Indische Vrieoden in de etalage
4
Door prof. dr. L. v. d. Pijl
Neen ik heb Tjalie nog nooit als etalagepop achter dc ruiten zien staan met de bekende
armenhouding van: Kan ik het helpen, dat het zo duur is! ïk wil hem dan ook niet aanbevelen.
Ik bedoel plantaardige vrienden, die telkens een schokje van herkenning veroorzaken. Het ge
noegen schijnt niet altijd wederkerig, daar vele bekenden erg duur doen en zich met een beter
klinkende naam sieren. Neem nou die gewone wedusan of babadotan, het ordinaire
onkruid met de blauwe kwast-hoofdjes, Stelt zich hier in de winkel voor als Ageratum. Is wel
een beetje opgedirkt, wat voller en blauwer maar aat zich hiervoor ook betalen. (Hierbij
s.v.p. geen commentaar op bekenden). Het ranzige luchtje van de badot heeft hij ook
afgelegd. Enfin, dat past bij een land waar een schaapscotelet niet schapig mag rieken en
waar knoflook reukeloos moest zijn.
KIJK NOU!
Kijk nou hoe aardig TONG-TONG is en hoe veel
aardiger hij nog worden kan! Allemaal verhalen
van ons onbekende mensen. Als we de vertellers
van die verhalen wèl kenden, zouden we ons mis
schien zó ergeren aan andere eigenschappen, dat
we die mensen niet meer zouden willen zien Maar
zo is het met alles wat geschreven wordt. Hoe
zouden we misschien een ruzie gehad hebben met
een Guy de Maupassant of een Shakespeare en
misschien wel in schrik weggelopen zijn voor een
Iwan Tolstoi! Vele van de beste schrijvers zijn vol
komen ongenietbare mensen.
Maar zelfs de ongenietbaarste mens kan een stuk
vrij maken van zijn geest of een verslag geven
van bepaalde daden, die wèl acceptabel zijn, ja
zelfs bijzonder mooi en verheven. En dat is het
wat wij zoeken: altijd het betere, het opvoedende,
het genezende. Daarom lezen wij. En daarom is
het goed anderen te laten lezen wat wij hebben
meegemaakt of doordacht.
Daarom ook wendt TONG-TONG zich van nie
mand af, „riskeert" de omgang met iedereen (zo
als elke normale krant geen „tinka s heeft over
bepaalde lezers) en nodigt IEDEREEN uit in haar
kolommen te schrijven, die wat te vertellen heeft.
TONG-TONG kent geen rasdiscriminatie, geen
standsverschil, geen politieke of religieuze afschei
ding. TONG-TONG weigert ook een Indisch Ne
derlander (wie ook!) te verwerpen, al heeft hij
90% kwaads in zich, zo lang er nog die andere
10% aan zit, die weldadig kan zijn voor anderen.
En dat deze gedragslijn goed is, dat bewijst toch
TONG-TONG elk nummer weer?
Kijk nou, kijk nou!
BENTIET-VRIENDEN.
Wanneer Si Bentiet af en toe niet verschijnt en
naar sommiger mening niet genoeg soortgelijke
stukjes in TONG-TONG staan, bedenk dat de
redactie dit doet om gevoelens van andersdenken
den niet te veel te kwetsen. Dit gaat uiteraard
op voor ongeacht welk stukje of welke stijl ook.
Er komt genoeg in TONG-TONG dat wij per
soonlijk eigenlijk ook niet zo zeer appriciëren, maar
waarvan wij weten dat er veel lezers zijn, die het
wél aardig vinden. Het redigeren van een Indisch
blad is een uitermate delicate zaak: stokken om
te slaan, staan overal klaar. TONG-TONG wil
ALLE Indische Nederlanders bijeenbrengen en is
dus wel gedwongen voor elke handdruk die naar
rechts gegeven wordt een muilpeer van links te
incasseren. En omgekeerd. Gepeperde, kwetsen
de en hooghartige brieven krijgen wij genoeg, maar
het doet ons goed dat uit milieus van beter ont
wikkelden geen verwijten komen, maar zelfs voort
durende hulp. Dat TONG-TONG sommige „fou
ten" blijft maken, b v. Si Bentiet, komt door een
soort koppigheid bij de redactie om eerlijk te wil
len blijven. Of immers TONG-TONG petjo op
neemt of niet, dit taaltje IS er en leeft in alle plaat
sen in Nederland. Ook schamen wij ons om ons
ervoor te schamen, want geen één Europeaan doet
dat. Ikzelf denk b.v. graag terug aan mijn redac
teurschap van „Wapenbroeders" toen ik twee
soldaten opvoerde, Taaie en Neut, die ALTIJD
„plat" spraken. NOOIT, zegge en schrijve NOOIT,
heb ik van één Hollander (en er waren 200.000
Hollandse jongens in Indië) één klacht hierover
gehoord. Integendeel, men vermaakte zich er kos
telijk mee! Waarom is de Indischman dan anders!
