„Snoepreisje" met de vlugge vier
8
met de grote bergloc's
Zeer geheim
lm/Mm
Hoe vaak vertellen we niet als we met oud-gasten bij mekaar zijn van al die reizen die we
door Indië maakten. En hoe vaak merken we dan dat we namen vergeten zijn, pittoreske bij
zonderheden, sfeer. Dus laten we hier een SS-man aan het woord, die het traject BandoengBatavia
op zijn duimpje kent. Jo, instappen, jo!
SPOED GEHEIM
Wanneer je pas in Indië bent
En dus nop niet als bureaucraat
Van 't vak de kleine kneepjes kent.
Noch daar de code van verstaat.
Dan schrik je je een ongeluk
En valt de eerste tijd in zwijm.
Want staat er haast niet op elk stuk
Het dreigend machtwoord: Spocd-geheim!
]e bent in 't eerst zeer plichtsgetrouw
En laat er zelfs je maal voor staan.
Opdat elk spoedstuk toch maar gauw
Zo snel het kan wordt afgedaan.
Soms zwoeg je wel tot middernacht,
fe pent maar door en werkt en wroet!
Drie stukken werden juist gebracht,
Vanzelf: Geheim en zeer veel spoed.
Het maakt je eerst wel wat benauwd,
Dat men je zo maar. dag aan dag.
Al die geheimen toevertrouwt,
Stel voor. dat iemand die eens zag!
Je droomt: Daar hangt je boven 't hoofd
Het zwaard van Damocles, zo scherp als vlijm,
Want juist heeft men j' een stuk beroofd
En liefst nog: Eigenhandig. Zeer geheim!
Maar weldra ben je dat gewend:
Van die geheimpjes zonder tal
Zijn zeker negentig procent
Bekend aan iedereen en overal!
Dan zeg je ook: Leg dat maar daar.
Dat zie ik later wel, als 't moet,
Dat heeft vooreerst geen haast, nietwaar.
Want dat is toch maar: Zeer veel spoed!
Ik hoop. mijnheer de redacteur,
Dat U dit vers vlug plaatsen doet.
Dus stelt 11 mij nu niet teleur
Bedenkt U wel: 't is zeer veel spoed!
En ook. al heb ik niets vermeld
Van derde kruisers in mijn rijm.
Toch ben ik zeer er op gesteld.
Dat U het plaatst als: Zeer geheim!
Velen van ons, vooral zij, die jaren in Midden-
en Oost-Java en daarbuiten hebben gewoond en
gewerkt en wellicht een enkele keer op doorreis
dan wel met verlof de stad Bandoeng hebben
aangedaan, zullen met weemoed terugdenken aan al
het fantastische natuurschoon, dat de Preanger-
hoogvlakte te bewonderen geeft.
Als oud spoorwegman van het toenmalige Ned.
Indië wil ik de reis beschrijven van Bandoeng
naar Batavia met de Vlugge Vier. Dit is een
treindienstregeling, die het reizend publiek de ge
legenheid geeft om vier maal per dag Bandoeng-
Batavia v.v. te bereiken voor het doen van zaken
als anderszins. De afstand Bd.-Btk. van meer dan
200 km. wordt afgelegd in 2% uur. Het station
Bandoeng ligt op een hoogte van 790 m. boven
de zeespiegel en in het centrum van de stad.
Voorzien van een plaatskaart stapt men dan in
de trein. De formatie van de sneltrein bestaat als
regel uit een bagagewagen, 2 rijtuigen le en 2e
klas, 1 restauratierijtuig, en twee rijtuigen 3e klas
of 1D 2AB 1FL 2C. en mag in verband met
de trekkracht van de loc (een 2C2) niet zwaarder
zijn dan 250 ton. Het gebeurt vaak, vooral op
feest- en vakantiedagen, dat er een grote toeloop
van reizigers is, in welk geval versterkingsrij
tuigen worden ingerangeerd, waarbij een tweede
loc wordt ingeschakeld voor het rijden in dubbele
tractie.
