Een Tjitjak in elke huiskamer! LASTERLIJKE VOORLICHTING 5 Attentie! Alléén inschrijven!! Betaling later!! Élfob In ons vorige nummer werd reeds bekend gemaakt dat binnenkort voor rekening van TONG-TONG twee boeken op stapel gaan, de ,,Piekerans van een Straatslijper", deel 1, en „De schoonste Triomf van een Indo- Detective". Beide her-uitgaven verschijnen in het kader van de „Tjitjak-reeks" een serie her- en nieuwdrukken, die TONG-TONG gaat uitgeven om onze Indische boekenkast op te bouwen. Wij beginnen eerst met twee eenvoudige populaire boekjes, maar er staan ook heel wat ernstige, wetenschappelijke en populaire boeken, bundels en studies op stapel. Maar het is noodzaak dat men de aanvankelijke eenvoudige vorm van deze Tjittjak-reeks (pocket-boeken) bij een be trekkelijk hoge prijs (f2,50) vergeeft om een solide opzet van deze boekenserie mogelijk te maken. De inkomsten uit de verkoop van deze boeken komt zoveel mogelijk GEHEEL ten goede aan TONG-TONG. Van de Piekerans b.v. gaat het hele profijt in de TONG-TONG-kas. Van „De schoonste Triomf" gaat nog een royalty naar de schrijver, onze oude vriend Ucee, die het helemaal niet gemakkelijk heeft en die een „nabrander" best hebben kan na al het plezier dat hij ons vroeger met zijn merkwaardige Indi-boekje geschonken heeft. Overigens blijft het uitgeven van deze boeken een grote gok. We moeten ze laten drukken en cash betalen en dan maar later zien hoe ze weer kwijt te raken. De lezers, die reeds eens of meermalen gestort hebben voor de „Tjitjak-reeks" verzoeken wij beleefd ons nog even een briefkaartje te sturen wanneer en hoe vaak zij reeds stortten. Dat vergemakkelijkt ons het naslaan. Alles is weliswaar bijgehouden en niets is verloren, maar één seintje van Uw kant is dubbel zo welkom. Voor hen die het nog niet wisten: we noemen deze serie Indische boeken „Tjitjak-reeks" om weer Tjitjaks in huis te hebben met hun vertrouwde, gezellige en nuttige!) getjiktjik. En om aan Hollandse vrienden regel matig wat te kunnen laten lezen over ons land, dat altijd zo goed ge zorgd heeft voor Nederland. Onze Tjitjaks hebben dus een veel groter waarde dan de bestaande pockets van Jove" en „murder". Ze kosten ook wel wat meer voorlopig maar als de serie goed verkoopt maken wij iets in Holland wat nooit bestaan heeft: een grote Indische boekerij met „voor elck wat wils". Het bestaan van deze reeks is dus ook een prestige-kwestie. Behalve herdrukken van verdwenenboeken, wil TONG-TONG ook op stapel zetten: „Kinderen van Pa" (een boek over de pupillen van Pa van der Steur), „De Indische Jager" niet een boek van lollige jachtavonturen, maar ook met serieuze studies over de Indische natuur, ballistiek van jachtwapens, enz. enz.), „De Planter", „De douaneman" „De Indische huisvrouw"bloemlezingen en studies over allerlei erva ringen, beschouwingen en onderzoekingen van ons leven. Maar ook foto-albums, biografieën, dagboeken. Er zal een tijd kunnen komen dat ELKE MAAND EEN BOEK ver schijnt, ALS WIJ MAAK ALLEMAAL ONZE SCHOUDERS ER ONDER ZETTEN. Te deksel, wij gerepatrieerden zijn het niet gewend, te eten aan andersmans ruif. Met alle respect voor de Europese belletrie, wij kunnen er óók een waardevolle bijdrage aan geven. Bedenk dus dat U niet voor een ringgit een boek kóópt, maar dat U voor een ringgit een boek MAAKT! Wie bruikbare ideeën heeft, stuur ze ons op. Vooral de Oude Garde! Leef Uw tijd voorbij. Projecteer de som van Uw voorbije leven in de toekomst en MAAK EEN NIEUW LEVEN MOGELIJK. Denk aan de duizenden tjitjaks die straks in heel Nederland weer in de huiskamers kunnen zijn voor vele jaren die nog komen zullen. Doe mee. Schrijf in! TJALIE ROBINSON. fiBbj .insniomi 1. Ons blad is nog te klein en te armetierig ver spreid (in vergelijking met b.v. Wereldkroniek); onze stem gaat „sowieso" tóch verloren. Het heeft geen zin in eigen kring te schreeuwen en op tafel te slaan. Wij moeten eindeloos met dubbele ener gie werken aan de opbouw van TONG-TONG tot een blad van tienduizenden oplaag. Dan heeft onze opinie wél vat op de massa. TOEWAN BESAR DENG SERRR! Vijftig jaar geleden, in dienst van het Suikerproef station Oost Java te Pasoeroean, fietste ik iedere morgen naar een proeftuin gelegen in de dessa Tamanan, waar ik dus goed bekend was. In deze dessaweg was in een straffe S-bocht een hoog opgebouwd brugje gelegen, waardoor ik meestal staande op mijn pedalen, de brughelling opfietste, waarbij de rolketting dan een ruisend geluid ont wikkelde. Javaanse kinderen, die daar geregeld speelden, schreeuwden dan op het ritme van mijn trappen, mijn naam uit: „Dèng Sêrrrrr, Dèng Sêrrrrr, Dèng Sêrrrrr!!! BOENG JULIUS (DENCHER). 