SOERABA]A DE BLIJDE BOODSCHAP Zij werden geëxecuteerd en de Nederlanders van lndië zullen hen nooit vergeten. Toen „duisternis over onze paden was geleid en onze weg was toegemuurd"in die eerste dagen van verbijstering en verslagenheid, was het deze onverzettelijkheid die ons wakker maakte en overeind hield. Karssen (links), militiematroos die de blinddoek weigerde en uitdagend „Leve de Koningin! riep, Tetehuka (rechts), „de man die niet sterven kon" en na zes dodelijke schoten nóg koppig overeind stond, zo dat zelfs de Jappen overstuur raakten, en tot slot mej. Ubels (midden), een meisje dat onver zette- lijker en sterker bleek dan zoveel mannen. Kijk, de dood heeft hen niet overwonnen en zelfs het ereveld in Indonesië, waar hun gebeente rust, hebben wij verloren, maar in ons hart zullen wij hun moedige voorbeeld altijd met ons dragen. {Foto s Spangenberg! voor zijn rit door de Nipponse linies, op weg naar Soebang, waar de officiële wapenstilstands besprekingen plaats zouden hebben. Hij wenste zelfs niet eens in contact te treden met de Japse opper-officier. Daarop begaf de Nederlandse Kolonel-tolk zich wederom naar de villa, waar hij de opdracht van de landvoogd aan zijn directe tegenspeler doorgaf. In afwachting van het resultaat van deze voorbe spreking informeerde Ter Poorten bij zijn chauf feur, of er voldoende benzine was om de rit naar Soebang v.v. te maken. De laatste, een militie sergeant van de M.M.D., zocht naar een maatstok en controleerde de stand in de benzinetank. Schijn baar was zijn bevinding bevredigend, want de ge neraal antwoordde: „Mooi zo!" Uit het gesprek, dat zich daarna tussen de drie Excellenties en de lagere officieren ontwikkelde, bleek maar al te duidelijk het misnoegen van de gouverneur-generaal over het standpunt, dat de Ja panse leger-autoriteiten tegenover hem, als hoogste gezagsdrager, innamen. Hij toonde overigens door zijn houding niet in het minst van plan hen daarin ook maar enigszins te stijven. Het Koninkrijk der Nederlanden mag beslist trots zijn op zijn laatste onderkoning: zo er in die eerste maartdagen van 1942 (en ook daarna bij de in ternering van enkele opper-officieren) veel afbreuk gedaan is aan Nederland's prestige, dan zal Z. E. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer op die 8e maart er in alle gevallen voor gezorgd hebben, dat zelfs de bevelvoerende Japanse generaal Nederland nog enigszins respecteerde door zijn beslist vorste lijke houding! In de Nipponse bevelhebber is het ongetwijfeld weer te waarderen, dat hij, ondanks diens hautaine stugheid tijdens de onderhandelingen, de landvoogd meer dan protocolair correct behandelde. De Gouverneur-Generaal hield zich n.l. op het standpunt, dat de Japanner geen gelijkwaardige on derhandelingspartner was! Alvorens echter het spel te verplaatsen naar Soe bang, naar het tweede tafereel van het drama- tisch-historisch slotbedrijf, dient vermeld te wor den, dat het landvoogdelijk gezelschap zich weer over de drie auto's verdeelde en in de richting van „Isola" vertrok. Daar werden juist de Japanse wagens (eveneens drie) zichtbaar, in camouflage-kleuren en voorzien van takken met blaren op de kap. Langzaam draaiden ze de weg op, in de richting Lembang. De voorste, met een grote Japanse oor- logsvlag voorop, stopte ongeveer 100 m van de poort. De beide andere voertuigen stelden zich daarachter op met een tussenruimte van ca. 30 m. Intussen verscheen ook de Kolonel Gerharz. Hij begaf zich naar de auto van de Gouverneur-Gene raal, die daar net arriveerde. Na een kort onder houd stapte hij in de Buick van de legercomman dant en de drie Nederlandse wagens trokken op om zich bij de wachtende Jappen te voegen. Even later zette de stoet van zes auto's zich in beweging: de Japanse kolonel voorop! De landvoogd was op weg om één van zijn laatste taken als hoogste bestuurder in het voormalige Ne- derlands-Oost-Indië te vervullen. Daarmee is 8 maart 1942 een eind-datum geworden in een lange periode, waarin sinds 1610 (Pieter Both) de „onderkoningen" elkaar met een korte Rafflesiaanse onderbreking steeds hebben op gevolgd! De volgende dag werd de militaire, onvoorwaar delijke capitulatie een feit! De natuur rouwde. Miezerig en kil viel de regen. Laag hingen de grauwe wolken voor de Tangkoe- ban Prahoe. In een druilerig waas lag Bandoeng in de vlakte. Gespaard voor een algehele vernie tiging. Langs de natte bergweg liepen af en toe „oedjangs' met Nipponse vlaggen. Ze riepen nat-geregend: Banzai Nippon!' In hun primitief-opportunisme haalden zij op hun manier de bevrijder in, de verslagen koloniale overheerser schimpend en honend. Op hun manier: kwetsend! De witte rechthoek en de rode bal was voor hen een symbool van de herrijzenis met de „Rijzende Zon"! Sinds is het rood-wit als kleurencombinatie in het voormalige M.O.C.