vj
BEVRIJDINGSDAG
Heb je ook nog een privé verwachting van
TONG-TONG, Tjalie?
3e JAARGANG, No. 22
30 MEI 1959
HET ENIGE INDISCHE BLAD IN NEDERLAND - TROUW - BRANIE - ONDERNEMEND
TONG-TONG
Onafhankelijk Indisch Tijdschrift
Onder redactie van TJALIE ROBINSON
Verschijnt tweemaal in de maand
Prijs p. nummer f 0.25. Kwartaal f 1.50
Halfjaar f 3,Per jaar f 6 -
Bij vooruitbetaling te voldoen
Uitgave GAMBIR
Uitgeverij voor Oost en West
Adres Redactie en Administratie
Prins Mauritslaan 36 - Den Haag
Tel. 54.25.42 - Giro 6685
In ons volgend nummer:
Twee machtige Figuren uit
ons oude Indië:
Djojobojo
«Koemhakarna" of „Iwan
de Verschrikkelijke"
dr. P. V. van Stein
Callenfels
In verband met de viering van de bevrijdingsdag
hier te lande breng ik het ondervolgende beleefd
onder uw aandacht.
Deze dag brengt mij en waarschijnlijk ook menig
mede-geëmigreerde uit Indonesië niet alleen vreug
de doch ook het beeld voor ogen van de indertijd
aldaar nog voortdurende Jap. bezetting tot augus
tus. Daarna de Indonesische revolutie, met daar
uit voortvloeiende internering, afslachting, Irian
kwestie, boycot etc. tot '58.
Gaarne doe ik een beroep op uw talent om het
een en ander hierover zo het daarvoor in aan
merking komt in het Tong-Tong-blad te willen
uiteenzetten.
J. NOLTEN.
Mij (en velen met mij) treft al jaren het ontbre
ken van zelfs de kleinste manifestatie van verdriet
of geluk, van respect of trots, ter gedachtenis van
ons nabij of ver verleden, Er zijn deze maand weer
minuten stilte in acht genomen, kransen bij ge
denktekens gelegd, erediensten gehouden voor al
len die in Holland zegevierden of vielen.
Maar wij hebben ter wille van de lieve integratie
de spons gehaald door ons hele verleden. Laat ons
dit zonder klacht accepteren. Of laat ons iets
doen. Voor V-day b.v. Er is nog tijd. Misschien
kan er ook nog wat gedaan worden aan wat
TONG-TONG al vaker betoogd heeft: het oprich
ten van eenvoudige gedenkstenen of het dopen
van straten en pleinen ter herinnering aan grote
Indische Nederlanders. Misschien
Ik zou, mijnheer Nolten, erg graag op uw verzoek
willen ingaan, maar werkelijk het kan er niet
meer bij. Ik heb meer initiatieven genomen al,
dan ik aan kan. De meeste zijn op niets uitgelo
pen omdat ik geen mensen kan vinden, die tijd
en energie vrij hebben om iets te doen, geen fi
ducie hebben in de betekenis ervan, of zich ge
laten neerleggen bij een geluidloze integratie. Op
mijn woo.d, ik weet zelfs niet of TONG-TONG
wérkelijk kan blijven bestaan. Ook u zult in uw
eigen kring wel vaak „Nee nee nee nee!"
gehoord hebben onder aanvoering van allerlei
motieven. Omdat ik in de openbaarheid treed heb
ik het duizendmaal meer moeten aanhoren dan u,
en ik verzeker u dat ik me vaak volkomen door
boord en uit elkaar geslagen voel. Maak met een
paar vrienden een „comité van actie". Ik geef alle
publiciteit die u wenst. Akkoord?
Tjalie Robinson.
Het is een vraag die vrij regelmatig terugkomt.
Het antwoord op die vraag is even regelmatig ge
geven, maar blijft eigenlijk voortdurend tussen de
regels door te lezen. Maar voor de goede orde
drukt Tjalie (voor privé rekening) deze verwach
ting hier nog eens af.
1. Sinds zijn bestaan als zelfstandige natie in de
rij van Europese volkeren is het lot van Neder
land ten nauwste verbonden geweest met Neder-
lands-Indië.
2. Niet alleen de 80-jarige oorlog, elke andere
politieke of economische oorlog in de eeuwen
daarna heeft Nederland kunnen uitvechten en
winnen dankzij de enorme, constante en zwijgende
steun uit Tropisch Nederland.
