DE GROTE FAMILIE 4 THE NEW „BROWN-WHITE" RACE TJIHAPIT Mannen met hun studie en politiek zitten vaak zó verankerd in verouderde opvattingen, dat zij de nieuwe wereld niet zien. Vrouwen die veel actiever in het werkelijke leven staan, hebben vaak veel gezonder inzichten. Jammer dat deze door mannen geregeerde wereld niet genoeg naar de vrouw luistert. In al de geleerde, schone en ontspannende boeken van de laatste decennia is er geen dat een zó klare kijk op de nieuwe wereld zó kort, zó terloops en toch zó. raak vastlegt als één zinsfragmentje in het boek „Spinster" (Vrijgezellin) van Sylvia Asthon-Warner (Uitg. Simon Schuster), dat het leven beschrijft van een onderwijzeresje op een schooltje in Tasmanië, waar de kinderen blank zijn en bruin en „the brown-white of the New Race''» LOOS ALARM. Corrie Vonk zat bij ons in kamp Tjihapit en daar waren we allen blij om. Ten eerste gaf ze met andere dames samen vele alleraardigste voorstel lingen, die altijd zeer druk bezocht werden. Ten tweede was ze steeds opgewekt en vrolijk en hartelijk voor iedereen en zulke mensen hadden we nodig! Het was in de tijd, dat we allemaal clandestien kookten op kooplaatjes of zelf gefabriceerde elec- trische apparaatjes. Dat kostte enorm veel stroom en 't was dus streng verboden door de Jap, die op de meest onverwachte tijden de huizen binnen drong, in de hoop ons te betrappen. „Was bin nenhalen! was dan één van onze waarschuwings kreten. Zo kwam op een keer een Jap bij Corrie binnen vallen, die juist een lekker soepje had opgezet. Haar apparaat was vernuftig aangebracht in een tabouretje met opklapbare zitting. Enjuist hierop vlijde de Jap zich neder, tot ontzetting van de aanwezigen. Hij begon een gesprek in gebro ken Engels en Maleis en scheen het erg gezellig te vinden. De vrouwen zaten op hete kolen; als hij het snoer van 't apparaat eens ontdekte! Maar vooral: als de soep straks onder hem ging prutte len en koken! Na enige tijd verspreidde zich onmiskenbaar, hoe wel nog zwak, de geur van soep door de kamer. Ieder hield zijn adem in! Het liep tegen de avond en een schitterende zonsondergang weer spiegelde zich in de ruiten van het huis aan de overkant. Opeens vloog Corrie op, deed of ze enorm schrok en wijzend naar het huis aan de overkant, rende ze naar buiten, luidkeels: „Brand! Brand!" roepend. Ontsteld sprong de Jap van z n krukje en volgde haar. De situatie was gered! Bliksemsnel verwij derden de omstanders het gevaarlijke soepje met bijbehoren en liepen toen ook de straat op, waar een deemoedig kijkende Corrie door de Jap werd uitgefoeterd: „Die stomme Hollandse vrouwen ook, die misbaar maakten om niets." Ex-bewoonster van Tjihapit. de totoks zijn je misschien niet sympathiek, maar E. G. M. Aangezien ik de verantwoordelijke redactie voer TONG-TONG, is mijn zienswijze tot op zekere hoogte maatgevend voor de instelling van dit blad. Wie en wat ben ik? Ik ben de zoon van een totok en een Indische moeder. Beide heb ik altijd gerespecteerd. Beide respecteer ik nóg. Daarom ook is de lezerskring van TONG-TONG ongeveer half-om-half Totok en Indo. Wat in TONG-TONG af en toe aan gevallen wordt is een bepaald soort Totok en een bepaald soort Indo. Lees goed. Het soort dat verwijdering brengt, dat „apartheid" proclameert door superioriteit te suggereren. Wij moeten ons tenslotte goed realiseren wat het Nederlanderschap wérkelijk inhoudt: be perking. Wij zijn maar een klein volkje tussen de volkeren in Europa, tussen de volkeren der wereld de Rott. Als dat wérkelijk zo is, hadden we moeten leven als Denemarken. Dan haden we ons geboortecijfer moeten beperken. Dan hadden we geen royale leefwijze moeten opzetten met miljoenen uit de Oost. Maar mijnheer, er zijn TWEE soorten Nederlanders: 1. de kachelzitters, 2. de uitzeiler. Soort nummer twee heeft Nederland geprojecteerd op de wereldkaart. Soort nummer één kent alleen een klein stukje Europa van vakantiereisjes en de boekenkast. Soort nummer één heeft geen grein tje benul van wat er omgaat in soort nummer twee. Bravo Sylvia! Hoe pienter om te zien wat duizend profes soren niet zien kunnen; dat in vier en een halve eeuw Europees uitzeilen naar alle hoeken van de wereld een nieuw ras is ontstaan, een „mestizo- ras" van honderden miljoenen, „The Brown-white Race". Na duizend jaar schrijven de geleerde mannen natuurlijk weer neuswijs dikke boeken over de cultuur van vandaag van dit ras, de Euro- tropische cultuur, net zoals men nu neuswijze dikke boeken schrijft over (voorbije) Grieks- Romeinse en Assyrisch-Babylonische culturen Wat merkwaardig ook dat de duizenden Indische schooljuffrouwen in Indië dit verschijnsel nooit opmerkten en halsstarrig probeerden om van de Tjohs en Tjalies, de