-erfdeel niet meer weg te ban- nen. Het is een onderdeel geworden van het nieuwe dé cor van een ander drama! TOEKANG GERDOE. Toen de Nederlandse predikanten geïnterneerd werden, zijn de Protestantse kerken tijdelijk ge sloten geweest. Gelukkig werden de diensten in de Boeboetankerk te Soerabaja weer hervat, zij het dan in de Maleise taal. We hadden een Ambonese en een Menadonese do minee en ook nog Mr. de Vletter, een lid van de kerkeraad, die van de Japanse autoriteiten toe stemming had verkregen om als predikant op te treden. Van hem hebben we eigenlijk de Bahasa Indonesia geleerd, want we werden gedwongen naar die taal te luisteren. In het begin sprak hij veel Nederlands tussen de Maleise tekst. Iedere tekst uit de Bijbel in de Bahasa werd door hem in het Nederlands her haald, en ook de moeilijke woorden en uitdruk kingen in zijn preek vertaalde hij in het Neder lands. Tenslotte ging de dienst helemaal in de Bahasa. Er zaten altijd Japanse spionnen in de kerk, om bij de geringste overtreding de kerkdiensten te sluiten. Daar Mr. de Vletter wist, hoezeer we deze godsdienstoefeningen nodig hadden, zorgde hij er wel voor dat dit nooit gebeurde. Eén kerkdienst zal ik nooit vergeten, nl. een dienst met Pinksteren. Hij begon in de Bahasa het Pinksterverhaal, maar bij de woorden „Toen hoor den zij de Blijde Boodschap ieder in hun eigen taal", ging hij voort met de mededeling: „Sekarang Bahasa Belanda boekan Bahasa moesoeh (geen vij andelijke taal) tetapi Bahasa Djiwa (maar taal van de ziel), en zette hij de dienst geheel in het Nederlands voort. EMIL1E INTVELD Mijn kamp-kladboek bevat talloze citaten, overge nomen uit de honderden boeken die ik las. Hier volgen er enigen: Ons uithoudingsvermogen: I know now there is almost no limit to man's endurance, provided the determination is there, either, within him or close to him. (Kenneth Roberts) Dapperheid in lijden: How many men possess the dogged and enduring cold courage of women in the matter of bearing pains, hardships and suffering that acute and cruel discomfort which combines mental misery and physical wretchedness? (P. C. Wren, „Fort in the Jungle") P. MONOD DJOJOBOJO „Poelo Djowo ben didjedjer, goenoeng ping pitoe ora biso, moesti tibo, bangkak di momong kombé koelit koening... (Hoe sterk Java ook is, het zal vallen, en zal geregeerd worden door een geel ras Gedurende de oorlogstijd was een van de strohalmen, waar menigeen zich hardnekkig aan vastklampte, de navolgende voorspelling van de Javaanse vorst-ziener L>]U]Ud>u} Wanneer de markten geen geluid meer geven. (1) Wanneer het water boven de weg stroomt, (2) Wanneer de karren niet (meer) worden voortgetrokken door paarden, koeien of karbouwen Dan zat er op Java een omwenteling plaats hebben, die veel gelijkt op het schudden van rijs Java zal overheerst worden door mensen van een gele huidskleur, die er als dwergen uitzien. De duur zal gelijk zijn aan die van het leven van de maisplant. (3) 1Het geroezemoes van de oude pasars was op een uur af stands hoorbaar; thans zijn de pasars van beton en met muren omgeven, zodat het geluid gedempt is. (2) Dit kan een aquaduct betekenen, maar ook de verhoging van de bedding der rivieren tot boven de weg. (3) Honderd dagen, dus kortstondig. Tot zover deze voorspelling, in de oude Javaanse geschriften opgetekend. Het is wel interes sant, thans van deze geheimzinnige openbaring kennis te nemen. Men houde daarbij in het oog, dat zij in bloemrijk Javaans is geschreven en dat uitleg achteraf gemakkelijk aan thans be kende gebeurtenissen kan worden aangepast. Aldus de door ons verkorte inhoud van Djojobojo's befaamde voorspelling, ons toegezonden door G L TICHELMAN. Wij hopen in één der komende nummers meer over deze profe tieën te vertellen. Er zijn overigens honderden Djojobojo-uitleggingen in omloop. Ook haalde men profetieën en horoscopen door elkaar. Vaak werden de waanzinnigste dingen verteld. Toen ik twaalf jaar oud was, vertelde mijn Tjang me ook eens dat de „wong tjebbol die zo den komen, gepleten hoeven zouden hebben als karbouwen. Ik had te veel respe t J ouwe Tjang om haar uit te lachen, maar ik dacht er het mijne van. Wie beschrijft mijn ver bijstering toen ik in Tjileuntja de eerste Japanse solaten zag met de bekende zwarte rubberen jungleschoenen met insnijding voor de grote teen! Daar waren de karbouwenpoten inderdaad.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 3