De bekende Tjalie Noordhoorn Boelen djagoer in de bokssport destijds stichter en redacteur
van „Sport in Beeld" onder de naam Samuel Pickwick, stuurde ons uit Australië enkele oude num
mers toe van dat blad, waarin we bovenstaande foto aantroffen van de schietclub BATAVIER met
het bijschrift: „De heeren verzoeken geen ruzie met hen te maken daar ze speciaal zijn geoefend op
kopschieten!" boekan main!
Helaas kennen we maar één meneer op die foto: de knielende meneer in khaki. Dat is „ouweheer
Cijfer (omdat er ook een zoon Cijfer bestaat. Arie), wiens Colts en Parabellums overigens niet
alleen knalden op de schietbanen, maar ook op den athletiekvelden (hij was bestuurslid en starter).
Maar wie zijn de andere gentlemen in toetoep? Lezers, stuur ons de named van wie u kent.
Schutters zijn behoorlijke mensen. Denk maar aan het vers:
„De heerser over hart en land
Is vast van oog en vast van hand!"
(Door een Indisch dichter gemaakt.)
ZIJ DIE STERVEN GAAN, GROETEN U
„Ave imperator, morituri te salutant!" „Wees ge
groet, keizer, zij, die gaan sterven, groeten u!"
Het is een heel oude groet uit een heel oude histo
rie, maar het is één van de mooiste groeten die
de geschiedenis der mensheid kent -en daarom
is zij onsterfelijk.
Eens was het de groet van de gladiatoren, die in
de arena's van het oude Rome elkander bevochten
op leven en dood. Om de keizer en de senatoren
te plezieren en de rijke nietsdoeners en het dub-
beltjespubliek, dat kwam om sensatie te hebben.
Geb eurt zoiets niet meer?
Als wij de overlijdensrubriek van de Nederlandse
kranten lezen, dan komen wij vaak een naam tegen
die herinnert aan het oude Indië. En naam die
ONS veel zegt van een leven van moed, opoffe
ring, volharding, grootheid van geest -- op welk
gebied ook De naam van iemand die zijn leven
jang als wij allen in Indië het imperium ge
diend heeft. Maar HIER kent niemand die naam;
HIER in de redactionele kolommen geen gedenk-
woord. Hier gaat geen journalist bij familie en
vrienden gegevens zoeken voor een respectvol ar
tikeltje. Ergens is weer zo'n bruine of gebruinde
immigrant gestorven. Punt.
Vo:r ONS echter is zo'n overlijdensbericht een
laatste groet van een gladiator. We zijn geschokt
en we zitten even met een prop in de keel. Hoe
vreemd te leven in een land, dat men zijn leven
lang gediend heeft, maar dat ons niet gekend heeft
bij leven en ons niet eert bij het sterven. We vra
gen er niet om, verre van dat maar ergens zit
toch een hondse en onvergeeflijke ondankbaarheid.
Ja toch?
Wat denkt u: zal TONG-TONG voortaan in zijn
kolommen een klein hormat-parasolletje steken
voor deze overleden gladiatoren? Neen neen, geen
barbaars gebruik, geen bijgeloof, maar een dood
gewoon eenvoudig eretribuut, een laatste groet.
Lezers van TONG-TONG, schaamt u hiervoor
niet. En schrijf waar u ook van zo'n geval ver
neemt een kleine laatste groet van kameraad
schap of respect voor een soldaat, een chef, een
sportmakker, een maatje. Vergeet niet dat wij aan
zulke mensen destijds ook een leven dankten van
voorspoed, geluk en tevredenheid. Help te onthou
den!
JACK NERO GEEFT EEN LESJE.
„Waar gewerkt wordt, daar worden fouten ge
maakt", schreef ons een mej. B. Brookman uit
Rotterdam, en wees ons op een vergissing in de
registratie van haar abonnement. Geen gepiqueerd-
heid of langtenigheid, dat remt het werk maar!
Een voorbeeld hiervan gaf onlangs ook Jack Nero,
een vuistvechter uit vroeger jaren in Indië, die er
in de beschrijving door een ander bokser (vuist
vechters in de 20-er jaren) niet zo mooi op gezet
werd. Jack had alle reden
om kwaad te zijn, maar
schreef ons een beleefde
brief met de mededeling
dat de verteller zich vergist
moest hebben. Bij raadple
ging van de verteller bleek
dit ook inderdaad het ge
val te zijn. Excuses wer
den aangeboden en vrien
delijk aanvaard.
Boksers die dit lezen zul
len dit een heel normale
gang van zaken vinden.