T. R.
Soms zie je in een dure zaak onze oude Sahara
of tjente onder zijn zondagse naam Lantana. De
naam is geen tembelek ajam en de prijs geen kip-
penp En dan te bedenken dat je eens een uur
lang door deze pestilentie hakte om op een heuvel
te komen! Even een blaadje wrijven, ja dat is
de geur van die tocht. Ik, voel weer de doeris in
mijn huid.
Evenzo zie je hembang sepatoe uit de pagger als
een kostbare potplant. Ja, zegt de bloemenman, 't
is duur, maar dat is voor al de moeite van het
kweken in de kas. Lach nu niet spottend. Vertel
ook niet dat je vroeger maar wat stekjes ervan
in de grond stak om drie maanden later een heg
te hebben. De man zal je van tuinmans-Latijn ver
denken. Hibiscus, zo zal hij doceren, is een kost
bare bloem van de hula-hula-girls.
Slik Uw verhaal over katja-piring (hier Gardenia)
en kajoe merah (hier Poïnsettia of Kerstster) als
heg dan ook maar in.
Pas in de winkel speciaal op met Gerbera s. Ik
kwam eens binnen met een oude vriendin uit Java
en vroeg naar de prijs. Wat een gulden of zoiets.
Ik legde de bos hoofs in de lieve hand. Brr de
prijs was per bloem. Zoiets geldt ook voor de
kembang soengsang, wild in de heuvelen van Se-
marang. 'Hier een bloem, eerbiedig apart gezet in
een vaasje, met het etiket „Gloriosa of Pracht-
lelie".
Och, tenslotte kostte een haring op Java ook
twee of drie gulden.
U vraagt hoe ze de kapoe merah. die thuis in de
droge moesson zo vlammend rood werd, in Ne
derland met Kerst zover krijgen? Wel het is niet
alleen een kwestie van droogte, maar ook van
daglengte. Zodra de dagen bijna even lang gaan
worden als de nachten, gaat de plant tot bloem-
aanleg over, wat in december tot rode lokbladeren
leidt. In de tropen is deze voorwaarde vanzelf ver
vuld.
De Miana of djawer koto)Ij uit Uw oude tuin, met
de rood-grauw-wit gevlekte bladeren in talloze
kleurvariëteiten is hier een echt kasprodukt, dat
warmte en vocht verlangt. Het heet dan Coleus.
Men vindt de gevlekte bladeren van de Sanseviera
steeds meer in potten voor de ramen. Het is een
van die planten die vroeger lida boeaja genoemd
werden en die perkranden vormden van stijf-recht-
opstaande „soldaatjes". Ze kunnen goed tegen
zon en droge kamerlucht. Zelfs tegen centrale ver
warming, de schrik der planten. Ze zijn dan ook
van nature vette droogte planten. Ook de Olean
der is van dit kaliber. Met de Chevelures (Se/fier
in Indië) gaat het veel lastiger. Ook met de pakoe
oentjal of Hertshoornvaren, die in de winkel nog
fris is, maar in de kamer licht verdroogt. Laat U
niet te gauw verleiden. En erger U niet als bloe
mist de pakoe oentjal verticaal in de pot zet. De
man kan niet weten dat de plant zijdelings aan
gebracht wenst te leven. Als U een echt Indone
sische herinnering blijvend wilt hebben, neem dan
een karet, de Ficus Elastica, die groeit hier tien
maal zo langzaam als vroeger thuis, maar ver
draagt dan ook alles, zelfs werksters. In betere
etaiages staan de gekleurde taaie bladeren van de
poering (een struik). Gebruik hier niet de in Indië
als officieel geldende naam Croton. Die is fout.
