WE HEBBEN HET GOED
3e JAARGANG, No. 1 5
15 FEBRUARI 1959
HET ENIGE INDISCH E| BLAD IN NEDERLAND - TROUW - BRANIE - ONDERNEMEND
TONG-TONG
Onafhankelijk Indisch Tijdschrift
Onder redactie van TJALIE ROBINSON
Verschijnt tweemaal in de maand
Adres Red. en Adtn. Banstraat 27
Den Haag - Tel. 32.56.35. Giro 6685
SABAR LEVENSGEVAARLIJK
De constatering „Wij hebben het goed doet den
ken aan de droom van de zeven vette koeien en
de zeven magere koeien van de Pharao in het oude
Egypteland.
NU hebben we het goed. NU, NU, NU.
Maar wie denkt dat het eeuwig zo zal blijven,
is doodgewoon imbeciel.
En wie denkt dat in tijd van nood anderen ons
wel uit de put zullen helpen, is een lammeling.
Het lot van Nederland hangt in belangrijke mate
af van het woelige politieke leven van Europa en
van het schommelende economische leven van
Europa. Stort onze omgeving in elkaar, dan maakt
ook Nederland een lelijke schuiver (denk maar aan
de tweede wereldoorlog!).
Als Nederland door armoede getroffen wordt, welk
beeld doemt dan direct op?
1. Geen deviezen meer, dus afgelopen met de rijst
en andere „lekkernijen" uit het buitenland.
2. Grote werkloosheid, dus tienduizenden op straat
omdat de werkverschaffing geen geldmiddelen meer
heeft.
3. Queuen op straat voor levensmiddelen op de
bon en brandstoffen op de bon.
4. Sterke waardevermindering van de gulden en
dus waardevermindering van pensioenen en onder
standen.
We kunnen gemakkelijk nog drie (en meer) „ma
gere koeien" uit de sloot van de toekomst halen
en dan heet Tjalie weer zwartgallig, defaitistisch
en zo. En op zijn best zegt men: ja. maar we varen
dan allemaal in hetzelfde schuitje en is gedeelde
smart geen halve smart?
Afgezien van deze wel zeer schrale troost (en de
onverantwoordelijk negatieve houding daarachter),
ZIJ IS ONWAAR.
Want WIJ, Nederlanders uit de tropen, zullen alle
thans uit deviezen gekochte levensvreugden méér
missen dan de Nederlanders van hier.
Wij zullen in storm, regen en sneeuw in de queue
op straat méér lijden dan de Nederlander van hier,
omdat WIJ gemarteld worden door het besef dat
het anders kan (de Hollander die nooit is wegge
weest weet niet beter).
Wij zullen, als dan emigratie wordt opengesteld
onder misschien ellendige voorwaarden, het eerst
op de boot stappen en een kritieke toekomst tege
moet gaan (in onze korte geschiedenis zijn wij al
tweemaal in scheepsruimen vervoerd!).
En het HOEFT NIET, als wij NU de handen in
een slaan, NU een positieve voorlichting terhand
nemen, NU opnieuw Nederlands aandacht vestigen
op de tropen (waar Nederland 3 eeuwen lang mee
verbonden is geweest) en NU ZELF gelden en
energie verzamelen voor nieuwe ondernemingslust
naar de tropen. Nw. Guinea is er nóg. Brazilië is
er nóg en de ezel tussen de twee hooibergen
is er óók nog
Als U ZELF nooit weg wilt, besef dat anderen
weg moeten om Uw bestaan hier straks mogelijk
te maken. Samenwerking BLIJFT dus geboden.
Dat hooghartige praatje „de ratten verlaten het
zinkende schip" is een onjuiste en domme voor
stelling van zaken. Want 1. veel heldhaftige „blij
vers" piepen het hardst als de nood wérkelijk aan
de man komt. 2. Niet alleen ratten, ALLE over
levenden verlaten een zinkend schip. 3. Achter
ratten aanzwemmend in donkere nacht hebben veel
schepelingen een veilig strand gevonden en een
nieuw leven gesticht.
Nederlanders uit Indië, gij moogt dan niet het beste
deel van Nederlands volk zijn, gij zijt wel het wijdst
georiënteerde deel met de ruimste levenservaring.
Leef niet nauwer, stel Uw licht niet onder de
korenmaat. Word wakker, steek de handen uit de
mouw, HELP!
En emigrerende lezers -ook al wordt U „het land
uitgezet", vergeet de band met het volk niet. Blijf
abonné, schrijf voor ons. Wij uit Indië weten het
best: de vogels die uitvliegen, vergeten de adiks
van het nest NOOIT. Als wij dit volhouden, kijk,
daar hebben we het devies van TONG-TONG
teruq: Trouw branie ondernemend!