Maar buitenstaanders (die
boksers vaak beschouwen als vechtlustige en twist
zieke mensen) kunnen er nog een lesje uit leren:
waar mensen eerlijk en met goede wil tegenover
elkaar staan, daar kan geen twist zijn. We hopen
dat bij alle toekomstige vergissingen onze lezers
even kameraadschappelijk en groot van hartj zullen
zijn. En dan nóg wat: bij alles wat u voor Tong-
Tong schrijft: Dien de strikte waarheid. Tong-
Tong moet later overal bekend worden als een
document van betrouwbaarheid!
Met plezier drukken wij hier ook het portret af
van Jack Nero, zoals hij er nu uit ziet. Een grim
mige vuistvechterskop, een grimmige boksnaam,
maar een goeje baas, nietwaar!
OMAATJE
„Rehen, rehen, ruis Wij zitten veilig thuis
Doormaar rehen ruis Doormaar tot doot in
chuis!"
JE WORDT ER FILOSOFISCH VAN.
Als je zo zoetjes aan Opa geworden bent en je
hebt wat meegemaakt op de wereld, dan kan je
over de eenvoudigste zaken wijsgerig praten
al is het dan een folosofie met een knipoog en de
tong in de wang! Daarom laten we hier graag
Oom Klaas kedoea aan het woord, die eens met
Thamrin op de schoolbanken zat van Kebon Ke-
lapa, bij meneer De Boer!
De 4e school te Batavia is gelegen in Batoetoe-
lis, oftewel „Kebon-KelapaVoor degenen, die
Batavia de Molenvliet kennen, zullen weten dat
de buurt achter de Weeskamer „Batoetoelis" heet,
en in deze wijk ligt de 4e school. Vijftig jaar ge
leden zag dit schoolgebouw er erg eenvoudig uit.
De school was bestemd voor kinderen van minder
gegoede burgers. Daarom werd tijdens de 1ste uit
spanning aan de leerlingen voedsel uitgedeeld, zo
als: nasi-oedoek, ketan met klapper, pisang- dan
wel oebi-goreng, allemaal in een pisang-blad ge
wikkeld, en uit de hand gegeten.
De 4e school was voor mij de dichtstbijzijnde
school, en tot de 1ste school (d.i. de standing-
school) werd ik niet toegelaten, omdat mijn vader
nog „klerk" was. Eerst toen mijn vader bevor
derd werd tot „commies", bezocht ik de 1ste
school.
De leerlingen van de 4e school spraken over het
algemeen „slecht" Nederlands. Onderstaande dia
loog (in rijmvorm) moge e.e.a. karakteriseren:
Jan, jij haan naar waar
Ik ha naar kamp si-nees.
Jij wat doen daar?
Ik kopen water-eropees, aer-blanda)
Hoe dat smaken?
Priek, priek, in mijn neeeees.
Bij de eerste leesles moesten de kindertjes leren
spellen:
i-i-ik-k-k.
ik-ik-ik. (3 x ik).
Is het dan verwonderlijk, dat kindertjes opgroeien
tot egoïsten? Eerst „ik", weer „ik", en dan nog
maals „ik"!
Vervolgens leerden de kindertjes:
ee-ee-ee; t-t-f.
eet-eet-eet. (3 x eet).
Is het dan weer verwonderlijk, dat „Indische"
mensen, driemaal per dag een warme maaltijd ge
bruiken, hetgeen in Nederland niet alleen: on-ge-
woonte, maar ook, on-behoorlijk is. Is het dan zo
verwonderlijk, dat een Hollandse jongen, toen hij
met z'n fiets een Indischman bijna omver reed om
dat deze (vanwege „over-verzadigdheid" bij „Toko
Katjang") lodderig over straat liep, toe-schreeuw
de: „Hé, Indonesische doodvreter, kijk uit je ogen!"
De leesles gaat verder:
k-i-p; kip.
ik eet kip.
In het Indië van „tempo-doeloe" was een braad
kip erg goedkoop, maar in Holland betaal je je
„blauw" voor een kip. Als we toch altijd over kip
eten praten, is het dan een wonder dat de Hollan
ders „blauwen" „dure lui" vinden?
De slotzin van de leesles luidt:
Ik eet kip met
Hier moet blijkbaar een woord worden ingevuld,
bestaande uit meer dan één lettergreep, dat voor
de kindertjes nog te moeilijk was. Doch de „Indi
sche' jeugd verdiept zich niet graag in „moeilijk
heden", als het „gemakkelijk" kan. Hoor, hoe zij
het zinnetje aanvullen.
Ik eet kip met sambel.
Is het dan verwonderlijk, dat Indische mensen
dikwijls opvliegend van aard zijn. Anderzijds: Is
het ook verwonderlijk, dat het „hete spul" een
weldadige invloed uitoefent. Gelijk de „hete lucht"
de motor op gang brengt, zo is het „hete spul"
de stuwkracht van Indische mensen, getuige het
feit dat Indo's opgeklommen zijn tot de „hoogste"
sport van de maatschappelijke ladder, „trots aller
tegenwerking."
OOM KLAAS Kedoea.