VAN HIER EN GUNDER
„MERDE!"
TING-TING
KOKKIES WINKEL
TONG-TONG lezers kopen natuurlijk hun RIJSTTAFEL-ARTIKELEN
BIJ:
WITTE DE WITHSTRAAT 128 -I AMSTERDAM (W.)
,,Heus Tjaal, toen ik jullie blad toevallig in han-
den kreeg, was het mij alsof ik na weken lang op
dat beest ,,de viermansvracht" geposteerd te heb
ben, hem eindelijk met een welgemikt schot kon
omleggen! „Lego", weet je!
Veel, onnoemelijk veel, heeft men ons ontnomen!
Moedeloos ,vaak gebroken naar lichaam en geest,
boordevol „piekeran boetek" hebben wij voet aan
wal moeten zetten in dit onbekende land, dat ons
weliswaar zegt dat we hier thuishoren en waarvoor
we niet ondankbaar zijnen nu is daar Tong-
Tong, ONZE TONG-TONG, eindelijk weer iets
dat wij helemaal van ons mogen noemen
KLEINE TOK.
Voor wie het nog niet geraden heeft: waar een
Kleine Tok is, is ook een Grote Tok: twee blanke
Indo-broertjes (maar blank kaja totok), wier wieg
aan Krembangan stond. Denk niet dat ze jamme
ren. Krembangan-lui staan voor niets. Maar neem
ze NOOIT af wat hun dierbaar is al was het
maar een herinnering! Voor hen hoop ik, dat
TONG-TONG wérkelijk eens een viermansvracht
wordt.
Er zijn veel Indischgasten hier, die wél ,,kerasan
zijn in Holland. Gefeliciteerd. Maar denk dan niet
dat DUS allemaal het goed hebben. Er is veel leed,
dat niet met geld te verhelpen is. Op hen die het
goed hebben, doet TONG-TONG een ernstig be
roep: wees een geduldige, ridderlijke, behulpzame
Grote Tok voor alle Kleine Toks!
Voor mijn kinderen is het beter dat ik terugga
naar Den Haag, is dichterbij en voor mijn begra
fenis, ook daar ik 't liefst in Den Haag lig, als ik
toch in dit kikkerlandje moet liggen, anders eerst
terug naar ons lief Indië om eerst te genieten van
nassie petjil met rempèjè, of gimbal oedang, nasi
goedek of ajam, saté babi of ajam of daging, nasi
rawon met sambal taogë en kroepoek en de diverse
boeboer soengsoem tjandil, ketan item en tjendol
met tapé ketan Oma K.
Lach Oma niet uit. Ze zit in een tehuis waar alle
andere vrouwen plaatselijk dialect spreken en nie
mand haar verstaat. Laat haar uitpraten. TONG
TONG ontvangt tientallen brieven van geïsoleer
de Indische mensen, die snakken naar een praatje.
En zeg niet hard: „Aanpassen! Geen sentimentali
teit!" Oude bomen verplant je niet zo gemakke
lijk. Wij hebben onze oudste garde niet kunnen
behoeden voor verbanning, maar wij geven ze ook
geen EIGEN tehuis, want we hebben het allemaal
zoooo moeilijk of zoooo goed! Maar gelukkig
groeit het T jat ie Robinson Fonds. Eén van de
projecten: een INDISCH tehuis voor ouden van
dagen, opgebouwd uit ONZE bijdragen van
dankbare kinderen). Wat is onmogelijkMet een
kwart miljoenen repatrianten is ALLES mogelijk.
Als we maar WILLEN!
De TONG-TONG sloeg echt alarm om mijn adres.
Ik had sinds 1948 tevergeefs overal geïnformeerd
naar twee lieve mensen, met wie ik pl.m. 3 jaar
in Malang optrad en ook op toneel. De Tong-Tong
gaf hun mijn adres. Dank voor de medewerking
en tot wederdienst bereid. Zou je niet tegen beta-
lina een rubriek openen?
