1001 10 Mémoires van Oma Soesman AVONTUREN MET DE SOETIL Nieuwe Plannen Vóór ons vertrek moest de nog resterende bevol king natuurlijk op de hoogte worden gebracht van de nieuwe regeling, nieuwe baas, enz. De wanhoop was hun nabij, hun Bapa, hun Mboek Poetih (witte moeder), hun anaks zouden heen gaan!!! Hoe zou de nieuwe baas zijn? Wij werden na een slametan door diverse mandoers en onze trouwe postbode toegesproken en uitgeleide gedaan tot Djember n.l. tot Soember Ketangi, alwaar mijn man een betrekking in de tabak was aangeboden bij een der grootste maat schappijen. Voorlopig nam hij de condities aan, zou zeker de nieuwe cultuur ook wel gauw onder de knie heb ben, maar omstandigheden omtrent aangelegen heden (buiten het werk om) noopten ons om hier niet te lang te blijven. Onze 2 oudste kinderen waren weer bij ons ge lukkig dus was het stelletje van 8 weer compleet. Met dubbele kracht stak mijn man zijn voelhorens uit en kwam op het idee om eens na te gaan of er iets te bereiken was op het gebied van bioscoop, vooral omdat hij sinds zijn jeugd altijd voor tover lantaarns en het fotogebied voelde. De eerste reizende cinema te Java was van een suikerlord Mr. Etty; ik meen in 1904. Met een tent, klapstoelen en planken trok die cinema van dorp tot dorp, gedreven door een locomotief. De films werden met de hand afgedraaid, zodat de bewegende beelden soms te vlug, soms te lang zaam op het doek kwamen tot vermaak van de bezoekers; een explicateur kondigde hier en daar iets aan van het komende beeld. Zowel Europeaan als Javaan genoot tóch, wij waren in die tijd niet verwend op dat gebied. Ik herinner me dat het entree vooraan 23 ct. was, geen belasting, geen bespreking, niets van dat al. Die goede oude tijd komt nooit weerom! De satéboer, katjang, chinees, enz., kon vrij zijn waar in de tent verkopen. Was er geen nieuwe film aangekomen, nou dan werd a 1 improviste een soort podium geplaatst en we kregen een populaire Stamboel-uitvoering, waarbij vaak de mooiste ope ra's werden vertoond door een stelletje in diverse kleren gehuld, stemmen als omroepers en visvrou wen, tot groot vermaak van de hoogste ambtenaar tot de minste ondergeschikte. Op een avond zou er een extra film zijn, de tent was tjokvol. Mijn man ontdekte een oud vriend, die bij zijn vader gewerkt had en die met race paarden een aardig kapitaal vergaard had. Ze zou den elkaar eens nader over diverse zaken spreken, want beiden voelden veel voor het cinemavak. Al heel spoedig was hun plan tot rijpheid gekomen, maar al was de opzet van zo'n cinema nog zo pri mitief, er ging een vrij groot kapitaal mee gepaard, zodat de vriend zekere Mr. v. E. naar Soerabaia vertrok om het nodige bedrag te zoe ken. Na enige dagen kwam hij met vaste gegevens bij ons met een gegoed man die er verstand van had, nl. Ir. de Br. Alles werd beklonken en zwart op wit vastgelegd. De heren v. E. en Ir. de Br. zouden het geld fourneren, mijn man zou het be heer en de exploitatie op zich nemen. Hij diende zijn ontslag tijdig in en de vendutie werd bepaald. Men probeerde hem tot andere gedachten te bren gen, ze wilden mijn man niet graag missen. Hoewel de tabakscultuur hem nog niet 100 pet. bekend was, men was overtuigd dat hij een prima werk man was en probeerde hem te houden met andere beloften, enz. Maar hij en ik bleven voet bij stuk houden: ons vertrek werd bepaald De twee oudste kinderen zouden voorlopig bij vrienden blijven, de 3e en 2e bij onze familie en de twee kleineren gingen met ons mee naar Soe- rabaja. DIE „LEUKE" INDISCHE MENSEN. Drie Indische meisjes zijn vrolijk en overdadig drukdoend een tram. ergens in Amsterdam, in gestapt. Het is er stampvol en ze moeten zich met een lus tevreden stellen. Er ontspint zich een ge zellig praatje tussen het drietal, met hier en daar wat Maleis er door heen. Dan komt er een heer langs, een Hollander zo op het oog, die hun on gewild wat opzij dringt met een beleefd: „Pardon, dames". Een van de dames kan niet nalaten commentaar te leveren en meent dit in het Maleis te moeten doen: „Ketêh ini koerang adjarmaoe desel-desel sadja! Reactie van de twee anderen, een onderdrukt gegiechel met uitroepen van: „Hoeje mop, sêh! en „Benar, neng!" De heer in kwestie geeft geen blijken van het een en ander verstaan te hebben. Lacht hen enkel wat geintereseerd toe. Aangemoedigd door het succes volgen nu meer dere op- en aanmerkingen aan het adres van die „gading pesing". Bij de volgende halte maakt de Hollander aan stalten om uit te stappen en dan klinkt het in onversneden Indonesisch uit zijn mond: „Per missie, nonni-2, ketêh pesing boleh liwat Si Pelip. mangie E. I. Weten de Sumatraantjes onder ons dat je van de toppen van de bloemkool zo heerlijk goeleh pakis kan maken? Ook voor oerapan is deze groente