OORSPRONG EN TOEKOMST VAN DE Wageningen doet nog steeds belangrijk werk (Slot) De oorsprong van de rijstplant wordt Bengalen genoemd. Er zijn honderdtallen variaties. Na jaren en jaren verspreidde de rijst zich over de hele aardbol, waar het geëigende klimaat alle kansen bood. Reeds duizenden jaren wordt de rijst algemeen verbouwd in het stroomgebied van de Ganges. Zo wordt thans nog duizenden hectaren ladang in de archipel buiten Java en op Java honderden gogo met rijst beplant, zonder dat enige grondbewerking wordt toegepast, zonder dat ook maar iets wordt verricht tot bestrijding van onkruid of insectenplaag. Uit onderzoekingen van de laatste jaren is ge bleken, dat de gecultiveerde rijst het resultaat is van veelvoudige kruisingen tussen de talrijke spon tane vormen, die in opeenvolgende eeuwen werden gecultiveerd. ïn aanvang der 20e eeuw werd de rijstcultuur al zijdig in studie genomen door wetenschappelijke instellingen in Indonesië (te Buitenzorg), Japan, Italië, Spanje, Amerika en Rusland en eerst toen konden botanici hun aandacht schenken aan de delicate kwestie der classificatie van de talrijke variëteiten, die men in cultuur aantreft. In Buitenzorg was de „Landbouwdienst" reeds bezig met wetenschappelijke proeven, die helaas door de oorlog teniet zijn gedaan. Reeds ettelijke resultaten tot opvoer van de produktie werden bereikt. De uitgebreide toepassingen waren nog pas kort begonnen. Maar de onderzoekingen wor den voortgezet in onvolprezen Wageningen. Dr. Bolhuis occupeert zich met rijst. Ik zou mij lelijk vergissen, als Dr. Bolhuis de ernstige kandidaat- rijstverbouwer niet de nodige adviezen op het ge bied van die cultuur zou willen geven. Het zilvervlies Wij weten, dat spierwitte geslepen „beras" ontdaan is van zijn zilvervlies. Daarin bevindt zich de vitamine B, die zeer waardevolle stoffen bevat. Uitsluitend geslepen rijst eten is nadelig voor onze gezondheid. Vroeger was de beruchte berri-berri ziekte daar het gevolg van. Het is aan Dr. Eykman, omstreeks 1895, te danken, dat dat ontdekt is. Hij waarschuwde ons: „eet mooie witte rijst, maar dan ook met veel toespijzen van groente of ander voed sel met rijke vitamine B", De desa-man at over het algemeen zilvervlies-rijst met toevoeging van „boengkil", „tempé" en „ont- jom" en van die gevreesde ziekte had hij geen hinder. Maar stadsmensen, militairen en gestraften, die eenzijdig witte rijst aten, werden slachtoffers van de berri-berri. Ook het pluimvee had om die reden de ziekte onder de leden. Goed gedroogde gabah behoudt bij droog bewaren gedurende twee jaar haar kiemkracht. Rijst is een gewas, dat de oppervlakte van de bodem uitput en bij beschouwingen over de vruchtbaarheid van de grond moet daarmede terdege rekening worden gehouden. Bij de rijstcultuur op bevloeide gronden wordt de vruchtbaarheid door de bevloeiing op peil gehouden. Bij avond bloeien de paddi-bloemen niet. Het 1000 korrels-gewicht van de gabah varieert van 20 tot ruim 40 gram, dat van beras van 15 tot 35 gram. Het S.G. van beras is pl.m. 1,40. Het structuur, die de sawah haar grote geschiktheid voor de rijstbouw geeft, wordt verkregen door S.G. van gabah ligt tussen 1,10 en 1,25. De korrel minstens 2 x ploegen na overvloedige waterver strekking. Europese rijstbouw In Californië werkt men met machines van 150 pk, met ploegen die 10 voren tegelijk trekken, met geulentrekkers en dijkwerpers. Daar heeft men pètak's van 5 tot 12 ha, terwijl ze op Java slechts zelden 0,5 ha groot zijn, meestal kleiner zijn dan 0,5 ha. Voor het groot-paddibedrijf in Italië heeft men overplant-machines geconstrueerd om de methode der directe uitzaaiing, die men daar volgt te ver vangen door toepassing van het overplanten. Men hoopt op die wijze de hoge arbeidskosten voor het weiden te ontgaan. Het succes dezer machine is maar matig. Mechanische rijstbouw wordt aangetroffen in Cali fornië, Italië en Australië (in beginstadium in Suriname). Men is daar tot het gebruik van ma chines voor de veldarbeid overgegaan om de dure handenarbeid zoveel mogelijk uit te schakelen, maar rijst produceren tegen een prijs, die concurreren kan met de import, kunnen zij niet. In geen dezer landen kon de rijstcultuur zich handhaven zonder krachtige steun der regering, zich uitend in de hoge invoerrechten, die van de rijstimport worden gevraagd. Wageningen en wereldrijstbouw In het boekwerk „De Landbouw in de Indische Archipel" staat het hoofdstuk „Rijst" onder re dactie