6
V uistvechters
in de 20-er
jaren
Hiev volgt het slot van het interview dat een onzer
lezers, V.N.M., had met de bokser uit vroeger
dagen E. J WKok. Gebrek aan plaatsruimte heeft
ons helaas gedwongen hier en daar flink het mes
in te zetten. Maar het artikel heeft ettelijke namen
en toestanden in de herinnering teruggebracht. Wie
doet nu eens hetzelfde met de voetbal- of wiel-
rensport?
EEN BRUID EN EEN WELDOENER
Deze Pasar Maiam zal mij bij blijven om twee re
denen. Ten eerste maakte ik kennis met het
meisje, dat later mijn vrouw zou worden, die me
trouw zou volgen in alle ups and downs. Tijdens
de wedstrijden was ook mijn oude schoolvriend
Hcrmanus aanwezig, natuurlijk zochten we elkaar
op. Leo Hermanus had het verder in de maat
schappij gebracht dan ik. Hij was Griffier bij het
Landgerecht in Bodjonegoro en was nog altijd
meester in poekoclan. Deze ontmoeting had grote
gevolgen.
Omdat ik nog steeds buiten baan was, besloot
ik om in Madioen te blijven wonen. Ik logeerde bij
de familie De Jong en ofschoon ze zelf ook niets
hadden, namen ze me toch in huis. Om aan de
kost te komen, gaf ik bokslessen. De veearts Dr.
Singgih zorgde voor leerlingen, jammer genoeg
betaalden ze nooit, zodat ik ook niet veel verder
kwam. De Jong werkte voor Meneer Smelt, de
eigenaar van Autohandel Smelt van Kediri. Smelt
was erg sympathiek. Hij organiseerde een wedstrijd,
die hij helemaal belangeloos organiseerde; zo stelde
hij zijn ruime werkplaats beschikbaar. Intussen was
ik al getrouwd en het was letterlijk in het begin
hongerlijden voor ons Dus op de avond, dat ik
tegen Ferdinandus uit Soerabaja moest uitkomen,
had ik drie dagen tevoren zo goed als geen eten
gehad. Met een rammelende maag kwam ik in de
ring met de gedachte: ik krijg op m'n kop. Laat
Ferdinandus me nou in de tweede ronde een rab-
bitpunch geven, waardoor hij gediskwalificeerd
wordt. Ik zeg eerlijk, boeng, ik stond ook op het
punt, om van de kelaparan door de knieën te gaan.
Maar nauwelijks had de referee mij als winnaar
uitgeroepen, of ik sprong de ring uit, liep zomaar
in mijn badjas naar De Jong en zei; geef mc voor
schot. En daarmee liep ik naar mijn vrouw en
trok haar mee naar het Chinese restaurant. Daar
heb ik dus in mijn badjas zitten „fileren", wat je
noemt. Voor deze wedstrijd kreeg ik een bedrag
van f 127,ga maar na, wat het betekende in het
malaisejaar 1933!!
Op een zondag kwam Hermanus me opzoeken.
Op een gegeven ogenblik vroeg hij me, of ik wat
van pentjak afwist. Niet erg veel. Van het een
kwam het ander en zo stonden we voor een par
tijtje tegenover mekaar. Je weet wel, boeng, langkah
satoe, langkah doea met kembang dit en dat. Om
kort te gaan: Hermanus was erg met mij ingeno
men en stelde me voor, om in Bodjonegoro te ko
men wonen. Hij garandeerde alles: woning, baantje
en zo kwam het, dat we enige tijd later van Ma
dioen afscheid namen en in de bus zaten van
Madioen naar Bodjonegoro. Leo was zo sympa-
tiek, om me op de passer af te halen; hij woonde er
trouwens in de buurt Even later betraden we onze
bescheiden woning. Alles, letterlijk alles was er
al. Moet ik nog zeggen, hoe dankbaar wij waren?
