ONTVLUCHTINGSPOGINGEN DAGBOEKFRAGMENT -• 15 BURMA TANAH ABANG J N (Tribune Sïaff Reporter) SINGAPORE, T u e s A Korean R'uard in one of the Siam "Death Railway" camps, nicked "The Under taker," who during his trial last month told the court that he was haunted by his victims, was today execut ed at Ch'xngi G&oi- with. eight other Jap war criminals. Going to the gallows with The Undertaker," whose Japanese name was Kaneshlro Takeshi, was his superior officer. Lt. Takasaki Shinji, known to PoWs he llltreated as "The Frog." Watching the hanging were 1 v AUSTRALlë NA DE KAMPTIJD. (Fragment uit lang en uitvoerig rapport). Op 24 november komt uit Wegalé bericht, dat an dermaal vandaar enige krijgsgevangenen zijn ont vlucht. Het zijn de Kapiteins de Rochemont en Harterink, de le Luit. Hermans en de Sergt. Knoester. Een paar dagen daarna ontvluchten uit dit kamp de Sergt. van Haasen en de soldn. Vredevoogd en Nelissen. Eind november worden de ontvluchte officieren gevat. Eten zoekende zijn zij door Burmanen m de val gelokt. De Jappen hadden flinke geldprij zen uitgeloofd voor het dood of levend terugbren gen van ontvluchte krijgsgevangenen. Alleen de Sergt. Knoester wist te ontkomenenmoet zich later bij het clubje van Kapt. van Hemert hebben aangesloten. Deze heeft zich met zijn kor nuiten ruim 2 jaar schuil weten te houden. Ten slotte werden zij ook het slachtoffer. Bekend is, dat Kapt. van Hemert in de gevangenis te Singapore de hongerdood stierf. Slechts de sold. Portier schijnt het er levend afgebracht te hebben. Op 13 december worden de officieren uit hun cel len gehaald en op het kerkhof achter ons kamp gelegen, gefusilleerd. Te 8.25 horen wij de scho ten. De dokter en ik kunnen de slachtoffers identifi ceren. Zij worden onder grote belangstelling in de voor avond ter aarde besteld. Op 20 december wordt mij bericht, dat de drie ontvluchte krijgsgevangenen zijn opgevat. Op 21' december moet ik met Jamoda naar Moul- mein ter confrontatie. Het zijn de Sergt. van Haasen en de soldn. Vre devoogd en Nelissen. Eén er van heeft een schot hagel in zijn been ge kregen. Verband vindt de Jap niet nodig! Ik spreek ze in het Hollands toe. Zij veinzen mij niet te verstaan en niet te kennen en geven zich uit voor Maleiers uit Malakka afkomstig. Dezelfde dag komt het 2e transport binnen, 1044 man, allen Hollanders. Te Rangoon zijn achtergebleven pl.m. 400 zielen, terwijl er 185 zijn overleden. Op 26 december zijn de arrestanten naar Tham- byuzayat overgebracht. Zij blijven volhouden Maleiers te zijn (het zijn Indische jongens). Dit is onhoudbaar. Alle commandanten en „sla pies" zijn ter confrontatie opgeroepen; bovendien heeft men op van Haasen een identiteitsplaatje, een ziektenboekje en een foto in uniform plus vrouw en kinderen gevonden. Tijdens het verhoor wordt behoorlijk geslagen. Ook dit helpt niet. De Jap dreigt de gezinnen uit Indië te laten op zenden en deze net zo lang te martelen tot ze be kennen. In het Maleis zeg ik hun, dat verder ontkennen de zaak verergeren zal en hun gezinnen in gevaar worden gebracht. Uiteindelijk bekennen zij. Het wordt hun toegestaan afscheidsbrieven te schrijven, waarvoor de Jap verder zal zorgen. In de middag komt Naito met 2 andere Japse of ficieren in onze barak en laat de arrestanten ko men. Ook de Brigadier Varley meot aanwezig zijn. NAGATOMO is op dienstreis en Naito heeft het commando. Naito heeft een paar flessen whiskey meegebracht en wil blijkbaar een soort afscheids feestje hebben. Er wordt flink gedronken! (Naito is overigens nooit helemaal nuchter.) Een zeer angstig moment beleef ik, als van Haa sen één van de officieren vraagt zijn samurai eens te mogen zien. Dit vinden ze prachtig en van Haa sen timbangt het vlijmscherpe zwaard in zijn hand. Straks gebeuren er ongelukken en vallen er één of meer Japse koppen, denk ik en het lukt me het wapen van hem over te nemen, waarop het veilig in de schede verdwijnt. Naito wil dat van Haasen een dronk instelt op de Japse officieren, op de Brigadier Varley, op mij enop de Koningin. Dit gebeurt en van Haasen roept; „Leve de Koningin! Naito noemt de Sergt. van Haasen een zeer dap- (Veel Totoks hebben pas in krijgsgevangenschap grondig leren kennis maken met de eenvoudige Indonesische voedingsmiddelen maar niet al len hebben zich er even dankbaar voor betoond. Hier een dankbare en eerlijke stem!) Maart 1944 In de kampong achter het gedek gaat het stem- mengemurmel altijd door. Soms schreeuwt er een kind, of hoest er een zijn longen haast uit, maar veel rumoer is er niet. Alleen valt het ons op dat er vaak Hollands wordt gesproken, wel met In disch accent, maar toch Hollands. Zijn het ont wikkelde Indonesiërs? Of wonen er Indo's in de kampongs? Wat weten wij ervan. Twee aparte gemeenschappen, gescheiden door een dunne ge- dek-wand, en door eeuwenlange misverstanden. „Buiten en in de wijk Enige tijd geleden was er eens een wild gerucht: die en