26 JULI NIET! 1950 KNIL f VERGEET 8997 KNIL-Monument Pr* Mauritslaan 36 - Den Haag In ons volgend nummer? De historie van het KNIL Zullen de 26ste van deze maand kransen gelegd worden bij monumenten? Zullen er kleine défilé s gehouden worden bij plechtige herdenkingen? Zul len er rapats belegd worden door KNIL-veteranen om althans in kleine kring de glorie te gedenken van één van de stoutste veteranen van alle wereld- legers? Zullen de dagbladen een hele pagina wijden aan het Leger dat eens de welvaart behoedde, waarbij Nederland groot geworden is? Zullen? Zullen? Zullen Nu ik deze woorden neerschrijf zijn twee weken gepasseerd van nerveus en steeds geïrriteerder zoeken en delven naar de historie van ons oude, trouwe, glorierijke, mooie Koninklijk Nederlandsch Indische Leger. Want die historie is nergens te vinden. In een boekje hier, een half memorandum daar, een rapport elders, telkens een beetje. Geen enkel blad in Nederland heeft negen jaar terug met tranen in de ogen stilgestaan bij het „heengaan" van het KNIL. Uit het geheugen van vele Indischgasten is zijn sterfdag weggewist en niemand heeft zijn geboorte dag ooit geweten. Ah, met bitterheid mocht gene raal McArthur zeggen: „Old soldiers never die, they just fade away Deze veteraan KNIL is verdwenen zonder geboortedag en sterfdag! Ik lees oude boeken door: gesneuveld tot de laatste man slechts één man kwam te rug volkomen in de pan gehakt werd nooit meer teruggezien allen door olifanten vertrapt het hart uitge sneden En mijn God, wij zijn alles vergeten En wij richten zelfs niet voor de herinnering een monument op voor hen, wier gebeente ligt onder de alang-alang van Atjeh, de vulkaan-as van Lombok, de zwarte modder van Borneo, de rode aarde van Pasoedan, de kalkrotsen van Boni. Voor onze Indische vechters, die omkwamen in de jungles van Burma, onder het trommelvuur in Korea. Ruim honderd jaren hebben onze vaandels en ba nieren trots gewapperd op de verste bamboedoeri paggers, de verlatenste tjots, het waren KNIL- soldaten die met theodoliet en klewang de wildste rimboe doorkruisten, de hoogste bergen beklommen. Zij hebben „memboeroeh moesoeh" dagen lang, weken lang, maanden lang en ze zongen „Manisee! bij een soldij, waar je alleen om kan lachen. Ze zijn gestorven van honger en van dorst, bij cholera en pest, ze zijn beschoten, gemutileerd en in stukken gehakt met de vreemdsoortigste wapens. Ze zijn in de burgermaatschappij verdoemd ge weest als „kolonialen" en ze moesten met het el lendigste pensioentje zwijgend aan de kant zitten, zij die meer MWO's veroverden dan elk ander wapen van de Nederlandse strijdkrachten! Onder hare vaandels hebben Nederlanders ge diend en Afrikanen, Zweden en Italianen, Javanen en Madoerezen, Duitsers en Fransen, Ambonnezen en Menadonezen, en veel, veel, veel Indische jon gens. En zij waren allen broeders. Zij hebben hoge shako's gedragen, witte petten met nekdoek als bij het Vreemdelingenlegioen, zij hebben de blauwe attila gedragen en witte slob kousen, zij zijn in bewapening altijd één tot vele slagen achter geweest bij alle andere legers ter wereld, maar in moed en volharding weer zoveel slagen vóór. AK zie hun gespen: Samalangan, Boni, Lombok, Atjeh Lees hunne krijgsverrichtingen zonder een traan te laten vallen als ge kunt. Zoveel moed, zoveel trouw, zoveel opoffering en zoveel ondankbaarheid van onze kant Of is het alleen vergeetachtigheid? Luister, ons Indische Leger werd geboren op 10 maart 1832. Het is van ons weggenomen op 26 juli 1950. Ver geet deze data niet. Help het Nederlandse volk om dit Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger NOOIT te vergeten door in te schrijven op onze inzameling voor een KNIL-moument. Reeds zijn wij bezig een comité te vormen dat de gelden beheren zal en de besprekingen voeren voor de meest ge- eigende plaats van dit monument. Reeds hebben wij de persoon gevonden, die het monument voor ons zal maken, de beeldhouwster Wies van Vianen (zie elders in dit blad). Gireer aan ons blad onder het motto KNIL- MONUMENT en schrijf eronder wat U bent: officier, onderofficier, mindere, landstormer, mili