KINDEREN VAN PA Tjalie in de bioscoop. In Magelang hadden wij toen ook een bioscoop met de naam Alhambra Theater. Tjalie (Lefeu) en wij allen Steurtjes waren er dol op om eens een overgangsfilm te zien draaien, desnoods in „klas kambing" en ik herinner mij nog dat de entree 12 cent was, wat voor ons een groot bedrag was en we er heel wat mee konden doen. Vooral snoep in de vorm van goela katjang, ondé2, getoek, ongol2, en b.v voor een gobang een compleet menu met stukje kip en sajoer goedek. Over de bioscoop gesproken, het was voor iedere Steur een weelde om voor 12 cent vooraan 4e klas te mogen zitten, die klas kambing was dan ook de meest uitverkochte zaak van het bedrijf, want in loge klas I en II zaten alleen maar hoge pieten die het konden betalen, maar wij jongelui van toen en ook Tjalie konden ons wel verenigen in de klas djongkok tot grote ergernis van de bioscoopexploitant de heer Grosveld met wie wij dikwijls „krijgertje speelden", omdat wij vaak op al te hoge plaatsen zaten b.v. op de tuimelramen, waar wij op listige wijze via uitloop en zinken dak hadden kunen komen. Daar zaten wij als aapjes, haast door niemand opgemerkt. Een uitzicht me neer, nou prachtig, nog hoger dan loge en boven dien nog kijk op het publiek met al zijn handtaste lijkheden. Zo kreeg ik ook Tjalie in de kijker die zich met zijn „meisjein de klas kambing kwam wringen, kaartjes in de ene hand en zijn vrouw aan de andere. Erg waakzaam, want ook onze Jannen van toen konden aardig met meisjes over weg en ik zag dat een Hollands militair een beetje te vrij werd jegens Tjalies meisje. Dit ontging de steeds loerende blikken van Tjalie niet en meteen had de man Tjalies bekende knuppel met spijkers onder de neus en poetste wijselijk de plaat. Het was een aparte voorstelling en ik zag Tjalie nog lang met drukke gebaren aan de omzittenden vertellen van die koerang adjar blanda totok, alles overstemd door de „levende muziek van de familie Grosveld, bestaande uit: 1 piano, 1 gitaar, 1 viool en af en toe fluit en saxofoon. Zij konden een all-round avond geven en ik moet eerlijk beken nen: de roodharige meisjes van Grosveld zagen er betoel-betoel aardig uit en de begeleiding van de stomme film „Salomé en „Aan de schone blauwe Donau" vergeet ik nooit." Op die avond draaide een zeer boeiende cowboy film met Tom Mix, en zijn paard dat lezen en schrijven kon, en schieten zonder bij te laden. Toen gebeurde het dat tijdens een schietpartij op het witte doek Tjalie plotseling zeer fanatiek werd. Tijdens het geschreeuw van het publiek van: „Tarok, tarok! Hikwee! Kapan kapoh-moe! Sa iki teko moesoe hé! en gefuit en gejoel, klonk plotseling een luide knal in het theater zelf, begeleid door een vuurfhts en een rookgordijn in de buurt van Tjalie. Er werd gegild, de muziek hield op, de lampen flitsten aan en toen bleek dat Tjalie zijn clandestine revolver cal. 11.5 met zes schoten en een vrije worp uit zijn broekzak had gehaald en een schot had afge vuurd naar het plafond, vanwaar het eterniet op het publiek in stofdeeltjes neerviel. Procesverbaal voor Tjalie natuurlijk, al keek hij nog zo onschuldig, „handkanon" in beslag en Tja lie mee naar het bureau. Maar helaas, door het ALBERT VOGEL DRAAGT VOOR. Donderdag 19 maart, om 8.15 uur, houdt fik de bekende voordrachtkunstenaar Albert 5^ Vogel in de aula van het Gemeente Museum een voordracht van proza en poëzie uit fik Indië. De avond is voor iedereen toegan- kelijk, men kan plaatsen tevoren bespreken. gr. De talloze repatrianten die al een keer het fik bijzondere genoegen hebben gesmaakt te W 05 mogen luisteren naar deze bloemlezing uit fic een belletrie „tussen twee vaderlanden fik zullen zeker beamen dat het voor Indisch- SJ 05 gasten een evenement is, het bijwonen alles- fik zins waard. üfi fik .......