zeer smakelijk, al dan niet gemengd met taogé. Bij gebrek aan djantoeng pisang neme men Brus sels lof om petjel djantoeng te maken. Koop dan de korte dikke stronkjes. Hol ze bij de steel een beetje uit opdat het niet al te bitter wordt. Kook ze in zijn geheel gaar; even uit laten lekken en dan overgieten met petjel saus. Die maakt men aldus: oelek fijn 4 stuks gebraden kemiries, 4 rode lom boks, een theelepel trasie en wat zout. Leng dit aan met 34 glas echte santé kentel. Ik ben een echte anak Soerabaia en alleen daar kan je zo heerlijk koepang lontong snoepen. De koentji brambang bawang poetih patis lombok lontong, alles is hier te krijgen. Maar het voornaamste, de koepang, is er niet. Totdatik langs een viswinkel liep waar ge kookte mosselen op een schaal uitgestald lagen. Naaa, itoe dia!! Mosselen kerang koepang allemaal familie van elkaar! Gauw een potje ge kocht en gemaakt. Zaaaaligüü! Welke Soerabaiase weet een surrogaat voor se- BROODKOEK ISTIMEWA. Week 8 sneetjes brood (zonder korstjes) in wat melk, voeg er. als alles al fijn gemaakt is, 60 gr witte suiker bij, tevens wat krenten en in dunne schijfjes gesneden pisang 4 stuks). Be boter een springvorm en bestrooi ze daarna met meel. Doe er het deeg in en bak alles in een voor verwarmde oven met matig vuur in 1 uur gaar. Koppie toebroek erbij serveren, Krontjongmuziek op de pickup en maar genieten! F TANTE BERTIE N. Henk Swart, die reeds zo menige TONG-TONG- avond opluisterde met zijn over heerlijke kleuren dia's van de Betaiviese straat (en omgeving, van Padang tot Bali toe), heeft zijn best gedaan om die dia's te herfotograferen voor ons blad. Hier is er één van „akoer" met het jaargetijde van nu: doeren. m'angistan, ramboetan ach mijn hemel ja zo ongeveer de hemel! BEROERD PRATEN. Je kan het Julius niet zo gauw aanzien dat hij Indischman is in hart en nieren. Daarom (en om dat hij net als toen in Indië een open oog en oor heeft voor alles wat hier gebeurt) verneemt hij wel eens leuke dingen. Laatst zat hij in een bus achter twee imposante dames. LI weet wel: bont jassen, pince-nezs, klamboehoedjes. En voor die dames zaten vier Indische jongens moppen op te halen uit het oude Indië. Dat ons lekkere dialect daarbij royaal werd geserveerd, spreekt vanzelf. De dames luisterden een hele tijd kritisch toe. Toen boog de ene zich naar de andere over en fluister de: „Sau, haur je nou sellef datte se broert praote!" SAPOE LIDI Toen 'ik mij nog gauw even naar de kruidenier spoedde voor een paar boodschappen (nee, niet „blandja", daarvoor neem je de tijd!) zag ik ver derop in de straat Omaatje (met jas aan en hoed op) met een schopje en sapoe lidi wat vuil bijeen vegen in een vuilnisemmer. Ik zei: „Na itoe! De sapoe lidi is toch nog altijd beter!" Lachend keek ze op: „Heh ja!" Ik liep verder, maar kwam toch nog even terug: „Is u al abonné van TONG-TONG? „Ja. „Naaa! U moet dit schrijven aan TT, hoor, van die sapoe lidi! Als u het niet doet, doe ik het!" Dus wacht nog even, misschien doet ze het nog Wies. Ze deed het niet Wies, maar waarom zou je ook schrijven over wat zo natuurlijk is?" Zo'n Hol landse bundel „kapoeybakar" is toch geen be zem?!" zei laatst een andere Indische dame. Mis schien heb ik jouw Omaatje laatst in lijn 11 zien zitten. Met een vers gekochte sapoe lidi. Hield ze als een ruiker op haar schoot, rechtop. Een Hol lander naast me (schuins in de andere hoek) vroeg me: „Wat is dat?" „Een Indische bezem", zei ik. „Wat zijn dat voor rechte stokjes?" vroeg hij. „Nerven van het blad van de kokospalm", legde ik uit, „zo'n blad is zowat zo lang als deze tram wagen en zo breed Hij keek opeens nijdig een andere kant op. Die Indische mensen met hun sterke verhalen altijd. Wouën ze hém tuk hebben? Brrr! brieste hij. Ik keek gelaten. Tjalie. BABI TJOETJI. Wij kennen allemaal de babi tjin, de babi tjitji en de babi Tjitjo. Minder bekend is de babi tjoetji. Men neme hiervoor een dikke baboe tjoetji, goeloeng in boemboe, wikkelen in pisangblad, op de kachel. TONG-TONG erbij, kentong pintjang slaan (voor moord: het is een móórdgerecht!). Speciaal voor Indische Nederlanders die hun ko loniale prestige willen ophouden tegenover de brave thuis-Nederlander. TROTSE NAMEN. Er zijn Indische namen, die heel specifiek aan bepaalde delen van Indië gebonden zijn. Van Padang is bekend dat daar vandaan komen de Ruempol Hamers, de Daviesen, de Boons, de Theuvenets, de Edwards van Muyens, de Townsends. Ze zijn vaak erg trots op die namen en vaak terrecht! Ik kende een meisje Townsend dat een paar jaar terug (toen het erom spande of Prinses. Margaret zou trouwen met Peter Townsend) „O, Peter! Hij krijgt haar! Die jongens van Pa dang staan voor niets!" Hewèldihü

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1958 | | pagina 10