In zon kleine plaats als Bodjonegoro was Leo
Hermanus griffier en werd vanzelf tot de voor
aanstaanden gerekend. Leo zette voor mij een boks
school op poten, daarvoor was zijn erf groot ge
noeg. Hij wist zelfs te bewerken, dat de Assistent-
Resident zijn jongens bij mij les liet nemen. Maar
nu was het financiële gedeelte goed geregeld. De
eerste avond, dat ik les gaf, had ik al een f 28,-
schoon binnen. Later zelfs bij de vijftig pop. En
dat in het goedkope Oost-Java. Tjoba: een ei kostte
een cent, en een kip alleen een gobang. Zo kwam
het, dat ik, dank zij Leo, al spoedig op eigen benen
kon staan door al die bokslessen. Het lesgeld was
drie pop per maand en de jongens trainden meest
al op zaterdag. Langzamerhand raakte ik er be
kend. Moet je horen: eens liepen mijn vrouw en ik
samen op de passer. Opeens hoor ik een ijs lilin-
verkoper roepen. Ajo, ajo, mensen, eet ijs lilin
Kok, dan wordt je net zo sterk als onze bokser.
Tjoba, toch, dat ze zelfs ijs lilin naar me hebben
genoemd!
De „Jaarmarktperiode"
Ik ben uit Bodjonegoro weggegaan omdat ik een
baan kreeg bij de Gemeentelijke Brandweer van
Soerabaja. Je kan nu spreken van mijn Jaarmarkt
periode. Het eerst kwam ik uit tegen een Filippino.
Als goeie katholieken zullen die lui nooit nalaten,
om een kruis te slaan, voor ze beginnen. De match
in een draw. Ik moest in de achtste ronde tegen
Pierre Lazar de strijd staken op last van de dok
ter. In die dagen kwam Fighting Mieck opzetten.
Zijn naam zegt het al: hij is allereerst vechter. Hij
weet wel zijn kans af te wachten, en te benut en.
Hij bokste tegen Ties Lazar, die het in de negende
tegen Jaguar Singh, die ook in de ring zijn tul
band ophield. Ik herinner me, dat de jury Jaguar
ronde moest opgeven. Johnny Meyer kwam er uit
Singh als winnaar aanmerkte, maar de scheids
rechter besliste andersom., Lazar bokste tegen Dolf
van der Goes, de jongste en vier sportieve broers,
uit Banjoewangi afkomstig. In deze tijd kwam ook
de jonge garde van Marineboksers: Spetter, Plek-
ker, Dreessen, Walandouw, Smit. Op de Jaar
markt bevonden Dreessen en ik een draw, later
legde ik het in de zesde ronde af tegen Smit. Ik
moet wel zeggen, dat er bij de Marine streng de
hand werd gehouden aan een trainingsschema. Al
les ging met een stopwatch.
Onder auspiciën van de „Gie Hoo" gingen Ferdi
nandus, de Javaanse bokser Sarno en ik later naar
Batavia. Ja, het spijt me om het te zeggen: we
hebben daar op onze kop gekregen, Ferdinandus
en ik moesten het notabene beiden afleggen tegen
Barthelemy, een leerling van Fighting Mieck.
In die tijd kwamen ook de Chinese boksers op:
Bobby Njoo en Hian Goan. De laatste was
scheidsrechter in de wedstrijd tussen de veelbelo
vende Bataviaan Johnny Koko en Johnny Meyer.
Dat was in de Stadstuin. Ook waren in die tijd
de helpers ondeskundig. Het gebeurde dikwijls, dat
ze hun bokser rustig lieten doorvechten, ook al
was hij groggy, als maar doorknokken net als bij
een hanengevecht adoe-adoean. Ik was bij deze
gelegenheid toeschouwer. Op zeker moment was
Johnny Koko helemaal groggy; hij wist niets meer,
wat er gebeurde, maar die helpers van hem lieten
hem doorknokken. Ook had Hian Goan moeten
ingrijpen, maar hij was nu eenmaal een rare. Zo
werd Johnny Koko tegen het canvas geslagen; het
bloed liep uit mond, neus en oren. Dat vond ik
ernstig en zei al tegen mijn buurlui: als er maar
geen beroerigheid van komt. Ja. hoor, de volgende
dag overleed Koko in het z'ekenhuis.