die vloot lag daar en daar klaar, met levensmidde len voor ons. „Levensmiddelen?" vroeg ik, „waar om?" „Nou," werd er geantwoord, „die hebben we toch zeker hard nodig!" Is dat niet een dwaas idéé? Dit rijke, vruchtbare land brengt toch zeker meer dan genoeg op? Is het niet ondankbaar tegenover Java, om veron gelijkt te wachten op Amerikaanse blikjes met uitgekookte etenswaren? Er groeit hier zo ont zaglijk veel wat op duizend verschillende manie ren te verwerken is. Neem alleen al een klapper. Ik waag me niet aan beschrijvingen en recepten van de talloze, onderling volkomen afwijkende bereidingen die mogelijk zijn, maar je kunt er in ieder geval van alles mee doen. Klapper is zeer rijk aan vetten en bevat veel eiwit. Een klapper is nu wel tienmaal zo duur als vroeger (normale prijs 2 cent, nu 20) maar 20 cent is hij toch nog zeker overwaard. Vele voedingsmiddelen en gebruiksvoorwerpen, die per soldaat. Serg. van Haasen verzoekt zonder blinddoek te worden terechtgesteld, hetgeen wordt geweigerd. Mij vraagt hij als Sergt. Majoor fe mogen sterven. Van Haasen heeft in oorlogstijd onder mij gediend en het is mij bekend, dat de T.R.O.C. van Suma tra's Westkust hem voor buitengewone bevorde ring tot S.m.i. zou voordragen wegens moedig op treden tijdens Japse bombardementen op het vlieg veld Pakanbaroe, waar ik het co. had. Ik beloof hem dit en weet hem aan het verstand te brengen, dat zij hun afscheidsbrieven in duplo moeten schrij ven. Eén ervan moeten ze mij de volgende morgen ter hand stellen, welke ik op het Japse hoofdkwar tier moet inleveren en het andere exemplaar moe ten zij in hun broekspijpen verbergen, waar ik ze later vinden zal en verder voor het nodige hoop te zorgen. Op 27 december neem ik afscheid van deze flink- kerels. Van Haasen krijgt zijn .m.i. padje en ik de brieven. Te 8.30 vindt de executie plaats. C. F. HAZENBERG we vroeger met opgetrokken neuzen aan het volk overlieten, hebben nu een geweldige waarde voor ons gekregen. Er is één stand op de pasar waar allerhande artikelen van hout en rotan worden verkocht, naast inheemse kruiden, klappers en arang. Voor deze stand is er elke dag een hele rij koopsters die staan te springen om bamboeze ven, kipassen, tampa's, sapoes, speelgoeddingetjes, houten bankjes, stoeltjes, tafels, droogrekken. Misschien zijn deze huishoudelijke artikelen min der sterk en degelijk dan het zoveel duurdere Europese fabriekswerk, ik kan dat niet goed beoor delen maar ik vind het toch zeer nuttig dat we nu wel gedwongen worden, nader kennis te maken met de produkten van het land zelf waarmee zich heel goed laat werken. Gebruikten wij totoks vroe ger ooit die goedkope boodschappentassen van rotan? Die hengselmanden? Lieve hemel, ik weet het niet eens meer. Deed ik dan vroeger geen boodschappen? Ja, misschien liet ik alles thuisbe zorgen, of sleepte het mee in taxi's. Wat heb ik veel niet geweten! Ik wist niet eens dat er tam pa's bestonden, ik wist niet dat je rijst in de zon moet drogen, ik wist eigenlijk helemaal niets, en zat maar heimwee naar Holland te hebben zonder iets te zien van al het mooie, kleurige, naïeve werk dat door dit land wordt voortgebracht. MARGARETHA FERGUSON Wij kwamen in Australië. Reactie van de kinderen op de servetten in een hotel: „Wat moeten we met die lappen doen?" Reactie op Columbiakamp: „Is dat nu een kamp? Er Is niet eens kawat om èn geen gedèk!" W. M. H. R. L. C. Zulke berichten verschenen er na de capitulatie een tijdlang regelmatig in de pers. „Fiat Justitia Hier het bericht van de excutie van twee befaam de Japse bewakers aan de Dodenspoorweg, bijge naamd „De Lijkbezorger" en „De Pad", en nog een paar andere Jappen. De berichten werden overigens met gemengde ge voelens gelezen. Ik herinner me dat vlak na de oorlog eens een escorte Japanse krijgsgevangenen onder bewaking van een Australisch soldaat een troep bevrijde Nederlanders paseerde. Opeens liet de Australiër halt houden en vroeg ons: „Wie herkent hier een bandiet die jullie veel onrecht heeft aangedaanJe mag hem afranselen zoveel je wilt." De Ausi ging hier buiten zijn boekje, maar wilde ons blijkbaar een genoegen doen. We keken naar het troepje grauwe Jappen, stram m de houding met strakke gezichten. Eén van ons sprong plotseling op en schreeuwde dat hij wel wat te verrekenen had. „Ga ja gang" zei de Aussie. De Hollander drong in de troep, sleurde een Jap naar buiten en gaf hem vloekend en schreeuwend enkele vuistslagen. De Jap wankelde, herstelde zich na elke klap. Hij bloedde, maar bleef onbewogen staan. We keken roerloos toe. Opeens hield de Hollan der op. draaide zich om en ging weg, zijn houding de diepste schaamte uitdrukkend. Het was dood stil. De Aussie vroeg of er nog meer liefhebbers waren. We zwegen. Hij commandeerde „By the right - quick march!" Het was voorbij. We had den een les gehad, die we nooit zouden vergeten.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 15