VAN HIER EN GUNDER u'/S. I 11 Je HAREMS EN NOG WAT (III) Hier hadden eigenlijk ettelijke ingezonden stukjes moeten staan, reacties op het stukje onder boven staande kop in TONG-TONG No. 9, maar daar is geen plaats voor. Het schijnt dat de „openbare vrijerij" veel Indische meisjes voortdurend een doorn in het oog is. Ook is men geschokt over de „ergerlijke Europese zedeloosheid en om die reden is alle kritiek op Indische (en Oosterse) zeden geheel onaanvaardbaar. Het lijkt ons echter verkeerd om hier „de Hol lander" op het stoepje te roepen. De hele Euro pese cultuur vertoont sinds driekwart eeuw op dit gebied een soort afglijding, die niet tegen te hou den is. Misschien is alles driekwart eeuw ge start met Zola en voortgezet met de Franse „Fau- ves" (wilden) omstreeks eind vorige eeuw (Tou louse Lautrec, Jarry, Modigliani, Verlaine, etc. etc. etc.). Als de kunstenaar voorgaat in immo- raal gedrag, volgt de massa graag. Zeker is alleen dat wij (ouderen) het zien, maar de jongeren niet. Moorbeeld; als kleine jongen zag ik nooit die stuitende filmaffiches, die nu heel normaal aan de straat hangen. Mijn kinderen staan er heel nuchter naar te kijken. In mijn jeugd was een etalage met dames-dessous zo maar open en bloot een uiterste zelfdzaamheid; nu is het nor maal. En zelfs wel intiemer dingen liggen zo maar schaamteloos aan de straat. Advertentiepa gina's wemelen van de naar oudere begrippen schaamteloze teksten en illustraties. De moderne ontspanningslectuur is gewoonweg verbijsterend zwoel. Ik sta wel eens stomverbaasd voor een kiosk te kijken naar de omslagen van tijdschriften en pocketbooks. Of luister naar „miringe" mop pen, die in zoveel kringen heel gewoon gewor den zijn. Het aantal zedenmisdrijven in Nederland bedraagt per jaar 7000. In Engeland en Duitsland loopt dit cijfer in de tienduizenden. Ja, ja, ja, zo kunnen we doorgaan. We moeten ons niet verbazen over wat „slechter en slechter" wordt. We moeten ons alleen verba zen over de mensen die „het goede weten, maar blijkbaar geen fut genoeg hebben om dit goede uit te dragen. Illustratief is wel het gesprek dat ik dezer dagen had met een ouwe Indische Nimrod: „Waddoeh Tjalie, als froeher in Indië ik hoor gresek-gresek in de struiken, tentoe tjèlèng, goewa lawan tcroes! Als hier, ik hoor gresek-gresek, itoe vrijende paartje, goewa lari Pèh!" Ondertussen groeit de nieuwe generatie toch maar vreemd op in deze verwildering misschien zoe kend naar nieuwe waarden. Maar wie wijst de weg? T. R. „TONG-TONG heeft me teruggebracht naar de „tempo doeloe" en die was nog niet eens zo lang geledenLaten we hopen dat de tijden weer anders zullen worden Als slot eindig ik met U ook mijn dank te zeggen dat U aan ons, dc achterblijvers in Indonesië hebt gedacht en ver- qezel dit met vriendschappelijke groeten uit Tjimahi. H. P. Wattimena. „Wij Totoks zijn vol bewondering voor Uw door zettingsvermogen en Uw toewijding om het (helaas nog zo vaak gebrekkig) contact tussen de Indische en Totok-Nederlanders tot stand te brengen of te versterken L. A. L. Kortman, Zeist. Ik heb inderdaad van de zijde van de Totok, (van „daar" en „nooitweggeweest"veel mede werking, nooit een klacht, nooit aanmerkingen gehad (at was er soms reden tot mopperen). Mooie biologische kwaliteit voor een mens: brede rug, korte tenen! TROUW Waarom zou ik me met die domme Kleine Boengs bemoeien, zoals U van ons verlangt? Mevr. T. B. Om dezelfde reden, waarom Uw meerderen zich met U bemoeien. Als histeren avon ik kom bij mijn sobat keras, si Pih van Bantam, froeher samen op kebon karèt, hij vertel mij van die mulekheden van TONG TONG en toen ik seh: adoeh, dese beroer seh, als endah lekas di sokong, TONG-TONG di getong naar de kerkop en daarom nir, inhesloten twee riks Vandaah in Den Gaag ik kotjok mijn sobat Simons (niet Si Mon-jet, maar Si Mon-ès) kom druit pep holden onderweh kena lagi één kontjo en mijn oom en allebei gedjieret tot nou totaal f 18, Joers troelie Jack the Badoei. Noot van de redactie: Jack had nog nooit van TONG-TONG gehoord. Was toevallig bij een kennis toen het blad bezorgd werd. Stak meteen de handen uit de mouwen. Jack was zijn leven lang planter. Mischien zegt dat wat HONDIUS VAN HERWERDEN Een Hondius van Herwerden wees ons op enkele onnauwkeurigheden in ons blad van 15 december in het artikel over deze familie: Jan Hondius van Herwerden was niet gezagvoerder, maar gezag hebber bij de Gvts. Marine, een titel die tot de eerste