Bestel dus: Codiaeum.
Nu moet ik tenslotte een illusie wegnemen en U
behoeden voor opscheppen. (Beweer niet tegen een
tuinman met boekjes, dat al het bovengenoemde
Indisch is (al is dit een ruim begrip). Tropische
tuinen zijn een allegaartje uit alle tropen. Veel
van de besproken vrienden zijn Amerikanen of
Afrikaners. Op Java hoogstens „warga negara
boekan asli".
Wilt U een obat makan van daon oerat besef dan
dat dit een Europeaan is, die de gehele wereld
binnengedrongen is en in Nederland nog steeds
wild groeit als Weegbree.
En hebt u voor boemboe van ender alias adas
sowa nodig, dan wel adas ketoembar of djinten
poetih, verkijk U dan niet perse in Indische etala
ges (met soms tweedehandse invoer) maar koop
deze in wezen meer Europese kruiderijen onder
hun goede namen van resp.: Dille, Venkel, Korian
der en Komijn.
En wilt u weer eens krokot proeven (gezegend zij
dit onkruid, dat mij clandestiene groente ver
schafte in de kamptijd), bestel dan gewoon de
veredelde vorm als postelein.
Dat U de terong in de etalage hier aubergine
moet noemen en dat tenslotte dit verfoeide massa-
voedsel uit de betere kampen hier een luxe is, dat
bemerkte U reeds.
GOEDE RAAD
Onze welmenende raadgevers, die ons o.a. advise
ren om gelden of althans interesse te vragen bij
grote instellingen en rijke Indische Nederlanders,
willen wij bij deze verzoeken ons dit advies niet
meer te geven. Het is een pijnlijk, immers een nut
teloos advies.
We hebben het namelijk uittentreure gedaan en
de brieven liggen bij ons ter inzage, waarbij onze
verzoeken van de hand werden gewezen. Men
heeft óf helemaal geen interesse in ons streven óf
is bang dat wij een sectarische groep gaan vormen
of men soupeert zijn geld liever alleen op.
Eerlijk gezegd zijn wij ook verlegen geworden om
hiermee door te gaan. En eerlijk gezegd: wij heb
ben het ook niet nodig. Als er maar méér van die
energieke dames en meneren zijn, die werkelijk on
vermoeibaar op stap zijn om abbonné's te winnen!
Het zijn er nu nog maar een handvol, maar we
staan versteld over het werk dat zij verzetten. In
stilte. Zonder ooit te zeggen: „Zie je wel hoe flink
ik ben?" De oude Indische spirit! En verder: vrije
gaven zullen heus nog wel komen. Daar staat de
Indische vrijgevigheid om bekend! Laat ons Ne
derland tonen dat wij (net als vroeger) onze peul
tjes zelf doppen kunnen. Indische Nederlanders!
Maar wees eensgezind, wees trots, wees moedig,
wees koppig. Zet door!
WIE DOET MEE??? AAN EEN TONG-TONG REVUE?
Enkele initiatiefnemers onder de abonné's van TONG-TONG willen straks in de winter een
Indische Revue opvoeren, dat is dus al over een dikke twee maanden. Dus er moet flink
worden voorbereid en hard en efficient gewerkt.
Gevraagd wordt om: 1 regisseur, 1 boekhouder (voor de geldelijke aangelegenheden), lief
hebbers voor korte humoristische schetsjes, 12 meisjes en 12 jongens om een drietal dansen
in te studeren (géén beroeps! amateurs uit goede milieus die graag wat DOEN willen),
entertainers (met een solo-muziek- of zangstukje), hulpen voor décors ontwerpen en maken,
een dansmeester, een costuum-ontwerpster.
Hai! Die Indische Blue Bell meisjes (maar niet zo bloot want ke-tekouten!) van Den Haag,
kom op als je durft! Laat ons eens iets super de luxe maken.
Aanmeldingen eerst schriftelijk bij de redactie van Tong-Tong onder het motto „TONG
TONG REVUE". Wacht niet te lang. Meld U direct aan. Ouders, help mee!