DE HAAK
?£<\«W M - 'T f f;'4
R.I.P.
W*w
#%ZW 1 M y/ -
Onze snijvelder, bij ons bekend als Boong Hin-
drik, had zich door een rondreizende juwelier een
qouden polshorloge met dito band laten aanpra
ten, uiteraard op afbetaling. Hij was geweldig trots
op dit kostbare bezit, dat tegen zijn bruine pols
nogal opzichtig afstak.
Op een dag dat Boong Hindrik met „de baas
op een snijveld was, vroeg de baas hem hoe laat
het was.
Boong Hindrik: „Ik weet niet, nir.
De baas: „Heb je dan je nieuwe horloge met bij
je?
Boong Hindrik: „Niet 'nir. R.I.P."
De Baas: „Is dat dure ding nu al kapot?
Boong Hindrik: „Niet kapot, nir.
De baas „En je zegt R.I.P., dat betekent toch
rust in vrede?"
Boong Hindrik: „Ló, als bij mij R.I.P. ja „Rust in
Pandhuis!"
Dit is niet de brug bij Sengon. maar bij Lawang. nochtabrug.
wel? Tsk, tsk, tsk!
„Wat moet ik doen meneer? vroeg Sanders.
„Dwarsliggers halen".
„Hoeveel meneer?'
Dat dwong men om even na te denken, en ik keek
om naar de koelies die bezig waren op de brug.
„Twintig zal wel genoeg zijn', zei ik toen. Maar
eigenlijk wist ik het niet; we waren nog maar
pas begonnen met de herstelling en ik had nog
maar een globaal werkplan.
Sanders was opziener van Weg en Werken van
de SS en hij was aan ons toegevoegd met een
aantal koelies en de mededeling dat hij lastig was
soms dwars en agressief. Zijn kameraden noemden
hem Gekke Sanders.
Wel, hij heeft bij ons goed voldaan. Het was na
tuurlijk wel lastig dat hij zich niet met halve op
drachten liet afschepen, maar goed bekeken dat
hij gelijk, en hij deed zijn deel van het werk
goed en snel.
Die spoorbrug lag in een kloof vlak bij het sta
tion Sengon in de spoorlijn Lawang-Malang. Het
was een bijzondere constructie; een „vakwerk met
de buiging belaste bovenrand".
Dit zegt een leek niets, msar ik wist dat het be-
rekenen van dit brugsysteem niet eenvoudig is, en
mijn respect voor de ontwerpers ervan (de Dienst
Constructie en Bruggen van de SS) was daarom
groot.
De soesah waar we nu mee zaten was echter ook
niet gering.
Bij de bezetting van het gebied (1948) had een
vliegtuig n.l. met raketten op de brug geschoten
en een der onderranden finaal weggeslagen. Iedere
andere brug zou zijn ingestort, maar deze con
structie was ca. 30 cm doorgezak en verder blijven
hangen.
Om de zaak nu weer bereidbaar te maken moesten
we de doorgeslagen en beschadigde brugdelen
vervangen door nieuwe. Maar hoe kregen we deze
nieuwe rechte staven op hun plaats in de oude
doorgebogen en verwrongen constructie?
Ik hoef hier niet uit te weiden over de omstan
digheden waaronder we werkten. Er was voor ons
allemaal in die naoorlogse jaren maar één recept:
Geen geld, geen materiaal, geen mensen, geen
werktuigen, geen noem maar op. Alles was te
kort, behalve een soort argeloze lef om dingen te
proberen waarvan al bij voorbaat scheen vast te
staan dat ze zouden mislukken.
We hebben met primitieve middelen een werk-
vloertje van twee meter breed onderaan de brug
gehangen, zo'n 25 m boven het ravijn. De hellin
gen rondom waren n.l. onbegaanbaar steil en het
was uitgesloten er een steigerwerk te bouwen.
Sanders en zijn mensen hebben alle materialen
langs de spoorbaan aangevoerd. De opzichters
Van der Steen en Tjoa hebben met hun toekangs
de zware staven over de rand van de brug naar
beneden laten zakken en proefondervinderlijk on
derzocht of de werkvloer het zou houden.
Achtereenvolgens hebben ze toen de beschadigde
brugdelen gedemonteerd en vervangen door de
nieuwe, tot aan de laatste staaf.
Want die paste natuurlijk niet!
Maar daar wisten we raad op. Met een handlier,
drieschijfstakelblokken en een staalkabel van 13
mm versierden we iets om doorgezakte bovenrand
weer recht te buigen. De kracht die daarvoor no
dig was had ik globaal berekend op 20 a 25 ton.