5. Nogmaals en dit blijft nog lang ons devies schreuw niet te gauw. BOUW eerst. Ik kreeg mijn eerste levenslessen in Kemajoran en Pintoe Be si „Geen grote mond, Tjalie, eers maken jou biceps!" In sophistischer kringen heet dat: Speak softly and carry a big stick!" Dit is GEEN dreigement, maar een opwekking om onze waarden te coördi neren en om te zetten in positieve daden. Ah, mijn lezers, jongens en meisjes uit het Land van de Zon, hoe rijk zijn wij, hoe1 sterk zijn wij, als wij maar niet lamenteren. Wees Verbonden en niets kan ons deren. Maak van TONG-TONG niet een blad dat verbiedt, maar dat GEbiedt. 2. Wat de Wereldkroniek doet, doet eigenlijk de hele Nederlandse pers in min of meer kwalijke mate: 1. zwijgen over de verdienstelijke Indische Nederlanders, 2. uit sensatiezucht, of om propa- ibnmsv s) Weetjenogwel vroeger? Fietsen naar Priok. Langs Antjol, zo ver. maar zo leiik ook. En.to&njhpjnge$ib en toen toekang roedjak en toen stop. En later buikpijn. Maar het was toch een geutel(lig&/f,ijd,da£)z {f&SPElPQjtSêl., Van diverse zijden werd onze aandacht gevestigd op een artikel in de „Wereldkroniek" van 30 januari j.l„ waarin met suggestieve, maar valse foto's van een paar ongelukkige jonge gerepatrieer den, generaliserende nonsensverhalen werden ge schreven over „de gerepatrieerden". Voorbeelden: foto van een vieze kampong, waarschijnlijk Kodja, met als onderschrift: „de schrijnende tegenstelling in het leven van de gerepatrieerden zo uit het roezige, ongebonden kampongleven naar de strak- gehouden Nederlandse maatschappij". Andere foto: jongens eet ongemanierd; onderschrift: „het valt niet mee om zo ineens volgens westerse fatsoens begrippen zijn maaltijd te nuttigen". Andere foto: katjongs bij een toekang roedjak naast foto van jongens in mooi C. 6 A.-pakje in Holland; onder schrift: zo uit het Indonesische bestaan foto van meisjes in een kamer met demonstratief op de voorgrond een tijdschrift „Confidenties. Enz., enz. Geen wonder dat er van vele kanten heftig op aangedrongen werd foto's te plaatsen van een ander soort werkelijkheid: foto's uit beschaaf de Indische milieu's, nu wonend in achterbuurten. Berichten omtrent moord, doodslag en vergiftiging ook in de voorbeeldige Nederlandse samenleving, foto's van slechte manieren in normale Neder landse restaurants (paplepels aflikken, tanden uit peuteren met wijd-open mond, enz. enz.) enz. enz. Het artikel was daarom zo gemeen omdat ergens verborgen toch wel regeltjes waren opgenomen waarin werd verteld dat deze voorbeelden genomen waren uit een bijzonder klein percentage van 5 pet. (zodat 95 pet. „anders" is) en omdat misleidend Indische Nederlanders, Ambonnezen en Indonesiërs door elkaar gehaspeld werden. Men houde het ons ten goede: wij gaan hier niet op in om vele redenen: ganda-redenen breedvoerig spreken over de arme, de „mislukte" gerepatrieerde. Ons beeld bij het Nederlandse volk is een volkomen verwrongen beeld, dat alleen veranderen kan als WIJ harder werken aan ONS EIGEN blad. 3. WIJ weten dat de gerepatrieerde, de Indischman, niet zo beroerd is als hij afgeschilderd wordt. WIJ weten dat in onze gelederen DUIZENDEN man nen en vrouwen zijn van bijzonder hoge verdienste: academici, hoogleraren, generaals, kunstenaars, WIJ kunnen dus trots blijven ondanks alle verdachtma kingen en zelfs openlijke smaad. Maar mijn God, laat ons onze waardigheid behouden NIET klein zielig ruzie maken, maar rustig onze kring groter en sterker maken, ons groeperen om onze leiders. 4. WIJ weten hoe onze „boewaja's" meestal het slachtoffer zijn geweest van afschuwelijke oorlogs toestanden: vader krijgsgevangenen of vermoord, moeder weggevoerd, levend letterlijk als straathon den. Laat ONS hart vervuld zijn met medegevoel, maar laat onze Daden ervan spreken, niet in kunststukken in de pers, maar door werkelijke broederschap: een PERSOONLIJK vriend voor slechtsprekende jongens, help afgedwaalde en ver laten jonge mensen. Sluit de gelederen, Nederlan ders uit Indië, sluit de gelederen!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 5