T. R.
DE SPRINGPLANK.
Too many people live too much in the past.
The past must be a springboard, not a sofa.
(Harold McMillan)
Al de TONG-TONG-lezers, die ons blad
alleen lezen om sentimenteel te verwijlen in
het verleden, zijn maar dromers op een sofa.
Wat TONG-TONG wil is een springplank
naar de toekomst zeer spoedig zullen veel
Nederlanders wéér nieuwe contacten moeten
maken met de Tropen. Maar denk erom: een
springplank m„jt sterk en veerkrachtig zijn:
de copy voor TONG-TONG moet degelijk
zijn, betrouwbaar en eerlijk. In zelfs de een
voudigste dingen, die wij te vertellen hebben
uit onze ervaring, moeten nuttige waarden
schuilen voor hen, die zich opnieuw naar de
Tropen wenden.
Met de volle inzet van ALLE NEDER
LANDERS UIT INDIË, die het Ned. volk
vertellen willen hoe wij IV E R K E L IJ K
leefden, en die overtuigd zijn van de nood
zaak om met veel van onze waarden het
leven hier te verrijken.
Prijs p nummer f 0,2b. Kwartaal f 1,50
Halfjaar f 3,— Per jaar f 6,—
Uitgave GAMBIR
Uitgeverij voor Oost en West
Tjalie krijgt vaak te horen bij zijn klacht dat het
abonné-aantal niet snel genoeg stijgt: „Sabar, Lie,
sabar!"
Lieve mensen, wij zitten niet meer in het voor
oorlogse Indië, waar we ook net zo lang zaten te
sabarren tot de Jap ons op de nek zat. Wij leven
nu in Europa. Alles gaat hier in een verbijsterend
snel tempo ook de verslechtering van sommige
toestanden.
Als wij, Indische Nederlanders, wérkelijk bewust
zijn van 1. onze waarde, 2. de noodzaak om het
Ned. volk te helpen in zijn moeilijkheden, 3. de
verplichting tot samenwerking met tijdelijke opzij
zetting van persoonlijke inzichtjes, 4. het begrip dat
gebrek aan tempo leidt tot afzakking en dus rem
ming van het geheel, dan is het nodig dat wij dat
sabar vergeten tot wij eventueel weer in de tropen
zitten en NU AANPAKKEN.
Assimilatie betekent „in hetzelfde schuitje zitten
EN MEEROEIEN!"
Werkeloos toezien kan wel eens levensgevaarlijk
worden!
T. R.
BELGIE LEERT EEN LES.
NEDERLAND OOK?
Onlangs sprak voor de Belgische radio een com
mentator de volgende woorden: „Veel Belgen
hebben de Kongo pas ontdekt in deze januari
dagen'" In januari braken immers de relletjes uit
in Leopoldville en andere steden in de Belgische
Kongo.
Dit lijkt als twee druppels water op de verhouding
tussen Nederland en Indië. Ook hier werd men
pas bewust van hetgeen Indië was (maar dan nog
vaag!) toen Soekarno de onafhankelijkheid pro
clameerde en duizenden Hollandse jongens naar
Indië vertrokken.
Nu is alles voorbij en wordt het Nederlandse volks
bewustzijn t.a.v. Indië weer getypeerd door de
volgende uitspraken: „Die nachtmerrie is weer
voorbij!en „Zonder Indië spelen we het ook wel
klaar!" Allebei kortweg: leugens. En allebei fatale
leugens.
1. Aan de voortdurende sancties tegen Neder
landse handel en bedrijven merken we dat de
nachtmerrie nog niet voorbij is. Nieuw Guinea
blijft nog héél lang twist opleveren.
2. Als Nederland niet heel gauw een nieuwe
positie verovert op de wereldmarkt, zal het gemis
van Indië de Nederlandse economie een lelijke
klap toebrengen. We teren nog steeds op de rijk
dom van het verleden, maar die is gauwer op dan
we denken.
3. Zolang men de nieuwe volksgroep van een
kwart miljoen repatrianten blijft behandelen als
quantité négligéable, hun stem niet horen wil, hun
talenten en ervaringen niet gebruiken wil, blijft
Nederlands toekomst donker en zal gaandeweg
verslechteren.
Nederlands bestaan is gevestigd met Indië's his
torie. Dat doet men allemaal niet zo maar af met
een handgebaar en „vergeten maar". Dat zal ons
even slecht bekomen als België.