STATION BANDOENG
Aan het station heerst dan een grote bedrijvigheid
als het opladen van passagiersbagage, de prettige
sfeer van wegbrengers, het geloop en geschreeuw
van verkopers langs de trein met koekjes, tijd
schriften, de verleidelijke nasi oedoeg met ajam
panggang, telor asin, mangga's, doekoe's ram-
boetans, djeroek garoet, pisang, enz., enz.
Stipt op tijd zet de machinist zijn trein in beweging
langs dubbelspoor met een vaart van 75 km. per
uur. Even voorbij Bd. wordt rechts het vlieg
terrein Andir gepasseerd. Na 10 minuten rijden
komt als eerste stopstation de grote legergarni-
zoenplaats, waar één minuut gestopt wordt
Station Tjimahi.
Na vertrek van dit station hebben de passagiers
veel moois en schoons te bewonderen. Langs de
spoorbaan de vlakte en bergsawahs met hun ri
viertjes en pantjoerans, de dessa's met hun klapper-,
pinang- en pisangbomen, aan de berghellingen de
hoema's met hun ketella, oebie, katjang, de berg-
galengans met op de achtergrond de machtige en
woeste Gg. Boerangrang, de Gg. Tangkoeban-
prahoe met zijn rookpluimen, en links de Gg.
Bohong met de schietbanen van het leger. Dan
komt het Station Padalarang waar het dubbel
spoor eindigt om vervolgens enkel spoor te rijden.
Hier wordt niet gestopt, overigens een belangrijk
overgangsstation, met een zijlijn naar Buitenzorg
(Bogor) Bataviastad. Bovendien begint van hieruit
de berglijn naar beide richtingen, waarvoor de
speciale grote bergloc's (de Amerikaanse 1D D
en andere krachtige loe's) dienstdoen voor de
gemengde goederentreinen.
Voorts gaat de Vlugge Vier, nu de berglijn op met
een snelheid van maximaal 60 km. per uur. Op dit
lijngedeelte variëren de hellingen 1 100 en steiler.
Links van de trein rijzen reeds de prachtige kalk
rotsen van Tagagapoe met zijn kalkbranderijen,
de spoorlijn naar Buitenzorg, de theeonderneming
Njalindoeng met zijn fabriek en beddings, de kron
kelende grote postweg naar Batavia met zijn druk
verkeer van autobussen, auto's en grobaks. Met
onverminderde vaart wordt de halte Tjilame- voor
bij gestoomd, het hoogste punt; nu helling af. Nog
steeds de lange en grote bruggen over diepe ra
vijnen. Intussen komt de djongos van de restau
ratieafdeling de rijtuigen langs met zijn presenteer
blad vol snoep en koffie. Met een langgerekt
„Koppi ès panas Ga-a-an!" passeert hij de rei
zigers. In de restauratieafdeling is het vol. Hier
pleegt men gewoonlijk nodeloos lang te blijven
hangen, zeer tot ongerief van de andere bezoekers,
die eveneens het e.e.a. wensen te gebruiken. Dan
gaat de Hcd. (conducteur) de trein langs voor de
controle van de plaatskaarten. Nasi goreng met
spiegelei, telor tjeplok of mata sapi, en de be
kende biefstuk met gebakken aardappelen, het
ijskoude bier, de koppi es, ach boekan main!
De eerstvolgende halte wordt genaderd, het af
standssignaal staat in een bocht op veilig, halte
Sasaksaat. Door gaat de trein met een vaart over
het emplacement om terstond de één km. lange
tunnel in te gaan.