Dat was 2 a 3 maal zoveel als de kabel volgens
de tabellen kon houden, maar nood breekt wet,
nietwaar?
Het ging eerst allemaal goed. Langzaam maar
zeker werd de doorgezakte ligger weer recht ge
trokken en schoof de laatste staaf op zijn plaats
langs de knoopplaten.
Toen boog de haak van een der takelblokken
open.
We hadden die door een der gaten van een knoop-
plaat geslagen en gelegenheid om hem te knevelen
was er niet.
Wat nu? Opgeven? Ander materiaal halen?
Alsof het Gouvernement crediet gaf om op de
zwarte markt inkopen te doen!
We hebben voorzichtig verder getrokken. Milime-
ter voor milimeter wonnen we terrein, terwijl de
haak verder en verder uitboog.
Het werd zenuwslopend. Toen we nog maar een
fractie verder moesten (klinknagelgaten moeten
zeer precies passen) was de stalen haak bijna recht
getrokken, maar daardoor ook vastgeklemd in het
gat.
Wanneer zou die losschieten?
Ik had iedereen van de brug gestuurd. Als er zo'n
spanning op de kabels staat, kan een losschietend
takelblok een mens verpletteren.
Maar iémand moest kijken of de gaten pasten
Dat deed Tjoa; hij hield zich vast aan het onbe
schadigde deel van de brug, vlak bij de knoop-
plaat. Ik stond aan de veilige kant van een van
de pijlers. De koelies aan de lier waren gewaar
schuwd zich vast te houden als de lier soms door
zou schieten
Pezen en spieren spanden zich. Zweet glom op
bruine lijven. In de hete lome stilte van de mid
dag hoorden we de pal van het lierwerk vallen:
Ting Ting Ting
De werkvloer kraakte. Ik hoorde ijzer op ijzer
slaan.
„Klaar meneer" zei Tjoa.
Hij had een stel-pen door een der gaten geslagen
en stak snel een paar bouten door de andere.
De haak had het gehouden.
Toen we later het blok losmaakten, bleek er met
grote letters op te staan 1 TON. Het was een
blok voor een touwtakel.
Wanneer er een ongeluk was gebeurd door het
breken van de haak dan zou men mij grove na
latigheid hebben kunnen verwijten. Zoals het nu
gelopen is heeft men mij er „op het platje har
telijk om uitgelachen.
Sanders had op een der landhoofden stil zitten toe
kijken.
„Hier heb ik respect voor" zei hij.
Wel Sanders, ik heb respect voor een heleboel
dingen uit de historie van dat verre land, net als
Tjalie.
Als ik in staat was al de verhalen na te vertellen
die ik gedurende enkele dienstjaren bij de SS
hoorde,, dan zou ik daarmee hele jaargangen van
7"T kunnen vullen.
Een legertje van spoorwegtechnici uit de middel
bare en lagere rangen heeft na de oorlog kans ge
zien heel dat ingewikkelde vervoersapparaat -'an
de SS weer op gang te brengen en draaiende te
houden. Maar vraag niet hoe!
Riskante improvisaties waren daarbij vaak aan de
orde van de dag. Zo nu en dan liep zoiets mis,
en dat bracht dan de zaak in opspraak, maar meest
al ging het goed en dan hoorde niemand er ooit iets
van.
Zo wilde het de traditie en de spirit van dat
spoorwegbedrijf, dat naar buiten slechts een dienst
regeling toonde en nooit onthulde welke kracht
toeren er soms nodig waren om „de trein op tijd
te laten rijden".
En ik zou wensen dat ik aan deze verbogen haak
nog eens enkele van die kerels ving met wie ik
zoveel heb meegemaakt daarginds langs de lijn
Waar zijn ze gebleven? Sanders, Van der Steen,
Tjoa, Dulong.
En de oude heer Naudin, Pierié, Fleur, Smit, Bar-
danau, Alexander en vele anderen?
Mijn adres is kort, Hanhart Schalkhaar.
DE RUISENDE BABOES.
We hebben zo zoetjes aan al heel wat naamsver
basteringen van baboes aangehoord uit het land
van de ruisende tjemara's. Maar dat ook Europea
nen er wel eens naast konden zijn, bewijst die
romantische zinsnede in een novelle van Willy
Corsari, waarin zij spreekt van „de wind die waait
door de tjelana's"