OMA SOESMAN.
TONG-TONG smaakt haast wekelijks het genoe
gen oude sobats weer bij elkaar te brengen, soms
door middel van TING-TINGS, soms door een
doodgewone naam onder een artikel of door een
foto. Hoe groter lezerskring hoe groter kans dat
alle zwervers tussen Sabang en Merauke elkaar
terugvinden!
Schrijft een baroe aan zijn ouders ergens in de
binnenlanden van Nederland: „Maleis, lieve
ouders, is erg gemakkelijk. Wil je je kleren dro
gen, dan zeg je maar tegen de baboe: „Je moer,
krenq!" (djemoer kering).
Mr. O. D. J. BEER.
Je blad heeft misschien gebreken en tekortkomin
gen, Tjalie, maar dat is juist zijn kracht. TONG
TONG is het meest MENSELIJKE blad in Ne
derland. Nergens die alwetende superhumane, zal
vende toon van de Ned. bladen. Het zal je overi
gens niet meevallen, want ook de Indische groep
zal wel door de Hollandse benepenheid en klein
burgerlijkheid zijn aangetast. In je blad leren wij
de Indischman kennen als een uitermate sympa
thiek mens. Jammer, dat wij hem niet eerder gekend
hebben. P, H.
Vergeet het Indische meisje niet, P.! TR.
Weet U hoe ik overal nieuwe abonné's voor
TONG-TONG win zonder moeite?
1. Ik maak er een gewoonte van steeds een num
mer van TONG-TONG in mijn jaszak of tasje te
hebben.
2. In treinen, wachtkamers, restaurants, overal
waar het maar even kan, zit ik TONG-TONG te
lezen (sommige stukken kan ik wel dromen, maar
het is leuk: dromen).
3. Ik houd het krantje altijd zo, dat andere men
sen goed de kop kunnen zien of een pakkende
foto.
4. Thuis ligt TONG-TONG ALTIJD op tafel.
Iedere gast is er even mee bezig als ik een kopje
koffie klaar maak of zo.
5. Ik heb briefkaarten bij me met een postzegel
van f 1,— er al op. Voor treuzelaars of losse
„belovers" sta ik meteen klaar. „Ping eruit, kaar
tje weg. Dito mijn giroboekje. Ik kom niets te
kort en voel me rijk. Mevr. v. L.
Vandaar misschien al die briefkaarten en giro's
met datzelfde handschrift! Raadsel opgelost. Veel
werk in Europa is zo opgebouwd. Klein, van on
der af, door een paar mensen met een dynamo-tje
in zich. TONG-TONG heeft ze dus ook. We
ZI]N geassimileerd. En nu gaan we groeien! Me
vrouw. duizend-en-éénmaal „Dank U!"
T. R.
Kan TONG-TONG niet op wat sterker papier ge
drukt worden? Iedereen op mijn kantoor leest mee
en ik krijg mijn krantje vaak beduimeld terug
W. S. A'dam.
Uw brief begint met „Kan TONG'Precies
daaraan moet U denken: aan Uw eigen kantong
en die van TONG-TONG. Al die leners komen
niet te kort, maar U komt tekort en alle betalende
lezers komen te kort. Want zo wordt onze beurs
nooit dikker, dus ook TONG-TONG nooit dik
ker. Pas op voor die leen-ziekte onder Indische
mensen. Denk maar aan de ervaring van Nono:
„Si Kampret, bangsat die frén: eers hij leen één
pop, dan hij leen vijf pop, dan hij leen honderd
pop, dan hij leen mijn Piat, dan hij leen mijn vrouw
kata-nja foor resepsi en dan kaBoer! En
nu boeoeoeoe-djang!" T. R.
Hedenmorgen betrad ik de drogisterij van de heer
Siauw en zei bij het binnenkomen: „Koelo noewon!