Bergen en ravijnen
Voorbij de tunnel een diepe ingraving om ver
volgens door de thee- en rubberonderneming Mas-
wati te rijden. Zwaar geaccidenteerd terrein rechts
en links, zwaar begroeid met „gelagah". Een
eldorado voor jagers. Halte Maswati door, halte
Rendeh door, niets bijzonders. Voorbij Rendeh
rechts de grote rubber- en theeonderneming Pang-
ledjar, daarna volgt de idem Gg. Soesoeroeh.
Halte Tjikadongdong door. Langs deze laatste
onderneming rijdt de trein, om dan over de grote
en lange spoorbrug Tjisomang, de eerstvolgende
halte, naar de brug genoemd, te passeren. Halte
Tjisomang. De brug, een meesterwerk, is bijna
100 meter hoog en ligt over een diep ravijn, waar
door de rivier Tjisomang stroomt. De omgeving
één en al woest terrein, de halte is niet noemens
waardig. Dan is de halte Plered niet ver meer, ook
hier wordt niet gestopt. Deze plaats is bekend
om zijn aardewerk en zijn potten- en dakpannen-
bakkerijen. De grote zeldzame „gendi's" zijn hier
verkrijgbaar. De bevolking doet hier veel aan
pisangteelt. Dagelijks worden honderden „toen-
doengs" per trein of vrachtauto naar Bandoeng
of Pasarsenen vervoerd. De omgeving van Plered
tot de halte Bendoel aan de linkerkant van de
spoorbaan is rotsachtig met puntige pieken, hier
een en al jachtterreinen. Halte-BendoeUdoor-Halte
Tjiganea-door. Deze halte is kort voor mijn ver
trek belangrijk en druk geworden wegens de aan
voer van materialen bestemd voor de grote irri-
gatiewerken van Djatiloehoer.
De werken bestaan uit de aanleg van stuwdammen
over de Tjitaroem en in de naaste toekomst zal
het rivierwater over een oppervlakte van duizen
den hectares voor de bevloeing worden opgestuwd,
terwijl centrale s en krachtstations zullen komen.
Het werk is geëntameerd door Franse ingenieurs.
Voorheen een onherbergzaam oord, thans is het
een kleine kota geworden met poliklinieken, ka
zernes van de Tentara, toko's, passer, etc. In de
buurt van de halte is een grote werkplaats opgezet,
van waaruit een grote weg is aangelegd voor het
transport van materialen, eveneens een tweede weg
even voor Poerwakarta.
Voor mijn vertrek naar Nederland heb ik in deze
streken nog gejaagd op de in de buurt zijnde
rubberonderneming Djatiloehoer. Even voorbij de
halte richting Poerwakarta bevindt zich rechts van
de spoorbaan de z.g. wandelende berg, welke enige
jaren geleden door zijn verschuivingen de dienst
der S.S. heel wat stagnatie heeft veroorzaakt. De
berg is later als het ware weggegraven en het
treinverkeer ondervindt geen last meer.
Nu komen wij na ruim een uur rijden van Ban
doeng in Poerwakarta aan Station Poerwakarta.
Hier wordt 5 minuten gestopt om de loc. gele
genheid te geven water en kolen in te nemen.
Vanzelf stappen de meeste reizigers uit om frisse
lucht te scheppen en om wat te kijken, terwijl
andere pasagiers in en uit stappen. Wederom een
drukte van koelies en verkopers met de nodige
snoeperijen en makanans, hier is de plaats van
manggistan en ananas.
„Manggis, manggis, danas, danas koelaaa."
„Nasi, nasi, telor hajam, siroop, ramboetan, koe-
laaan."
Een geroep van de verkopers, dat telkens en tel
kens herhaald wordt. Het is intussen „panas"
geworden en een ieder is blij, als de trein weer in
beweging is. Wanneer de loe's klaar zijn, geeft de
stationschef het teken van vertrek en ligt Poer
wakarta binnen enkele minuten achterons. De berg
lijn is voorbij en nu wordt met een vaart van
75 km per uur gereden. - Halte Sadang - door -