cien, reserve-officier, burger, burgeres. Er zijn ette lijke duizenden guldens nodig voor dit monument (hoe méér, hoe groter), dus tast diep in Uw beurs: het is een gift voor vele jaren, het is een gewetens gift. Dit is het gironummer: Tot slot: men heeft dit KNIL een „koloniale men taliteit" verweten. En men zal TONG-TONG verwijten een „koloniale gedachten te propageren". De KNIL-soldaat in één van zijn meest karakteris tieke weringen. Wat een martiale en resolute hou ding en wat een typisch „Oosterse" houding ook! En dan: welk een typische bewapening: karabijn en klewang. Dit is de vechter in rimboe, glagah en bamboedoeri. Dit is de bewapening van de hinder lagen en overvallen, van het man-tegen-man gevecht op het blanke wapen. Saluut, jongens van branie, honderdachttien jaren lang! Wij zullen jullie nooit vergeten. Maar vergeet niet dat het KNIL dit alles deed met de inzet van het leven, honderdachttien jaren lang, in opdracht van de Staat der Nederlanden, in Naam van drie Koningen en twee Koninginnen. Besmet dit Leger niet. U besmet Oranje en het Koninkrijk. Alle welvaart en respect van Neder land zijn over de schouders van de mannen-in- grijsgroen heen gegleden en nu zouden wij dit leger zelfs de eer van een respectvolle nagedach tenis onthouden? Integendeel, koppiger en trotser dan in alle negen voorafgaande jaren roepen wij hier uit: Het KNIL is dood. Lang leve het KNIL! EEN STEM UIT AUSTRALIË Terwijl wij het stuk hiernaast schreven, kwam er een brief uit Australië. Een brief van een Indische jongen, H. E. Bisschop. En deze brief begon met twee data: 26 juli 1950 26 juli 1959 Ay siet! Het KNIL wordt nergens vergeten! En de brief van deze ex-KNILman (wie is er zij het als milicien of landstormer niet bij het KNIL geweest?) H. E. Bisschop 10,— (f 82, TONG-TONG f 50, Ida v. K. f 10, Jimmy E. f 1,— Pirn E. f 1,— Totaal f 144, WIE IS ER TEGEN? Er bereikten ons in dit eerste stadium van voor bereiding ook andere, ernstige stemmen: „Zou Nederland er wel aan willen, Tjalie? Zou je wer kelijk wel een gemeente vinden in heel Holland, waar de politieke verhoudingen zó gunstig zouden liggen dat men zo'n „koloniaal monument" een plaats zou willen geven?" Ik wéét dat het moeilijk zal zijn. Maar zouden 300.000 repatrianten gelijkgerechtigde burgers van Nederland wérkelijk zo maar weggestuurd kunnen worden met nota bene een monument dat de Staat der Nederlanden zélf al lang had horen op te richten? KNIL is geen historie van repatri anten. KNIL is historie van Nederland! Als nie mand anders het initiatief neemt, MOETEN wij het doen. Maar ik geloof niet dat het monument geweigerd zal worden. Er zijn in Nederland nog wel andere gevoelens dan politieke alleen. Hoe zouden wij anders komen aan het begrip MOED, BELEID en TROUW? Andere stem: „Zo'n monument is duur, Tjalie. Het wordt een getal met vier nullen, zo niet meer. Ik ken in Holland vlaggemasten die zoveel kosten!" Dat is waar. Maar ik ken mijn oud-gasten ook. Zouden wij werkelijk voor een KNIL-monument niet meer geld bijeen kunnen brengen dan voor een vlaggemast? Misschien alleen maar geld genoeg voor een onnozele plaquette? Als dat zo is, for shame, for shame, for shame! Maar het sal waerachtig wel gaen, Sobats Besar uit Indië, het sal waerachtig wel gaen. Als WIJ maar beginnen. NU. - e- Jr. O"'*-# sprak van dankbaarheid voor redactie en lezers van TONG-TONG dat zij niet willen vergeten wat ons allen nog steeds na aan het hart ligt, wekte op om met dit werk voort te gaan, en sloot een ten-pound-note in voor dit goede doel. Wij weten niets beters dan met deze gift die zo karakteristiek de onvergetelijkheid van het KNIL tot zó ver in de wereld demonstreert de inschrij ving voor ons KNIL-monument te openen. TONG- TONG is maar een krantje van papier, dat weer vergaat. Maar wij hopen dat wij in staat zullen zijn een monument te maken van steen of brons, dat veel en veel langer ons mooie verleden zal vasthouden. Daarom delegeert ons blad de tien pond verder aan het KNILmonument-comité en doet er zelf ook nog wat bij. Wie volgt?

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 2