wereldoorlog toe bestond. Voorts is het niet zeker dat Gang Otten genoemd is naar Hillegonda Otten. Deze naam kan ook wel „geleverd zijn door de Ottens van de Bakkerij Otten. Wie kan hieromtrent duidelijker uitsluitsel geven? In een krantenartikel: „Emigranten blijven trouw aan Sinterklaas" (handelt over Sinterklaas in Australië). In een ander blad: „De Friese ver eniging „Lyts Bigjin to Flaerdingen" zal het to neelstuk „Ut pas" worden opgevoerd. De pers biedt regelmatig nieuws, waaruit blijkt dat kleinere of grotere volksgroepen hun „Land van Herkomst" blijven gedenken in allerlei sociale of culturele prestaties. Is de Tarian Piring of de Hawaiian-band ons „tjap"? Waarom presteren wij zelf niets origineels? Schalk Wij wachten tot onze buurman ermee begint en dan doen wij misschien wel mee, aldus weet TONG-TONG uit ervaring. Motieven voor ge brek aan animo: 1. geen tijd, 2. geen geld, 3. geen interesse, 4. liever maar helemaal Hollands wor den. Ons hoofdbestuurslid Tjalie Robinson kwam op het lumineuze idee om de kwestie Siegers in de TONG-TONG bekend te maken en het resultaat is dat de familie Siegers wordt overstroomd met allerhande kleding en suisterijen wij danken U allen heel, heel veel voor Uw spontane geste! A. A. A. v. Eeckhoven, Voorzitter Bond Oud Steurtjes. bij alle discussies over historie en assimileren is niet dat volk gelukkig, dat vergeten leeft?" mevr. v. B. Toen wij vergeten door de wereld in Indië leefden, waren wij gelukkig. Maar elk volk ook het pri mitiefste vergeet ZELF niet. En gedenkt het verleden in b.v, legenden en voorouder- en helden verering. Dat de hele wereld Indië vergeet, is aanvaardbaar. Maar dat wij zélf vergeten, is niet logisch en het maakt ons ongelukkig. Mét pijnlijke verbazing zag ik in Uw blad ^TONG-TONG" een foto, voorstellend Sinter klaas aan het bed (later sterfbed) van wijlen mijn vader mevr. Israël. Deze brief heeft ons zeer geschokt (mevr. Israël heeft onze excuses inmiddels aanvaard)want zo intens leven we dagelijks met heden, verleden en toekomst, dat we af en toe de gebruikelijke „af- cheque" vergeten. Hoe symbolisch nochtans is dit eenvoudige feit voor ons hele leven: wij laten het verleden ongemerkt sterven, tot we opeens met een schok realiseren: neen, het IS niet dood, en de herinnering is ons dierbaar. Zo lang wij in TONG-TONG (of waar elders ook) geen eer bewijzen aan ons verleden, zullen wij telkens met een schok ervaren dat dit verleden terugkomt, ons manend tot eerbied. Hoe kunnen wij onze jeugd opvoeden tot respect voor ons leven, als wj het leven van onze ouders respectloos vergeten Overigens: elke geschiedenis is geschreven rond de portretten van „overledenen"Men kan ook zeggen: „onsterfeljken Door ons verleden dooc. te verklaren bewijzen we eigenlijk dat geen enkel leven in Indië boven de middelmatigheid is uitge komen. TONG-TONG hoopt het tegendeel te bewijzen. Heer Tjalie. Hier geheel alleen in Nederland is Uw naam voor mij synoniem met: Tong-tong Allerbeste Met Lijfblad A//e \n Uitbundige Eenzaamheid" D ank, Maud Manoch Tjalie Weet U dat ik oude nummers van TONG- TONG ook steeds herlees? Elke nieuwe krant vind ik vervelend, maar één oude TONG-TONG blijft altijd even boeiend Hoe zou dat komen?" W. W. Toen wij krijgsgevangen zaten, ging één kookboek eindeloos van hand tot hand tot het zowat aar. flarden lag. Hoe zou dat komen? T. R. „SCHOON VER VAN U. en bovendien in het tand der „onbegrensde moeilijkheden" (Nieuw Guinea), houden ze er de moed in en de humor. Want weet je hoe dit bandje in dat land zonder straten heet? „De Straat slijpers van Hollandia-Binnen"! En wiens muziek wordt hier naarstig ingestudeerd en met virtuosi teit ten beste gegeven op elk fuifje? De muziek van Fred Belloni natuurlijk! Maar alle andere muziek van „Lief Java" is er welkom. Wie van onze lezers stuurt ze wat toe? Moeriskoe, Djoela-djoeli bintang tiga, Stamboel Doewa, alles is welkom! Even voorstellen? Staand: J. F. Lint, A. A. Janssen, Koot. Zittend: Berendsen, B. de BontF. Schreuders. Voorgrond: Jos Leander. Welgeteld zeven stukslóh. Si Sneeuwwitje waar! Lui, wij wensen jullie de liefste lady-crooner toe van de hele wereld de rest bèrèsen jullie zelf wel ja, in het nieuwe jaar? En hou ons op de hoogte! V/eet ie wat ie eigenljk moet toevoegen aan jullie band? Een echte Nw. Guinese kendang (als iste r) En dan verder het devies van TONG-TONG: ..Poekoel teroes!"

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 11