„..„„„Jë, omhoog kijken werden wij ontdekt en weggejaagd. Toen ik later nog eens probeerde op het dak te komen, kreeg ik een hevige schok. Meneer Gros veld had het zinkendak onder stroom gezet en tegen 110 volt waren zelf wij, Steurtjes, niet opgewas sen J. SAMUELS. Ik herinner mij nog heel goed als jongen van 14 jaar, dat ik door Pa op heterdaad werd betrapt, terwijl ik in een verboden regenbak vlak tegenover de keuken was gaan zwemmen. Pa kon mij toen niet grijpen, eerstens omdat de bak maar een kleine opening had, tweedens omdat de bak tamelijk diep was. Toen ik op zijn herhaaldelijk verzoek om boven te komen geen gehoor gaf, is Pa weer weg gegaan met medeneming van mijn kleren. Daarna kwam ik eindelijk weer boven, maar trof mijn kleren niet aan. Goede raad was duur. Een van de jongens zei mij toen, dat Pa de boodschap had achtergelaten, dat ik mijn kleren maar zelf bij hem moest gaan halen. Pa zat echter op dat ogenblik bij Moe op de thee, zodat ik genoodzaakt was om poedelnaakt (mijn harlekijn met beide handen bedekkende) langs de meisjes-afdeling naar Pa te gaan. Diep beschaamd baande ik mij een weg door de vele spelende meis jes op het terein. Zo kwam ik dan bij Pa en Moe aan en mocht ik na een flinke berisping mijn kle ren weer aantrekken en naar mijn afdeling terug keren. Nadien ben ik nooit weer in een verboden reqenbak qaan zwemmen. PIET. JAN BURGERSDIJK. „Jan Burgersdijk in z'n bendy* (Tong-Tong no. 15), deed mij terugkeren naar het jaar 1927, toen ik als „bijloper" op Mentjek op zoek moest naar een stuk grond „recht van opstal" grenzende aan de Kali-Soekowidi. Geen mandoer of nog aanwezig oud-employé op de onderneming, die idee had, waar dat stuk grond kon liggen. Dus de kali-Soe- kowidi opgezocht en er langs naar boven. De derde poging had succes, met een gepensioneerde man doer kwamen we aan een stukje, wat naar vorm en grootte voldeed. Omwonenden kwamen met een verhaal op de proppen dat een zekere Toewan- Ziender Krsdèk dat eens gezocht had, maar dat het later nooit door de onderneming was gebruikt. Thuisgekomen hoorde ik, dat die employé „Krsdèk de heer Burgersdijk moest zijn geweest; de beschrij ving van hem gedaan door de madoerees klopte precies en ik zie op het plaatje, dat de baardlengte, zoals die werd opgegeven, inderdaad klopt. ..Een troepje repatrianten in Ataka-kleren!" liet een bezoeker zich ongewild ontvallen toen hij het plaatje zag. Maar het is Pa van der Steur met een groepje pupillen uit de allereerste tijd van het Gesticht Öranje-Nassau. Ach Pa. je was waarlijk een groot mens en je vaderland dat alleen Schweitzer bewierookt en jou vergeet! Wat een wonderlijke klederdrachten (de bolhoed in het midden en het jochie met het verband om z'n teen rechts) en wat een wonderlijke typen! Is dat niet Oliver Twist rechts, d,e de hand drukt van het broertje van Topsy? Hoeveel rassen en volken vinden we in dit kleine groepje al met g. Hoe z"m de arme kinderen erom verstoten (en worden ze het vaak nog.). Kijk niet neer op deze kereltjes, lezers, ook NU niet. Doe als Pa: gun ze hun gewoonten, hun taal en maak er nuttige mensen van voor de maatschappij. Pa s historie heeft bewezen dat De speciale persoonlijkheid van deze tabakker moet iets aparts zijn geweest, evenals z n buurman in het Zuiden op de afdeling „Klantjing waar Von Schmied (naam goed geschreven?) een zeer aparte figuur moet zijn geweest. De laatste greep onbekende heren, die bij het gaan naar het restau ratierijtuig in de trein naar Soerabaja, de tussen deur niet sloten, bij hun jas en vroeg ze dan: „of ze in de kerk geboren waren." Ja, dat was „tempo doeloe". MARISSEN.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 8