Ondanks dit tragische ongeluk zette Johnny Meyer
zijn carrière voort en een tijd later kwam hij tegen
Bobby Njoo uit. Ik was helper van Meyer. Zodra
ik Bobby zag, merkte ik, dat hij driftig was en
daarom zei ik tegen Meyer: John, let goed op, Bob
by is driftig. Je zult op punten verliezen, dat is
tanggoeng, maar ik geef je de raad om je kans af
te wachten. Masa, meneer? Heus, John. Zo begon
de wedstrijd. Net zoals ik had gedacht, was Bobby
opgewonden en verzamelde een hoop punten. Tot
dat Meyer een kans zag. Bobby kaatste namelijk
door de touwen terug, gaf zich bloot en Meyer
gaf hem er eentje net op z n kaak; Bobby werd
zelfs eventjes opgetild en kwam met een smak op
het canvas terecht. Een pracht van een K.O., maar
Johnny had zich lam geschrokken. Hoewel hij win
naar was, stond hij zowat te grienen van angst:
mogelijk had-ie Bobby doodgeslagen, net als Koko.
Gelukkig bleek het niet zo te zijn.
Hoe trainden jullie eigenlijk? Nou, dat was vaak
wat je noemt: maar raak. Erg individueel. Ik deed
veel aan hardlopen, waarbij m'n broer me op de
fiets gezelschap hield. Ik heb vaak wel meer dan
veertig keren het voetbalveld omgelopen Thuis
liet ik een zware zankzak met een vaart tegen
me aankomen, om mijn incasseringsvermogen te
ontwikkelen. Medische controle was er alleen maar
vlak voor het tekenen van je contract. Haast altijd
gingen we' naar dokter Saleh, die gewoonlijk alleen
maar naar je hart luisterde. Hij heeft me gewaar
schuwd, dat ik moest oppassen, maar ja, als je
jong bent, wil je niet luisteren. Kijk nu naar mij,
hoe ik er nou uitzie. Het is eigenlijk zo, dat alle
prestaties vroeger ten koste van je eigen body
kwamen;., omdat we het niet beter wisten, of eigen
wijs waren zoals ik
UIT DE PIONIERSTIJD VAN DE INDISCHE VOETBALSPORT
Een halve eeuw ligt er tussen het trotse Stadion Ikada in Djakarta van heden en de eerste kalver
achtige manipulaties met het bruine monster door de ..Toewan Besars van omstreeks 1900. Want
vroeger was voetbal nog echt een ..ontspanning der goden" en zowel in Nederland als Indië kwam.
Jan 'met de Pet (Pietjie) er nog niet aan te pas. Ook waren er toen nog geen voetbalvelden en
dartelde men nog rond op kebons, achtererven van Soozen en aloon-aloons. Geen voetbalshirts en
andere technische uitmonstering, maar in de badjoe tjina. de onderbroek of pyama (of een ouwe
toetoep) en op tuinschoenen. Het was vaak een waar feest, zon uitstapje uit de deftigheid of het
harde werk, zodat er een muziekgezelschap opgetrommeld moest worden liefst onder chique
Europese leiding.
Men lette op de figuur achter de muzikant met Ie ,,bót-böt met zijn jarretelle-kousebanden en
stoere officiersriem. En op de toewan besar geheel rechts in pyama, met tèpak duidelijk zichtbaar^
in de zak (om er gauw eentje te rollen als de bal weg was!) en horloge (om telkens te kijken of
het nog geen tijd werd voor de paitl). De man onder het kruisje is niemand minder dan de latere
Gouverneur Schnitzler (destijds controleur van Rembang).
Wij hebben zon idee dat de muzikanten in verbijstering het hoofd geschud hebben over de rare
bokkesprongen van deze Kandjeng Toewan Besars ah: de eerste tekenen van het naderende
verval van de Helden van het Avondland! Maar wat was dat een fantastische tijd!
4 oktober a.s. heeft „The Good Old" een rapat in „Rotonde Kurhaus"Scheveningen. „Old sol-
diers never die