Toeties en de Titi's, Georges en Charlessen, Annaatjes en Shirleytjes te maken! He He Ja, sinds Vasco da Gama, Columbus, Houtman, Drake en Cook begon de grootste mengcultuur, die de wereld ooit gezien heeft: een vermenging van volken en rassen niet binnen continentale grenzen, maar universeel: over de gehele wereld: er zijn mengbloed Aboriginals en mengbloed Es kimo's! Vier eeuwen is dit proces al aan de gang. Typisch dus noemt een neger-mengbloed dichter in Parijs zijn bekendste dichtbundel: „De Vierde Eeuw". Het aantal mengbloeden overtreft de hui dige bevolking van Europa (zelf ook al tot in zijn wortels „mengbloedig gekotjokt") enkele malen. Alleen de Indische mengbloed streeft er nog koppig naar Volendammer te zijn. Hoe kééén! Soort nummer één ziet na vier eeuwen nog steeds niet dat soort nummer twee de ontzaggelijkste be schaving heeft gemaakt die de mensheid ooit ge kend heeft, namelijk één die de hele wereld om spant, niet met de discus van Alexander, niet met het kromzwaard van Soleiman, maar met de fiets, de coca-cola en de kodak. De historie van de Europese beschaving is gemaakt door de uit- zeilers (in Nederland, Engeland, Portugal, enz.). De historie van de kachelzitters is de historie van AOW-pensioen, all-round-levensverzekeringen, de preek bij de radio en het liever opgestapeld zitten als ganzen-in-kooien in randstad Holland, dan opnieuw de wereld ingaan. Beperking? Besef heel goed voor wie beperking is en voor wie NOOIT. T. R. P.S. Ik weet dat U dit sombong noemt, opsnijen. Maar mag ik soms ook? Als U wist hoe pers, radio en TV hier voortdurend vol zitten met zelf- vergenoegdheid en heldenverering, dan verlangen wij af en toe óók wel eens wat te zeggen, al was het alleen maar om te weten dat we ook nog leven. „Denken moet niet leiden tot Discussiëren, maar tot Daden. Honderd pond kritiek is minder waard dan één ons daad." Sobat Piet. Het „Nieuwe Ras is dezer dagen opnieuw in de wereldpubliciteit gekomen door de op handen zijnde toevoeging van Hawaii als 50ste staat van de Verenigde Staten. De bevolking van Hawaii met een eigen territoriale vlag witte, rode en blauwe banen met een Union Jack in de hoek is namelijk voor 38 Japans, 20% „Causasisch" („blank"), 15% half- Hawaiïsch, 13 Manillees, 7 Chinees 3 puur Hawaiïsch en verder Puerto Ricaans en Koreaans, d.w.z. met de sterkste „bloed-inslag" van deze oorsprongen, want menghuwelijken zijn daar normaal. Onder Caucasisch verstaat de Amerikaan: afkom stig van Europa, N. Afrika en Z.W. Azié (dus van de oer-Caucasische stam met uitzondering dus van Israël). De blanke „sporen" zijn in Hawaii dus spaarzaam gezaaid. Hawaii zal straks de eerste Amerikaanse staat zijn, die als afgevaardigde een kleurling naar de Senaat zal kunnen zenden, om dat met deze rasmenging de keuze van een meng bloed praktisch onvermijdelijk is. Hawaii is trots op zijn mengbloedschap. De re presentatieve schoonheid van Hawaii is niet het blanke meisje, maar het type dat men „English- Hawaiian" noemt. Alweer typisch voor de rol van de vrouw in deze nieuwe „rasorde laatste monarch van Hawaii was een vrouw: Koningin Liliuokalani; niet alleen bekend door haar talenten als regente, maar ook als dichteres en musiciènne; zij componeerde het wereldbefaamde „Aloha Oe". Hoe heeft dit lied Hawaii gemaakt! Hoe de toekomst van de Indo in Nederland of de wereld zijn zal, één ding is duidelijk: als uni verseel verschijnsel zullen er altijd Indo's zijn, die trots zijn op hun geaardheid, de wil ontwikkelen om zich zelfs in hun nijpenste isolement te hand haven en het geloof hebben in een nieuwe toe komst, een „eigen vaderland" en zelfs „een eigen vlag Hoe klein een Indo-minderheid ook is. die conceptie is er. Als nochtans ondergang deze kleine Indo-groep in Nederland beschoren is, wel, het zij zo als God het wil, maar TONG-TONG blijft er trots op in dit blad voor het laatst zijn stem te hebben laten horen. En met alle respect voor alle volken en rassen om mij heen, lezers, deze stem is mij de liefste, de sterktste en de mooiste van alle stemmen in de wereld! TfALIE ROBINSON. „SLA DOOD!" Toen ik nog les gaf aan een VGLO-school waar vaak flink opgeschoten „jonges en meide" de laatste jaren van hun verplichte schooltijd slij ten werd me eens gevraagd: „Meester, wat ben je nou eigentlijk, protestant of katteliek?" Erg be nieuwd naar de reactie van de klas zei ik: „Ik ben Boeddhist' waarop tot mijn grote verbazing iemand achter in de klas opeens uitriep: „Sla dood!" V. M. „Men kan de Zwakke nooit sterk maken, door de Sterke zwak te maken. U ondermijnt de Sterke, blijft zelf zwak en in tijd van nood gaat u beide ten onder." Sobat Piet

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 4