakken. KOKKIE, BEGRAFENIS MET GYMNASIALE EER. Ik was nauwelijks twee maanden op het Gym. toen één van ons, van mijn lichting, Frans Netscher, aan typhus in het Tjikini-ziekenhuis op Raden Saleh Laan overleed. In de loop van de school tijd dus niet in het laatste lesuur, ging het „order boekje" rond, waarin het sterfgeval werd bekend gemaakt, met vermelding, dat de begrafenis om 4 uur in de namiddag zou plaats vinden vanuit het Ziekenhuis op Raden Salehlaan en de order aan alle leerlingen van de school zonder onderscheid, om uiterlijk half vier aanwezig te zijn op Parapat- tan hoek Kebon Sirih. Daar stond in het midden de Centrale van het toen nog Particuliere Tele foonnet. Kleding zwart zoveel mogelijk. Petten op. De order ging niet uit van de Directeur, maar van de 5de klassers. Het trof ons new-comers zo, dat het ging om één van ons en die; order kwam van de hoogste klasse. Het was geen bevel, waar aan wij ons hadden te onderwerpen, maar een oproep, waaraan ieder gehoor gaf, omdat hij of zij voor zichzelf niet wilde gerekend worden buiten de linie te staan. Wij vormden tezamen één geheel. Teamgeest. Op tijd waren wij op de vastgesteld plaats. In structies omtrent de opstelling. Eerste klassers eerst en zo hoger. Vooraan de slippendragers, klasgenoten w.o. een meisje. Toen van ver de stoet zichtbaar was, hadden wij Om uit te knippen en te presenteren aan onze Hol landse vrienden om aan te tonen hoe wij in Indië leefden na overmaking van de „baten naar het vaderlandOok in te lijsten als moderne foto- studic onder de titel „De Bril en het Polshorloge" Of als illustratie voor een keukenrecept: Lemper Blanda ls.imewa. ons in twee rijen opgesteld op een afstand tegen over elkaar ruim genoeg om de lijkwagen door gang te geven. Het commando: „Geeft acht!" en het vaandel ;n de kleuren groen-oranje en zilveren franjes in rouwfloers, liep met de vaandel-wacht de hele rij langs van achteren naar voren en wij stram in de houding met de hand aan de pet brachten het saluut. Het was een ontroerend moment, de jeugd in hun onbezorgdheid en uitgelatenheid te worden gecon fronteerd met Z.M de DOOD. Daar ging één van ons. Dat had net zo goed ieder ander van ons kunnen zijn. HEDEN IK MORGEN GIJ. Ons werd toen als hei ware voorgehouden, dat het „Memento Mori" (Gedenk te sterven) ook voor de jongeren gold en ons jeugdige leeftijd geen geruststellende waarborg was, dat de eindpaal nog ver verwijderd was. Het was dan ook een aan grijpend gezicht de lijkwagen met aan weerszijden drie jongens en een meisje als slippendragers, het vaandel in schuine richting gehouden, de lange rij van jongens en meisjes, petten en baretten op de hoofden me. de emblemen, dat een ieder eerbiedig bleef staan. Op het kerkhof Tanah-Abang was de haag door gedrongen tot in het kerkhof om de kist met daar op de pet gedragen door vrienden door te laten met daarachter de ouders, broers en zus, naast dezen het vaandel, en wij onmiddellijk aansluitend. Huis en school waren de dode het meest nabij. Bloemen werden gestrooid door de direceur, ook uit naam van de leraren, die allen waren meege komen, door een 5de klasser uit naam van de school, door een klasgenoot uit naam va zijn klas se en door een meisje uit naam van de meisjes als zovele groeten aan één, die was heengegaan van ons die achterbleven. Na afloop in dezelfde rij terug weer het leven in. vaandel ontdaan van de rouwfloers in het midden, naar het schoolgebouw op Salemba, waar de stan daard moest worden afgegeven en opgeborgen. Een afstand van ruim 7 km. De meisjes konden met de tram naar huis, doch wilden niet. Wij waren partners met dezelfde rechten en plichten. Op het schoolerf werd de stoet ontbonden. Als ik zo terugdenk, dan vraag ik mijzelf af, wat na het tijdsverloop van meer dan 60 jaar van die lange rij is overgebleven Velen zijn dezelfde weg opgegaan. V/ij vallen uit, anderen nemen' het van ons over. De garde sterft, maar versaagt nimmer.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1958 | | pagina 6