van K. v. d. Veer met medewerking van Dr. L. W. Kuilman en Ir. J. G. J. v. d. Meulen. Vele pogingen zijn er tot verbetering van deze cultuur geweest. De selectie der variëteiten wordt toegepast naar klimaat en andere plaatselijke om standigheden om de beste teelt te verkrijgen. Dan te trachten door veredeling middels kruising waar devoller planten te winnen. De bestrijding van ziekten en plagen, enz. Deze wetenschappelijke onderzoekingen waren ten voordele van Indonesië. In Wageningen staat men echter niet stil, de botanicus te steunen in zijn we tenschappelijk werk ten voordele van de hele wereld. Met ere kan dan ook vermeld worden, dat men de proeven van Buitenzorg thans voortzet. Het standaardwerk van Dr. Bolhuis zal eens de mensheid bijstaan in de voedseltoename voor de zich steeds uitbreidende bevolkingen. Nu nog in het kort de verwondering van ons, In dische Nederlanders, waarom wij ons zo lauw getoond hebben voor de verbouw van rijst. Vele zijn de redenen, die deze minder enthousiaste houding kenmerken. De voornaamste is het de volgende: De agrarische wet onder het ministerie De Waal in 1870, waarbij het verbod, dat niet inhemers geen recht hebben op de grond. Deposedering is niet geoorloofd. Gebruik van bevloeiingswater is zeer beperkt. Het adat-recht is licht van toepassing op de vreemdeling. Het desaverband mag niet worden verstoord, enz. Vele vaders van onechte kinderen werden in die tijd in vertwijfeling gebracht voor het al dan niet erkennen van hun kroost, gezien de, volgens hen, beknotting van het recht tot grondbezit. Hierover zijn boekdelen de schrijven OLLY. MISVERSTANDEN Een totoklerares aan de Bandoengse huishoud school vraagt aan één van haar leerlingen: „Noes, vertel jij me eens de oorsprong van het woord pasteuriseren". Antwoordt Noes: „Ah jupprou! Van Pa Steur tuurlijk!" H. v. HERWERDEN. Wij komen uit het land van de rijst. Maar hoewel wij in ons leven vele pikoels van dit kostbare voedsel hebben verorberd (en het In- dischmanschap zelfs werd gemeten naar de pi- koel rijst die de baroe gegeten had!) weten wij betrekkelijk weinig van dit voedsel af. Er zijn zelfs super-assimilanten die beweren beter Ne derlander te worden door dit hoofdvoedsel te vervangen door de aardappel óók een import- voedsel van Europa!). Statistieken wijzen ech ter onloochenbaar aan dat rijst als hoofdvoed sel meer en meer alle andere „hoofdvoedsels" verdringt. Ook (en in sterke mate zelfs!) in Europa. Men zou dus kunnen zeggen: hoe be wuster Europeaan, hoe meer rijst als voedsel! Ook zal er hoogstwaarschijnlijk (de bevolkings aanwas van Nederland in aanmerking nemend) in verre of nabije toekomst wel weer een groot aantal Nederlanders (dus ook Ind. Nederlan ders) naar andere werelddelen trekken. Zeker ook naar andere tropische streken, waar rijst verbouwd wordt. En dan is het wel zo nuttig iets af te weten van bouw, verwerking en an dere bijzonderheden van Rijst. En tenslotte: TONG-TONG is een Indisch blad. In dit blad verdient Rijst een ereplaats. Onder de „Olly" (die deze artikelreeks schrijft) verschuilt zich een uitnemend rijst- kenner en -eter!De redactie is hem zeer erkentelijk voor de wijze waarop hij ons, rijst- eters, leert ook iets van rijst te WETEN! ZOALS DE PADI GROEIT Wij uit het land van rijst weten wat het betekent: zoals de padi groeitJe hoort het niet, je ziet het niet en opeens: daar is de rijst, borden vol voor miljoenen hongerige magen. Een Steurtje zou zeggen: „Ló, noh niet eens wat-wat, al wat- watl" Als we aan de redactie-tafel af en toe verwijlen bij onze lezers, weten wij dat er TIENTALLEN zijn, die ongemerkt abonné's werven, op bezoek bij kennissen, op kantoor in tram en trein. We weten ook dat ze vaak de ergerlijkste onverschilig- heid, de ontmoedigendste critiek ontmoeten. Maar ze gaan door, ze gaan door, ongemerkt, „zoals de padi groeit". Zodat daar straks tóch het TONG- TONG-bordje rijst staat, royaal en voedzaam,, zelfs voor de lamlendigste kankeraar. Het voorbeeld dat deze mensen geven (hun brief kaarten en telefoons houden niet op!) geeft de leiding van TONG-TONG moed in de perioden van vertwijfeling en wanhoop. Opeens ben je weer trots dat je Indischman bent en ga je weer geloven dat er een tijd zal komen dat we niet langer zeggen: „Ik ben goed, HOEWEL ik bruin ben", maar: „Ik ben goed OMDAT ik bruin ben!" Maar dan zal er nog boekain main veet padi moeten groeien!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1958 | | pagina 6