3. Indië is in het bestaan van Nederland wel diep ge
ïntegreerd dan oppervlakkig lijkt uit de consump
tie van specerijen, koffie, thee, rubber, olie. Ne
derlands geestelijke Lebensraum" reikt veel ver
der dan het landje van duinen en dijken alleen.
4. De doorsnee Nederlander hier is zich er niet
van bewust: lndië heeft altijd zó automatisch be
staan. Men had er geen omkijken naar en men
weet er dus niets van zoals wij wel gemerkt
hebben). In feite wordt zelfs een gewetenskreet
als ..Indië" verloren, rampspoed geboren!" schou
derophalend opzij gelegd. Het oude verhaal van
de planterszoon die nog lang leeft op de centen
van papa ook nadat de onderneming verloren is
en denk: ,,Ik speel het heus wel klaar!"
5. Het is te hopen dat Nederland het zonder vast
produktie- en afzetgebied in de Tropen ook zal
weten te stellen, maar als wij denken aan a. de
sterk stijgende bevolkingsaanwas, b. de relatief af
nemende produktie, c. onze haast natuurlijk ge
worden tropischeinstelling en d. de nog steeds
aanwezige ,,lege" gebieden in de tropen (Brazi
lië b.v.), dan ligt een nieuwe levensweg naar de
Tropen voor de hand.
N
Met de volle inzet van ALLE NEDER-
LANDERS UIT INDIËdie het Ned. volk
vertellen urillen hoe wij WERKELIJK
leefden, en die overtuigd zijn van de nood
zaak om met veel van onze waarden het
leven hier te verrijken
6. Dit moet niet gebeuren op de wijze van inade
quate emigratie moreel bekeken: kinderen te von
deling leggen, die men zelf niet meer grootbren
gen kan of wil), maar met een bewuste inzet tot
nieuwe volksplanting, teneinde voor de toekomst
een nieuw afzet- en produktiegebied te kunnen
scheppen.
7. ,,Geen geld is nonsens. Er is alleen geen moed
om met het geld het land uit te gaan (Nederland
heeft 1800 millionairs!Wil men zijn geld dan al
leen maar in fabrieken van nylon pannelapjes en
geplasticeerde domineesbefjes steken? En zo ja,
waar kan men die kwijt?
8. Wanneer wéér de steven naar de Tropen ge
wend wordt, dan zal dit moeten gebeuren met
begrip van de tropen en met gebruikmaking van
de kennis en ervaring van tropenmensen. Dat zijn
wij. In TONG-TONG hopenwij voor de Neder
lander, die naar de Tropen kijkt, een exposee te
geven van mogelijkheden.
9. Wij weten dat deze ideeën in Nederland scep
tisch of minachtend worden bekeken. Wij zijn al
leen herschoold en ingepast bruikbaar" in Ne
derland. Maar er zal een tijd komen dat men onze
andere mogelijkheden ontdekt. Tegen die tijd moe
ten wij klaar zijn. Daarom: vergeet niets. Vergaar
en orden uw kennis. Houd uw oog gericht op de
Tropen. Net als alle eeuwen door sinds Coen zal
men in tijd van nood bij ons aankloppen. Wees
dus wakker.
HULDEALBUM VOOR DE HEER J. MOORA
Op 6 mei j.l. heeft de heer MOORA, voorzitter
van het C.C.K.P. en van de Commissie van Maat
schappelijk Werk, afscheid genomen van het werk,
dat hem 9 jaar lang zó na aan het hart heeft ge
legen.
Gezondheidsredenen maakten dit noodzakelijk.
Duizenden gerepatrieerden hebben mede dank
zij zijn onverdroten arbeid een plaats gevon
den in onze samenleving. Honderden hebben hem
hierin terzijde gestaan.
Het is niet mogelijk zovelen ten afscheid bijeen te
roepen.
Ieder echter, die behoefte gevoelt hetzij als
medewerker, hetzij als gerepatrieerde hem dank
te zeggen voor wat hij van 1950 tot 1959 voor ons
allen heeft gedaan, kan zijn sympathie betuigen
door een visitekaartje (GEEN GELD) te sturen,
gedrukt of geschreven. Deze kaartjes worden in
een album opgenomen en te zijner tijd de heer
Moora aangeboden.
Zendt dit kaartje als drukwerk aan:
I. van Weeren, C.C.K.P., Herengracht 19 te
s-Gravenhage.