En toen merkte de heer Siauw op: „Nou U bent
het nog niet vergeten!" Dit was mijn kans. „Dat
vergeet ik nooit, meneer, want ik lees „TONG
TONG", het enige Indische blad in Nederland.
Het qevolq was, dat hij zich meteen opgaf als
abonnéHAVERKAMP.
Naar aanleiding van het artikeltje „Le garde meurt
enz. wilde ik even de opmerking maken, dat de
schrijver daarvan twee fouten gemaakt heeft.
Ten eerste: „La garde" is een verzamelwoord.
Napoleon heeft die „garde" ingericht, bedoeld als
keurbende, om in grote veldslagen de beslissende
aanval te doen. Hij onderscheidde daarbij de
oude garde en de jongegarde, al naar gelang zij
uit oud-gedienden of uit jongere soldaten bestond.
Men spreekt nog van „la garde nationale", of van
„la garde républicaine, la garde d'honneur enz.
Het moet dus zijn: la garde meurt et ne se rend pas.
De tweede fout is, dat Cambronne die mooie uit
spraak nooit gedaan heeft! Cambronne zou dat
gezegd hebben, toen in de slag bij Waterloo op 18
juni 1815 de Engelsen zijn overgave eisten. Maar
Cambronne (1770.1842die in die veldslag zwaar
gewond gevangen genomen werd, heeft altijd ten
stelligste ontkend, dat hij de bewuste woorden
gezegd heeft. Maar toch heeft men zijn standbeeld,
dat in zijn geboortestad Nantes voor hem is op
gericht, met die woorden versierd!
Volgens navorsingen van Houssaye in diens ge
schrift: „La garde meurt et ne se rend pas. His-
toire dun mot historique", is waarschijnlijk de
dichter en journalist Balison de Rougemont de uit
vinder van de woorden die hij in zijn Journal
général de France van 24 juni 1815 generaal Cam-
brone in de mond legt.
Wel is bekend, dat Cambronne met één woord de
eis tot overgave beantwoordde. Hij zeide „Merde
Naast de lelijke vertaling, die ik hier niet geef en
die U desgewenst kunt opzoeken, omdat dit blad
er te fatsoenlijk voor is, betekent het ook nog
„verrek" en dat zal Cambronne bedoeld hebben.
Ook is bekend, dat Cambronne, toen hij die krach
tige woorden hoorde, zeide: „Ik vind het keurig
gezegd, ik wou wel, dat ik die woorden toen
gesproken had
W. v. BELLEN,
Oud-Directeur der Paedagogische
Algemene Middelbare School te
Soerabaia.
P.S. Wij zijn werkelijk benieuwd of na deze cor
rectie weer een andere correctie komt. Leuk ja,
geschiedenis? Zo hardnekkig de eerlijkheid en waar
heid te willen dienen werd onze Indische ge
schiedenis maar zo grondig bestudeerd! Wie doet
daaraan mee??
In deze rubriek hopen wij kleine contactjes tussen
Indische mensen tot stand te brengen. En omdat
Tong-Tong voor zulke kleine seintjes wat sombong
klinkt, noemen we de rubriek maar „Ting-Ting".
Klein en lekker en altijd welkom, toch? f 2,50 per
plaatsing.
Wie kan mij helpen aan één ex.: Gedenkboek
1890—1940 van het Korps Maréchausseé van
Atjeh. Brieven met prijsopgave te richten aan:
L. Ch. G. F. Onvlee, Lieven de Keglaan 11,
Heemstede.
Gep. Ind. Ambt. K.N.I.L. Weduwnaar met goed
pensioen, wil gaarne vriendschap sluiten met Ind.
familie (liefst weduwe) voor huiselijk verkeer en
gezelligheid. Brieven onder No. 1132 bur. v. d.
Blad.
Te koop: Een breimachine (Rapidex) met opberg-
tafel. Te bevragen: Segbroeklaan 4y8, Den Haag,
Telefoon 634249.
Te bereiken per lijn 7, 13 en bus 17